Universiteit
Cisca Wijmenga Foto Nienke Maat

Afscheidsinterview Cisca Wijmenga

‘We moeten praten, niet bekladden’

Cisca Wijmenga Foto Nienke Maat
Cisca Wijmenga (59) stopt na vier jaar als rector magnificus. Ze blikt terug op haar ‘regeerperiode’ waarin niet alleen de wereld, maar ook de RUG sterk polariseerde. ‘Als de dialoog niet meer kan op de universiteit, waar kan het dan nog wel?
Door Giulia Fabrizi en Rob Siebelink
29 juni om 11:50 uur.
Laatst gewijzigd op 29 juni 2023
om 13:55 uur.
juni 29 at 11:50 AM.
Last modified on juni 29, 2023
at 13:55 PM.

Ze maakt een diepe buiging, de handen bijna devoot gevouwen. Het is haar manier van begroeten; sinds corona schudt ze geen handen meer. Als altijd is ze stijlvol gekleed. Bruine leren rok, elegante witte blouse, sjaaltje.

Cisca Wijmenga moet erom lachen als we het opmerken. ‘Ik krijg vaak de vraag: “Wie kleedt jou?” Nou, dat doe ik zelf.’

Ze heeft een uur de tijd voor een afscheidsinterview, dat moet tussen allerlei andere plichtplegingen en afspraken door. Het zijn de laatste spreekwoordelijke loodjes voor de eerste vrouwelijke rector van de Rijksuniversiteit Groningen sinds de oprichting in 1614. Eind augustus stopt ze ermee. Dus staan de agenda’s ‘waanzinnig vol’.

Toen ik student was, had ik geen idee wie of wat de rector was 

Want ze wordt voor alles en nog wat gevraagd en meestal zegt ze ja. Dat is belangrijk, vindt ze: ‘Dat je betrokkenheid toont als bestuur bij wat er allemaal in je organisatie gebeurt.’ Het leidde er wel toe dat haar eigen onderzoek (naar de auto-immuunziekte coeliakie, waarvoor ze in 2015 de Spinozaprijs kreeg) er de laatste jaren bij inschoot, al had ze, toen ze aantrad als rector, zich toch heilig voorgenomen daar een dag in de week aan te besteden.

‘Ik denk nu, terugkijkend op vier jaar, dat best wel veel mensen mij kennen. Laatst zei een student op straat tegen mij: “U bent toch de rector?” Dat vind ik wel mooi, dat studenten weten dat er een rector is en wie dat is. Toen ik student was, had ik geen idee.’

We leggen haar vier stellingen voor, waarop ze eerst alleen met eens of oneens mag antwoorden, de uitleg mag later.
Stelling één: Rector is de allermooiste baan die je op een universiteit kunt hebben.

Resoluut: ‘Eens.’

Twee: Rector zijn van de RUG was zwaarder dan ik me had voorgesteld.

Net zo resoluut: ‘Oneens.’

Drie: De ontruiming door de politie van het Academiegebouw op 25 april was het dieptepunt van jouw rectorschap.

Een lichte aarzeling, dan toch ferm: ‘Oneens.’

Vier: Cisca Wijmenga wordt herinnerd als de corona-rector, niet als de eerste vrouwelijke rector. 

Een tikje verongelijkt: ‘Oneens.’

‘Rector is de leukste baan ter wereld’, zegt ze over de eerste stelling. ‘Al die ontzettend slimme en leuke mensen die je tegenkomt op de universiteit, die door nieuwsgierigheid worden gedreven, de grenzen van de wetenschap verkennen en hopen dat ze de wereld een stukje beter maken. Ik denk dat er geen andere plek op de wereld is waar zoiets gebeurt. Vanuit de rol van rector kun je dat faciliteren, kun je richting geven en enthousiasmeren; denk aan de strategie en oprichting van de schools. Als je als rector daar een heel klein beetje aan kan bijdragen, is dat fantastisch.’

Een heel klein beetje? Kun je dat uitleggen?

‘Vier jaar geleden zei ik dat de universiteit een mammoettanker is, je kunt niet zomaar van alles veranderen. Maar toen dacht ik ook: als je maar één graad bijstuurt, ga je na verloop van tijd toch een andere kant op. En ik denk dat waar we nu staan, wel heel anders is dan vier jaar geleden. We zijn veel meer gericht op making connections.’

‘Corona heeft ons er bewuster van gemaakt dat we, naast mensen, disciplines met elkaar moeten verbinden. Dat is waar mijn hart altijd al lag, om zo over de eigen grenzen heen te kijken. Dat we ook een rol hebben als universiteit bij die grote maatschappelijke thema’s. Daar komen nieuwe dingen uit voort en dat is waarom een universiteit zo waardevol is. Dus tja, wanneer is iets gelukt? Dat vind ik lastig, maar ik vind wel dat we een duidelijke koerswijziging hebben ingezet.’ 

