‘Beleid rond emeriti is te rigide’
Langzaam afscheid nemen
De toegangspas van Betty Meyboom was al geblokkeerd voordat ze er erg in had. En toen Catrinus Jepma na zijn emeritaat door wilde bij de RUG, kreeg ook hij nul op het rekest. ‘De decaan van de faculteit economie wilde niet langer van mijn diensten gebruik maken: dat was het beleid.’
Zoals het nu is, laat de RUG kansen liggen, meent hoogleraar economische geografie Henk Folmer. ‘Het cvb schuift, vaak tegen de wens van het faculteitsbestuur in, gemotiveerde en ervaren docenten en onderzoekers van de ene op de andere dag als nutteloze afdankertjes de deur uit.’
Folmer kreeg op zijn zesenzestigste nog een aanbod om RUG-promovendi te begeleiden. En dat deed hij jarenlang tot volle tevredenheid van zijn decaan, zegt hij. Maar hij moest er onmiddellijk mee stoppen toen het collegebestuur erachter kwam.
‘Het leek op oplichterij, zeiden ze.’ Folmer was inmiddels al boven de zeventig, en dan mag je volgens de regels geen promovendi meer begeleiden. Op eigen aandringen kon hij zijn laatste promovendi nog helpen, maar daarna hield het op.
Goedkoper
Onterecht, vindt hij. Er is immers een hoge werkdruk en emeriti kunnen die verlichten. Bovendien kreeg Folmer alleen een onkostenvergoeding en is hij daarmee veel goedkoper dan een gewone hoogleraar.
Er zijn dus wel mogelijkheden voor emeriti om aan de RUG verbonden te blijven, maar dat gaat niet zomaar, zeker niet als dat over loondienst gaat. En als dat al lukt, dan is het ook nog eens voor maximaal vijf jaar, legt RUG-woordvoerder Anja Hulshof uit.
‘Als er nog geen opvolging is voor een positie, of een hoogleraar is erg belangrijk voor zijn vakgebied, dan kan er nog wel een tijdelijk dienstverband volgen. De decanen staan daar ook allemaal achter.’
Een verlenging van het hoogleraarschap moet altijd via het college van bestuur, aldus Hulshof. Daar zijn duidelijke richtlijnen voor, gebaseerd op landelijke universitaire regelgeving.
Flexplek
Eén van de hoogleraren die na zijn pensioen een aanstelling kreeg, is biochemicus Henk Kauffman. Hij had al voor zijn emeritaat laten doorschemeren nog wel door te willen. En enkele maanden na zijn pensioen, in augustus 2004, werd hij nog vijf jaar fulltime coördinator internationalisering bij het UMCG. Twee dagen waren betaald, de rest kwam van zijn pensioenuitkering.
Het is ook een kunst om netjes afscheid te nemen
RUG-woordvoerder Anja Hulshof
De 77-jarige hoogleraar in de milieukunde Ton Schoot Uiterkamp kreeg ook officieel toestemming van de decaan om te blijven werken, zegt hij. Tot tenminste januari 2024. Zijn oude kamer heeft hij niet meer. Daar zitten promovendi. Hij werkt op een flexplek, en dat vindt hij prima. ‘Zo gaat dat nu eenmaal.’
‘Of zo’n verzoek aangenomen wordt, hangt natuurlijk niet alleen af van de ruimte in het personeelsbestand maar ook van de relaties binnen de eigen groep’, zegt Hulshof. ‘Of je goed overweg kunt met je opvolger, bijvoorbeeld. Er zijn situaties bekend waarin dat natuurlijk wat minder is. Het is ook een kunst om netjes afscheid te nemen.’
Elders
Historica Anneke Mulder-Bakker (81) zocht haar heil elders. ‘Dat ik er in Groningen per se uit moest, vond ik niet zo erg,’ zegt ze, ‘Maar ik was nog wel op zoek naar steun bij het opzetten van onderzoeksgroepen. Dat is wat ik in Leiden wel kreeg.’ Ze kon daar voor vier jaar als gastonderzoeker aan de slag.
Leiden doet wel meer anders. Die universiteit geeft emeriti voor de rest van hun leven toegang tot hun e-mailadres, digitale en fysieke toegang tot de UB en zelfs toegang tot ICT-werkplekken. In Groningen moet je dat aanvragen.
University Maastricht is juist strenger. Op de dag van hun pensioen raakten de emeriti niet alleen hun e-mailadres kwijt, hun wetenschappelijke publicaties werden ook nog van de website gehaald. Een eindgesprek was niet eens standaard. ‘Velen ervaren het als kwetsend, een klap in je gezicht,’ concludeerde UM-hoogleraar Aagje Swinnen na onderzoek onder emeriti in 2017.
