The Bigger Picture #3
Fereshta uit Afghanistan ‘Ik stelde me altijd voor dat ik vrij zou zijn’
Als de 24-jarige Fereshta Rashidi denkt aan haar aankomst in Nederland, herinnert ze zich de politie die haar familie uit de trein naar Amsterdam haalde, en haar eerste nacht in een volle sporthal in Ter Apel, tussen honderden andere mensen.
Ferestha was net zestien jaar geworden toen zij en haar familie in 2015 Afghanistan verlieten. Vier maanden lang leefden ze in Turkije zonder enige steun van de overheid. Om rond te komen, moest Ferestha acht tot twaalf uur per dag werken in een restaurant.
Toen een kans zagen om met de golf van vluchtelingen uit Syrië naar Europa te reizen, besloot het gezin opnieuw te vertrekken: ‘Er was geen toekomst voor ons in Turkije, dus moesten we alles weer achterlaten. Net als in Afghanistan.’
Er was geen toekomst voor ons in Turkije, dus moesten we alles weer achterlaten
Fereshta, haar moeder en haar broertje kwamen in september van dat jaar naar Nederland. Aanvankelijk werden ze naar het vluchtelingenkamp in Ter Apel gestuurd. Daarna werden ze van de ene plaats naar de andere gebracht.
‘In elk van die sporthallen waar we tijdelijk woonden werden we verwelkomd door mensen met kleding en boeken en kaarten waarop stond “Je bent welkom in Nederland en we wensen je hier een goed leven toe”’, vertelt ze. Een aantal van die geschenken heeft ze nog altijd.
Nieuwe leven
Toch was het geen gemakkelijke tijd: de opvang zat overvol en bood nauwelijks privacy. Rond oktober kwam het gezin aan in Groningen. Ze moesten meer dan een jaar wachten op een beslissing van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), maar uiteindelijk kregen ze toestemming om te blijven.
‘Ik denk dat toen mijn nieuwe leven begon’, zegt Fereshta. In Afghanistan kon ze, toen ze ouder werd, niet meer op straat fietsen; dat was tegen de regels. ‘Ik heb me altijd voorgesteld dat ik vrij zou zijn en zou kunnen fietsen, maar ik had nooit gedacht dat ik in Nederland zou wonen. Elke keer als ik nu op mijn fiets stap, denk ik eraan hoe onvoorspelbaar het leven kan zijn.’
Twee jaar later verhuisde het gezin naar een nieuw huis. Daar merkte ze na verloop van tijd dat ze veranderde; ze voelde dat ze sneller volwassen werd. Ze was te oud om nog volledig op te gaan in de Nederlandse cultuur, maar te jong om vast te houden aan alles wat ze in Afghanistan had gekend.
Bewuste keuze
Fereshta mist Afghanistan en ‘het gevoel in je eigen land te wonen’, de hechte gemeenschap die ze achterliet, de warmte en gastvrijheid van de mensen, hun spontaniteit waardoor je je altijd welkom voelt – zelfs als je ’s avonds onaangekondigd langskomt voor een kopje thee – de vrijgevigheid en de ‘ruzies’ over wie de rekening mag betalen, in plaats van hoeveel iedereen schuldig is.
Maar ze besefte toen dat ze bewust moest kiezen voor Nederland: ‘Dit is mijn nieuwe thuis. Ik moet gaan leven. Ik moet een baan vinden, ik moet de taal beter leren… Dit is mijn leven en ik ben er zelf verantwoordelijk voor’, zegt ze.
Dit is mijn nieuwe thuis: ik moet gaan leven
Dus ging ze aan de slag: elke ochtend kantoren schoonmaken bij de Hanzehogeschool, terwijl ze zich ook inschreef voor het VAVO-programma van het Alfa-college in Groningen om zich voor te bereiden op het hoger onderwijs.
Ze dompelde zich onder in het Nederlandse leven, waarbij ze naast school verschillende baantjes had en haar dagen van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat vulde.
Toen ze 18 werd, kwam ook al het regelwerk voor haar familie op haar bord te liggen: e-mails, telefoontjes en afspraken, het beheren van financiën en contracten. ‘Mijn moeder sprak geen Nederlands, dus ik moest letterlijk alles doen. Het waren niet alleen mijn eigen afspraken, maar ook elke afspraak die mijn moeder had. Ik had weinig tijd voor leuke dingen of om vrienden te maken.’
Zwaar
In 2019 begon Fereshta met haar studie internationale betrekkingen aan de RUG. Maar het combineren van gezin, werk en academische verplichtingen was zwaarder dan ze had voorzien. ‘Het was pas mijn eerste jaar en nu al was ik uitgeput.’ De situatie werd nog lastiger toen de pandemie kwam en ze haar baan verloor.