We gaan naar stelling 2, rector zijn van een uni is zwaarder dan verwacht. De aanleiding is dat je ooit hebt gezegd: ‘Ik wil een universiteit besturen, maar ik ben vooral brandjes aan het blussen.’ 

‘Heb ik dat zo gezegd? Kijk, het is heel moeilijk je voor te stellen wat het inhoudt om rector te zijn. Ik ben vooraf met Elmer (Sterken, de vorige rector – red.) een paar keer uit eten geweest om een goed beeld te krijgen van wat mij te wachten stond. Ik dacht toen: nou, dat klinkt echt als iets wat bij mij past. Maar je moet ook gewoon handelen naar hoe de dagelijkse praktijk eruit ziet.’

Het was in het begin best een beetje zoeken. Wat komt er op me af?

‘Ik vind het woord “zwaarder” in de stelling wel heel zwaar klinken. Het is natuurlijk anders gegaan dan ik had gedacht, met name ook omdat na een half jaar corona uitbrak. Het was in het begin best een beetje zoeken. Zo van: wat komt er allemaal op me af en hoe verhoud ik mij daartoe? Wat is mijn positie of mijn rol en hoe voer ik die het beste uit?’

Voelde dat als brandjes blussen of als besturen?

‘Dat voelde zeker als besturen, maar wel soms als besturen in de mist. Niemand had een idee hoe lang dit ging duren, waar het überhaupt naartoe ging. Als ik terugkijk, dan is een zegen natuurlijk een veel te groot woord. Maar het bracht ons als universiteit wel iets. We waren al tien jaar bezig om meer gebruik te maken van de mogelijkheden die ICT ons biedt, bijvoorbeeld online onderwijs. Maar er was nooit de urgentie om het echt te doen en door corona was die er opeens wel. Wij gingen volgens mij op donderdag dicht en op vrijdag waren al de eerste colleges online.’

‘Natuurlijk zijn er brandjes tussendoor, en die moet je dan blussen. Maar ik vind ook dat we als college van bestuur veel strategische doelen hebben bereikt. Leerstoelen voor meer vrouwelijke hoogleraren, ik heb aan de wieg gestaan van Ruggesteun, waardoor docenten meer ondersteuning krijgen en dat heeft natuurlijk bijgedragen aan de werkdrukverlaging. En er wordt aan een nieuw accreditatiesysteem voor studentenverenigingen gewerkt. Toen ik kwam, waren er best wel wat incidenten met sommige verenigingen…’

Ze is even stil en grijnst: ‘Nee, we noemen geen namen.’

Terug naar de stellingen. Nummer 3. De ontruiming door de politie van het Academiegebouw was het dieptepunt van je rectorschap. Oneens, zei je, maar je aarzelde wel even.

De ontruiming was geen fijn moment, daar zijn we het over eens

‘Nou kijk, dat was natuurlijk geen fijn moment. Daar zijn we het over eens. Ik heb nadien ook de beelden gezien en nou… dat ziet er gewoon niet fraai uit. Het is jammer dat het zo ver heeft moeten komen, dat we niet met elkaar in gesprek konden blijven. De ontruiming was heftig voor de universiteit, en ook voor mij. Maar hét dieptepunt de afgelopen vier jaar was de impact van corona.’

Heb je contact gehad met de studenten?

‘Nee, tijdens de eerste bezetting wel, maar de tweede bezetting wilden ze niet meer praten.’

Het kan je niet onberoerd hebben gelaten.

‘Ik heb hier ook heel veel discussies met mijn collega-rectoren over gehad. Want alle universiteiten hebben zo langzamerhand wel een politie-ontruiming meegemaakt.’

Wat overleggen jullie dan met elkaar?

‘Verschillende dingen, zoals welke procedures hebben we nou eigenlijk? Dus wij zijn ook een soort intervisiegroep met elkaar en dan is het gewoon heel fijn dat je dingen kan delen. We hebben elke zes weken rectorencollege en dan worden dit soort dingen besproken. Iedereen is stellig: overnachten in een universiteitsgebouw is geen optie, daar ligt een duidelijke grens die iedereen bekend is.’

Is er door de ontruiming een nieuwe splijtzwam ontstaan op de RUG? De reacties zijn heftig, van alle kanten. We hebben Yantai (het omstreden plan van de RUG om in China een zusteruniversiteit te beginnen) eindelijk achter ons gelaten…’

‘Dat woord gebruiken we niet meer. Maar dat speelde voor mijn tijd en dat hoofdstuk is gesloten.’ 

