Universiteit
Nasser Kalantar Foto Reyer Boxem

Kennisembargo heeft een prijs

‘Grondrechten moet je nooit weggeven’

Nasser Kalantar Foto Reyer Boxem
Ja, we moeten onze kennis beschermen, vindt hoogleraar experimentele kernfysica en kernenergie Nasser Kalantar. Maar in de huidige discussie rond kennisveiligheid ligt discriminatie en stigmatisering op de loer, waarschuwt hij.
7 maart om 11:04 uur.
Laatst gewijzigd op 7 maart 2023
om 17:01 uur.
maart 7 at 11:04 AM.
Last modified on maart 7, 2023
at 17:01 PM.
Avatar foto

Door Christien Boomsma

7 maart om 11:04 uur.
Laatst gewijzigd op 7 maart 2023
om 17:01 uur.
Avatar foto

By Christien Boomsma

maart 7 at 11:04 AM.
Last modified on maart 7, 2023
at 17:01 PM.
Avatar foto

Christien Boomsma

Christien is sinds 2016 achtergrondcoördinator bij UKrant. Ze plant de achtergrondverhalen en begeleidt de auteurs. Bij haar eigen verhalen ligt de focus op wetenschap en academisch leven. Daarnaast schrijft ze veel over onderwerpen als sociale veiligheid en maakt ze graag persoonlijke interviews. In haar vrije tijd schrijft ze jeugdboeken en geeft schrijftrainingen.

Hij weet nog hoe blij hij was, elf jaar geleden. Na drie rechtszaken in drie jaar tijd had de Hoge Raad definitief uitspraak gedaan in het proces van Nasser Kalantar en twee medestanders tegen de Staat der Nederlanden. En het hoogste rechtsorgaan wond er geen doekjes om. De Sanctieregeling Iran, die Iraniërs uitsloot van toegang tot nucleaire kennis, was ongrondwettelijk en moest van tafel.

‘Het was zó sterk’, zegt Kalantar nu. ‘Ik dacht: wauw, dit is waar het om gaat. Eigenlijk zei de Hoge Raad dat we onze grondrechten steeds weer als ijkpunt naast ons moesten leggen. En onszelf steeds afvragen: doe ik het goed? Iedere dag weer.’

Waakzaamheid

Kalantar was (en is) hoogleraar kernfysica en kernenergie aan de RUG, en woonde al vele jaren in Nederland toen de Verenigde Naties in 2009 resolutie 1737 aannamen. Lidstaten werden hierin opgeroepen om ‘waakzaamheid’ te betrachten bij het onderwijzen van gevoelige kennis aan Iraniërs, bijvoorbeeld op het gebied van nucleaire wetenschap. 

Je bent automatisch verdacht, dat is discriminatie

Nederland besloot daarop alle Iraniërs uit te sluiten van diverse studierichtingen in techniek en natuurkunde. Ook mochten ze niet meer op vijf locaties op het gebied van kernfysica komen, waaronder de kerncentrale in Petten. 

Kalantar, die zijn Iraanse paspoort niet kan inleveren, vond dat dat verschrikkelijk. Niet alleen hij, maar tienduizenden mede-Iraniërs werden uitgesloten op basis van hun afkomst. ‘Je bent automatisch verdacht. Dat is discriminatie.’

Grondwet

Gelukkig waren de Nederlandse rechters het roerend met hem eens. Ook in hoger beroep. Ook bij de Hoge Raad. ‘In het vonnis staat – en dat zijn mijn woorden – dat de regering zich niet kon beroepen op de VN. Als een VN-resolutie tegen de Nederlandse grondwet en grondrechten ingaat, dan mag de staat die naast zich neerleggen.’

Morgen kan iemand anders de vijand zijn

De laatste weken denkt hij regelmatig terug aan die uitspraak uit 2012. Want de discussie van toen – hoe beschermen we onze kennis tegen onze vijanden – is plotseling weer razend actueel. De sancties tegen Iran en Noord-Korea zijn weer uit de kast getrokken, ASML mag geen chipmachines meer verkopen aan China. Tegelijk moeten universiteiten plotseling inventariseren binnen welke vakgroepen gevoelige kennis wordt gegenereerd en worden nieuwe medewerkers uit landen als China of Rusland regelmatig gescreend, om te voorkomen dat spionnen er met onze kennis vandoor gaan.

Maar, waarschuwt Kalantar, hierbij ligt discriminatie op de loer. Opnieuw lopen we het risico om hele bevolkingsgroepen uit te sluiten en te stigmatiseren, en grondrechten van burgers in de uitverkoop te gooien. ‘Ik zeg niet dat we onze kennis niet moeten beschermen. Ik zeg wel dat je goed moet nadenken over hoe je dat doet.’

Nasser Kalantar: ‘Ik zeg niet dat we onze kennis niet moeten beschermen. Ik zeg wel dat je goed moet nadenken over hoe je dat doet.’ Foto Reyer Boxem

Spion

Het ontbreekt aan samenhangend beleid en visie, vindt hij. Te gemakkelijk gaan we ervan uit dat mensen uit een bepaald land de ‘vijand’ zijn. ‘Maar die dingen veranderen. Morgen kan iemand anders de vijand zijn. Een spion heeft geen nationaliteit.’