Ze besloot hulp te vragen. ‘Ik sprak met de studieadviseur en ik zei: “Ik ga stoppen, maar ik wil deze studie nog steeds heel graag doen.”’ Uiteindelijk kon Fereshta zich uitschrijven en een jaar later haar studie hervatten. Ze zit nu in het tweede jaar en het gaat nu veel beter.
Mijn leven in Afghanistan zou een nachtmerrie zijn
Intussen is het land dat ze achterliet weer veelvuldig in het nieuws. Na de terugtrekking van de Amerikaanse en NAVO-troepen kwam de Taliban in 2021 opnieuw aan de macht. Het leven is vooral veranderd voor meisjes en vrouwen, want zij kunnen niet meer naar school of naar de universiteit.
‘Ik maak me natuurlijk grote zorgen over hoe vrouwen in Afghanistan nu leven. Hun recht op onderwijs en werk is hen ontnomen’, zegt Fereshta. De toekomst onder het bewind van de Taliban is zo onzeker, dat ze zich niet kan voorstellen dat ze in de komende tien jaar naar Afghanistan kan terugkeren.
Fereshta kon in Afghanistan nog naar school, maar dat is nu dus niet meer mogelijk. ‘Ik kan me nauwelijks voorstellen hoe mijn leven daar er nu uit zou zien. Het zou een nachtmerrie zijn.’
Ze vreest ook dat de wereld de situatie daar vergeet: ‘Niemand praat er meer over. Het is niet meer belangrijk voor de mensen hier.’
Verplichting
Fereshta maakt zich ook zorgen over haar eigen toekomst. Ze woont nog thuis en terwijl veel van haar leeftijdsgenoten zich na de les vermaken in kroegen en clubs, gaat zij liever naar huis om tijd met haar moeder door te brengen. Ze voelt een sterke verplichting tegenover haar, een gevoel dat diep geworteld is in de Afghaanse cultuur. ‘Ze heeft voor ons geleden. Ze heeft zoveel risico’s genomen om ons hier naartoe te krijgen.’
‘Die wederzijdse afhankelijkheid komt door onze ervaringen, maar ik wil ook een dieper contact met haar dan alleen af en toe samen eten.’ Tegelijkertijd wil ze ook weten hoe het is om onafhankelijk te zijn. Fereshta overweegt een masteropleiding te gaan doen, misschien zelfs in een ander land, maar ze vindt het lastig om haar ambities en haar verantwoordelijkheden tegen elkaar af te wegen. ‘Het is een moeilijke situatie.’
Je kunt je hier kwetsbaar opstellen en je kunt om hulp vragen
Ze is onder de indruk van hoe welwillend en hulpvaardig de universiteit zich al deze tijd toont. ‘Onderwijsinstellingen hier zijn heel begripvol, vind ik. Je kunt je kwetsbaar opstellen en je kunt om hulp vragen.’
Buiten de universiteit heeft ze steun gevonden bij UAF, de oudste vluchtelingenorganisatie van Nederland, die tijdens haar studie onschatbare begeleiding heeft geboden. Toen Fereshta zich geen laptop kon veroorloven om haar opleiding voort te zetten, bood het UAF haar een lening aan. ‘Ik moest een paar maanden werken om het benodigde geld te verdienen, maar zij losten het probleem gewoon voor me op.’
Verantwoordelijk
Het duurde echter lang voordat Fereshta wist waar ze aan kon kloppen. ‘Ik vraag me soms af waarom ik niet eerder contact heb gezocht. Ze hadden mijn leven zoveel makkelijker kunnen maken. Maar ik dacht dat dit nou eenmaal het leven was. Ik dacht dat ik voor alles verantwoordelijk was, dat ik alles zelf moest regelen.’
Misschien komt het door haar leven in Turkije, dekt ze, waar haar familie op zichzelf was aangewezen. Of door de nogal starre mentaliteit van haar school in Afghanistan.
‘Ik kan me niet voorstellen dat ik naar mijn middelbare school zou gaan en ze zou zeggen dat ik een burn-out had. Of dat ik met onvoorziene omstandigheden te maken zou krijgen en zou vragen of ik meer tijd zou kunnen krijgen. Je hebt twaalf jaar. Als je slaagt, slaag je. Zo niet, dan niet.’
Nu realiseert ze zich dat ze niet alleen verantwoordelijk was voor haar situatie. ‘Het zijn omstandigheden waar ik niet eens voor gekozen heb. Als je in Nederland een probleem hebt, zelfs een heel klein probleem, is er altijd iemand verantwoordelijk en bereid om te helpen. Dus lijd niet in stilte, maar zoek hulp!’
Het UAF
Het UAF is opgericht in 1948 en behartigt de belangen van gevluchte studenten en professionals. Het biedt advies, begeleiding en financiële hulp bij studie en werk, met als doel hun integratie op de Nederlandse arbeidsmarkt te bevorderen.