Maar toch, een nieuwe splijtzwam?

‘De maatschappij polariseert sterk en dat baart mij zorgen. We gaan niet meer met elkaar in gesprek. Dat zag je ook bij de muurschildering van Aletta Jacobs. Dat als mensen het niet eens zijn met een tekst waar kunstenaars een heel goede reden voor hebben, en dat ook kunnen uitleggen, dat de boel dan wordt beklad in plaats van met elkaar de dialoog aan te gaan.’

Je zou verwachten dat de academische gemeenschap vraagt: klopt dit wel?

‘De universiteit moet de plek zijn waar we met elkaar in gesprek gaan. Als de dialoog niet kan op de universiteit, waar kan het dan nog wel? Dat vind ik een meer dan zorgelijke ontwikkeling. Mensen gaan heel snel en makkelijk achter iets aan wat bijvoorbeeld op sociale media wordt geroepen en laten zich daarna niet meer echt informeren. Wat zijn de feiten? Ga daar eens kritisch naar op zoek.’

Je zegt: ik verwacht meer van de academische gemeenschap?

‘Ja, je zou ieder geval verwachten dat iedereen de vraag stelt: klopt dit wel?’

Dan was die bezetting er nooit geweest?

‘Dat zeg ik niet. Ik denk dat die bezetting misschien wel over meer ging, over maatschappelijke thema’s als ongelijkheid en klimaat, net zoals je dat ook ziet bij andere universiteiten. Alles wat nu bij alle andere universiteiten gebeurt, werd ook hier besproken door de mensen die op de trappen zaten.’

‘Iedereen is vrij om te demonstreren en dat is een groot recht. Het helpt ook om je als organisatie scherp te houden. Alleen het bezetten van een gebouw waar allerlei activiteiten plaatsvinden, waarmee je moedwillig ook promoties verstoort – dat vind ik van een andere orde. Daar ligt de grens.’

We gaan naar stelling 4: Cisca Wijmenga zal de geschiedenisboeken ingaan als de coronarector, niet als de eerste vrouwelijke rector van de RUG.

‘Dat zou wel wat suf zijn. Weet je, ik denk dat als we twee jaar verder zijn, we nauwelijks meer weten welke impact corona had.’

Dat is best mogelijk, maar weten we dan nog wie Cisca was?

Lachend: ‘Dat zal nog wel ergens in de boeken staan, denk ik.’

Ja, maar corona vast ook.

‘Door corona werd ik gewoon in die positie gedwongen. Al die dossiers die op mijn bordje kwamen. Het was een crash course ‘Hoe word je rector?’ Ook heel veel uit Den Haag, wat wij moesten regelen, waar wij besluiten over moesten nemen – allemaal dossiers die op stel en sprong behandeld moesten worden. De consequentie was wel dat ik mij al heel snel senang in mijn rol voelde. Omdat je als een dolle door al die aspecten heen moest.’

‘Volgens mij was op 5 maart 2020 het afscheid van RUG-historicus Klaas van Berkel in de aula. En toen moest ik zeggen tegen Klaas: we geven geen handjes meer. Nou, die hele zaal, die zat me aan te kijken! Dat was een week voordat de minister-president aankondigde dat we stopten met handenschudden. Dit soort protocollen, het praktische dus, daarin liepen wij heel erg voorop. Ik denk dat wij ook de eerste universiteit waren die zei: wij gaan nu ook echt dicht.’

Ben je voldoende tot je recht gekomen?

‘Ik vind van wel, maar misschien moet je dat aan anderen vragen. Als rector heb je een bijzondere positie en ben je een soort uithangbord en is het de kunst connected te blijven. Het gaat niet om mij, maar om je als bestuur te laten zien.’

Heb jij als vrouw het verschil kunnen maken?

‘Dat vind ik wel een heel lastige vraag.’

Anka Mulder, bestuursvoorzitter van Hogeschool Saxion, zei ooit: ‘Ik word nooit wakker met de gedachte: wat zal ik vandaag als vrouw eens doen?’

‘Nee, ik ook niet. Het zou heel raar zijn als je daar de dag mee begint. Maar je ziet wel dat in alle teams en bijeenkomsten waar diversiteit is, dat je gewoon een andere dynamiek hebt. Mijn motto is: alleen ga je sneller, samen kom je verder. Je moet het samen doen, daar geloof ik heel erg in. En misschien dat ik daar nou net wat alerter op ben, dat ik denk: die mannen hebben toch ook door dat ze alleen met mannen zitten? Maar dat is dus niet altijd zo.’