Nog maar een paar jaar geleden waren de Russen geen enkel probleem. Samenwerking met China werd krachtig gestimuleerd. De RUG had zelfs bijna een zustercampus geopend in het Chinese Yantai. ‘Maar straks moeten we misschien onze kennis tegen Israël beschermen’, zegt Kalantar. ‘Of tegen de VS.’

Hoe moet het dan wel? 

Kalantar aarzelt geen moment. Deze vraag heeft hij immers al jaren geleden gesteld en beantwoord. ‘Het begint door vast te stellen wat nu eigenlijk gevoelige informatie is’, zegt hij. Weliswaar inventariseren de universiteiten op dit ogenblik welk onderzoek ze in huis hebben dat tot militaire toepassingen kan leiden – dual use – maar dat leidt nu al tot willekeur. ‘Een groep die hier wel op de lijst staat, staat er in Delft bijvoorbeeld niet op.’ 

AIVD

‘Opnieuw’, benadrukt Kalantar, ‘dát we informatie beschermen is prima.’ Maar hij mist de objectiviteit. Niet universiteiten zouden moeten beoordelen wat gevoelig is – zij vragen dat weer aan de faculteiten, die dat weer vragen aan de diverse onderzoeksdirecteuren. ‘Zoiets zou landelijk moeten gebeuren, in de vorm  van een nationale commissie van experts, waaraan ook de AIVD en de MIVD deelnemen. Of zelfs op EU-niveau.’

Ik publiceer alles wat ik doe

Vervolgens moet je vaststellen hoe je het gaat aanpakken. En dat is een serieuze vraag, want jarenlang hebben universiteiten gepleit voor open science. ‘Mijn collegezaal is ook open’, zegt Kalantar, wiens eigen groep overigens niet op de lijst staat. ‘En ik publiceer alles wat ik doe.’

Maar moeten we dan voor bepaalde colleges ineens de toegang beperken? Hoe dan? En voor wie? ‘Moeten we eigenlijk wel colleges willen geven over bepaalde takken van wetenschap als die kennis zo gevoelig is? Misschien is het beter om zoiets aan het ministerie van Defensie over te laten.’

Kwaadwillend

De sleutel, zegt Kalantar, is dat je niet een muur bouwt rond de mensen die misschien wel, of misschien niet kwaadwillend zijn – bijvoorbeeld door ze niet aan te nemen. In plaats daarvan scherm je de kennis af. En vervolgens screen je álle mensen die je toegang geeft. Ook Nederlanders.

Precies dat was de oplossing die hij en zijn mede-klagers aandroegen in 2009 en waarin de rechter meeging in 2012. Iedereen die tegenwoordig de kerncentrale in Petten wil bezoeken moet daartoe een verzoek indienen en krijgt binnen een week of drie te horen of hij welkom is.

Het gemak waarmee nu toch weer naar bepaalde landen gewezen wordt, baart hem zorgen. Woorden doen er immers toe. ‘Twee jaar geleden nog zei minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok weer zoiets: “We hebben een probleem uit de hoek van de Iraniërs.” Onze advocaat heeft meteen een brief gestuurd: zoiets kun je dus niet zeggen!’ 

Bloks excuusbrief aan Kalantar en de zijnen kwam snel: zijn uitspraak was niet zo bedoeld. Maar een correctie bleef ook uit. En dat soort stigmatiserend taalgebruik kan grote gevolgen hebben.

Bespuugd

‘Het probleem is dat mensen zelf keuzes gaan maken’, zegt Kalantar. Wanneer corona de schuld is van ‘de Chinezen’ worden Chinese mensen bespuugd op straat. Wanneer we een probleem hebben met ‘de Iraniërs’, belandt de aanvraag voor bijvoorbeeld een PhD-plek al snel in de prullenbak. Niet omdat je kwaadwillend bent, maar omdat je je best wilt doen. ‘Discriminatie is moeilijk te bewijzen, maar als je naar het collectief kijkt, dan zie je het gebeuren.’

Het is makkelijker om die Chinese jongen niet aan te nemen

Op de universiteit zullen medewerkers niet zo snel bespuugd worden, zegt Kalantar. Maar dat wil niet zeggen dat er geen discriminatie plaatsvindt. Het is al genoeg als een groepsleider die iemand wil aannemen wordt gevraagd: weet je zeker dat die persoon wel van een goede universiteit komt? Laten we even de lijst erbij pakken! Er is een instantie die dat voor je kan nagaan… ‘Dat is al zo veel gedoe. En dan zeg je: moet ik die Chinese jongen aannemen? Dan is het makkelijker om dat niet te doen.’

En dan moet je je afvragen of dat het allemaal waard is. Of het aantasten van de grondrechten van mensen het doel bereikt. Want ook daarover heeft Kalantar twijfels. ‘De wetten en regels moeten noodzakelijk, doelmatig en effectief, en proportioneel zijn’, betoogt hij. Maar de embargo’s tegen Noord-Korea hebben niet geholpen. Ook Iran schijnt volgens de berichtgeving in de media dicht bij een werkend kernwapen te zijn. ‘Misschien hebben we de ontwikkeling vijf jaar vertraagd. Was dat het waard om mensenrechten te negeren?’

Het gaat erom dat we een visie hebben. ‘Het beschermen van onze waarden en grondrechten kost tijd en moeite’, zegt Kalantar. ‘Het kost ellende en rechtszaken. Maar we moeten nooit, nooit onze grondrechten weggeven. Dat is uiteindelijk waar het om gaat.’

Engels