Wat was het eerste dat je deed toen je de subsidie binnen had?

‘Ik zat binnen tien minuten weer bij een verdediging van een masterthesis, waar ik bij moest zijn. Met een grote grijns op m’n gezicht natuurlijk, maar gelukkig wisten m’n collega’s van de subsidie. Ze hadden zich anders vast afgevraagd waarom ik daar zo gelukzalig zat te zijn. Voor die verdediging heb ik gelukkig nog wel snel m’n man kunnen bellen.’

Waar gaat je onderzoek over?

‘Ik onderzoek marketingcampagnes, waarbij een producent een donatie doet aan een goed doel als een product gekocht wordt. Zoals nu met Pampers, waarbij een tetanusvaccinatie wordt gedoneerd aan Unicef als er een pak luiers wordt gekocht. Ik ga onderzoeken of het uitmaakt of deze donatie in geld wordt uitgedrukt, of in materiële termen, zoals de vaccinatie bij Pampers. Ook onderzoek ik of het zou kunnen zijn dat zo’n Pampers actie juist negatief uitpakt voor Unicef. Uit de morele besliskunde blijkt dat mensen een soort balans bij houden wanneer het gaat om ‘goed doen’. Dat je denkt: ik geef deze keer niet aan de collectant, dat doe ik al door Pampers te kopen. Dat zou Unicef uiteindelijk minder geld op kunnen leveren.’

Waarom is het zo interessant?

‘Ik zag de campagne van Pampers en werd nieuwsgierig hoe zo’n actie werkt bij de consument. Misschien is zo’n campagne uiteindelijk wel helemaal niet goed voor UNICEF. In de literatuur kon ik niets vinden over de potentiële negatieve kant van marketingcampagnes, er is nog niets over bekend, en dat maakt mijn onderzoek juist interessant.’

Over drie jaar heb ik ontdekt…

‘Of campagnes als deze inderdaad negatieve bijwerkingen kunnen hebben. Ik hoop dat mijn onderzoek inzicht geeft in de manier waarop consumenten omgaan met deze marketingcampagnes en hoe ze bijdragen aan goede doelen.’

Waarom ben je wetenschapper en bijvoorbeeld geen ondernemer?

‘Ik ben nieuwsgierig naar hoe de mens zich gedraagt, ik probeer dingen te begrijpen en te ontdekken. Mensen zijn vaak volslagen irrationeel in hun gedrag. Dat vind ik fantastisch, dat maakt me blij en ik kan daar uren over nadenken. Van mijn hobby heb ik eigenlijk mijn werk gemaakt.’