Je moet het samen doen, daar geloof ik heel erg in

‘Ik heb het glazen plafond zelf nooit zo sterk gevoeld, maar dat betekent niet dat het er niet is, hè? Ik merk elke dag hoe belangrijk het is om een rolmodel te hebben. Ik refereer in mijn toespraken heel vaak aan Aletta Jacobs, ook een belangrijke inspiratiebron voor mijzelf. Ik merk nog steeds dat het belangrijk is dat jonge vrouwen van nu een voorbeeld hebben, dat ze denken: dat kan ik ook bereiken.’

Kortom, de nieuwe rector moet weer een vrouw zijn?

‘Daar ga ik uiteindelijk niet over. Maar ik denk dat het wel goed is. Dat komt ook ten goede aan de diversiteit in het college van bestuur. Er is volgens mij geen enkel college van bestuur in Nederland dat inmiddels niet divers is.’

Je bent altijd een gepassioneerd pleitbezorger geweest voor het veelbesproken, want in de ogen van sommigen oneerlijke, experiment beurspromovendi. Tijdens jouw rectorschap zette de minister er definitief een streep door.

Met overtuiging: ‘Ik zou het vandaag de dag nog steeds verdedigen. Ik heb zelf zo’n promovendus en die jongen is zo nieuwsgierig en gedreven, die is zo blij dat hij deze plek heeft. Als ik dat zie, dan denk ik: ja, daar doen we het voor, voor mensen die op deze manier in de wetenschap terechtkomen – wat op een andere manier niet gelukt zou zijn. En dat is ook hoe ik het altijd heb verdedigd in de universiteitsraad, dat je jonge mensen een kans geeft. Jonge mensen die zeggen: wetenschap grijpt mij, daar wil ik iets mee.’

‘Het geeft de student de mogelijkheid om zelfstandig onderzoek te doen, antwoord te vinden op vragen als: waar ligt mijn toekomst? Wil ik het onderwijs in of toch liever voor een bedrijf werken? Het is een rijbewijs en met dat rijbewijs kun je alle kanten op.’

Maar snap je de kritiek die er was, vooral over de ongelijkheid tussen de beurs- en werknemerpromovendi?

Ik heb lang in een sneltrein gezeten en die ga ik nu even stilzetten

‘Nou nee, ik denk dat wij enorm veel hebben gedaan aan die arbeidsvoorwaarden. We hebben iets neergezet wat heel fatsoenlijk is, vooral in de tweede fase. Ik snap dat iedereen meer geld wil, maar je moet je ook realiseren dat je een opleiding krijgt. Dat is enorm waardevol. Eigenlijk is het jammer dat in Nederland op een bepaald moment massaal is gekozen voor de werknemerpromovendi en niet voor het studentsysteem. Dan was deze discussie er nooit geweest.’

Maar dat was zo omdat andere uni’s hun vingers er niet aan wilden branden, juist vanwege die ongelijkheid die erin schuilt. De RUG was de enige universiteit, op een klein cohort aan de Erasmus Universiteit Rotterdam na, die er voluit voor ging.

‘Ja, dat is een kwestie van bestuurlijk lef tonen.’

Als je de rectorketting eind augustus om de nek van je opvolger hangt, waar ben je dan het meest trots op?

‘Wat ik echt mooi vind – maar we moeten natuurlijk nog zien hoe snel die zich kunnen ontwikkelen – zijn de interdisciplinaire Schools voor Wetenschap en Samenleving. De wereld wordt steeds complexer en om de problemen aan te pakken, moet je, zoals ik al eerder zei, over disciplines heen werken. De vier schools (Aletta Jacobs School of Public Health, Wubbo Ockels School for Energy & Climate, Jantina Tammes School of Digital Society, Technology & AI en Rudolf Agricola School for Sustainable Development – red.) gaan over onderwijs, onderzoek en impact. Als college van bestuur willen we naar de toekomst kijken en dit is de toekomst van de universiteit: hoe dragen wij bij aan het oplossen van de grote maatschappelijke problemen?’

Over de toekomst gesproken: wat gaat Cisca Wijmenga doen als ze de deur van het rectorschap eind augustus achter zich dichttrekt?

‘Ik ga eerst een time-out nemen. Dat heb ik mijn hele leven nog nooit gedaan. Ik heb tientallen jaren in een sneltrein gezeten en die ga ik nu bewust even stilzetten. Ik ben al benaderd door headhunters, maar ik houd ze nog even op afstand. Ik wil voorkomen dat ik op 1 september weer een volle agenda heb. Er komt ongetwijfeld iets ontzettend leuks op mijn pad, daar ben ik echt niet bang voor.’

Cisca Wijmenga in het House of Connections. Foto Nienke Maat

Engels