Duidelijkheid
Als het faculteitsbestuur het ziet zitten, kan er extra een dienstverband komen. Maar het verschilt hoe dat uitpakt, zegt decaan Peter Verhoef van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde. Sommige emeriti vinden het wel prima om te stoppen, en willen vooral toegang houden tot faciliteiten als e-mail en toegang tot de UB, zegt Verhoef. ‘Dat kan altijd geregeld worden door een formulier in te vullen.’
Ze zijn wel human capital waar je niet zomaar afscheid van hoeft te nemen
Peter Verhoef, decaan FSE
Anderen willen meer, zoals een kamer. ‘Dan wordt meestal wel gevraagd of je nog wat kunt doen voor de vakgroep’, vertelt Verhoef. ‘Vaak blijven ze dan nog wat onderzoek doen, maar daar heb je eigenlijk geen aanstelling voor nodig.’ Als hij een aanstelling geeft, dan zit daar wel een onderwijscomponent in, maar veel is dat niet, zegt hij. ‘0,1 of 0,2 FTE.’
Na vijf jaar houdt de loonbetaling in elk geval op. ‘Dat is om duidelijkheid te creëren,’ zegt Hulshof, ‘Om doorstroming van nieuwe mensen te faciliteren en ter voorkoming van precedentwerking.’
Daarna is er nog maar één smaak: doorgaan op vrijwillige basis. Of je gaat nog verder weg.
Amerika
Naar Kauffman werd al voor zijn pensioen gehengeld om zijn werk in Amerika voort te zetten. Daar denken ze namelijk anders over pensioen. Sterker: het woord pensioen is taboe, merkte Schoot Uiterkamp toen hij in de VS zat en vroeg hoe retirement daar werkte. ‘Als ik in het openbaar mijn broek had uitgedaan, had ik niet meer opzien kunnen baren. Pensioen wordt gezien als leeftijdsdiscriminatie.’ Kauffman ging niet. ‘Tegen die tijd voelde ik daar niet zoveel meer voor.’
Verhoef vraagt zich ook af of dat wel zo’n geweldig systeem is. ‘Ik heb mensen meegemaakt op een congres die in de tachtig waren, en dan denk je: Is dit nog wel verstandig? Waarom gaan deze mensen nog zolang door?’
Aan de andere kant: Je kunt je ook afvragen of 67 jaar de juiste pensioenleeftijd is, vindt hij. ‘Wat mij opvalt is dat veel emeriti die met pensioen gaan, nog best vitaal zijn. Dat is echt anders dan twintig of dertig jaar geleden.’ Als het aan hem ligt, hoeft ook niet iedereen zomaar te verdwijnen. ‘Ik wil ruimte voor zeer actieve mensen blijven bieden. Ze zijn wel human capital waar je niet zomaar afscheid van hoeft te nemen.’
Demotie
Is er dan geen middenweg? Kunnen medewerkers het werk niet langzaam afbouwen, zónder vaste pensioendatum? vraagt hoogleraar economische geografie Henk Folmer zich af. ‘Als de pensionaris door wil gaan en de faculteit ziet er iets in, geef hem dan ook de mogelijkheid om dat te doen. Als één van de partijen zegt “Het lukt niet meer”, dan stop je ermee.’
Naast een promotiebeleid aan het begin van je carrière, zou er ook ruimte moeten zijn voor een demotiebeleid
Jan Oosterhaven, emeritus hoogleraar
Jan Oosterhaven, emeritus hoogleraar algemene economie, komt met een soortgelijke oplossing. ‘Naast een promotiebeleid aan het begin van je carrière, zou er ook ruimte moeten zijn voor een demotiebeleid.’ Dat had hij ook voor zichzelf uitgestippeld. ‘Ik had mijn eigen aanstelling verlengd uit projectgeld. Maar eigenlijk zou er beleid moeten zijn vanuit de faculteit. Het vereist maatwerk. En daar mist het initiatief.’
De HR-afdeling van de RUG begrijpt de wens van hoogleraren heel goed, laat beleidsmedewerker Grytsje van der Meer in een reactie weten. ‘De een vindt het fijn om een punt achter zijn carrière te zetten, maar een ander wil graag door.’
Toch ziet de afdeling geen reden om het beleid aan te passen. Bij de faculteitsbesturen en het college zal daar ook niet veel aanleiding toe zijn, vermoedt ze. Opties om na emeritaat bij de universiteit betrokken te blijven zijn er al, zegt ze. En al is het misschien de wens van de hoogleraar om door te willen, ‘de behoefte om op contract werkzaam te blijven, moet van beide partijen komen.’
Hoezo, pensioen
Uit de serie ‘Deze emeriti blijven maar doorgaan’