Opinie: Pleidooi voor het hoorcollege
Docenten rechten schrijven open brief
Opinie: Pleidooi voor het hoorcollege
Op 31 maart 2021 verscheen in UKrant een interview met de rector magnificus onder de kop ‘Wat staat ons te wachten in het nieuwe jaar?’ Het is begrijpelijk dat het antwoord op die vraag met de nodige onzekerheid omkleed is.
Wat voor de rector echter al wel lijkt vast te staan, is dat het hoorcollege volgend jaar alleen online mag plaatsvinden. Haar opmerkingen over deze onderwijsvorm, ook in dat nog onzekere maar zich al heel snel aandienende volgend academisch jaar, nopen ons tot een krachtig tegengeluid.
Al de nodige tijd wordt in kringen van het college van bestuur met enig dedain over het hoorcollege gesproken. Dat zou maar een ouderwetse, passieve vorm van ‘eenrichtingsonderwijs’ zijn, waarbij een docent tweemaal drie kwartier een enorme hoeveelheid informatie over de studenten uitstort – zonder enige (inter)actie. Studenten zouden er al helemaal niet (meer) op zitten te wachten.
Dat zijn twee verkeerde aannames. Om met die laatste te beginnen: het is onjuist ‘studenten’ als een amorfe massa te beschouwen, waarbinnen elke student precies hetzelfde vindt. De ene zal minder prijs stellen op hoorcolleges in een grote zaal, voor de ander kun je er niet genoeg geven.
Veel Docenten van het Jaar zijn met name gelauwerd om hun sprekerskwaliteiten. Dat hangt ook samen met de eerste onjuiste aanname: hoorcolleges zijn allang niet meer dat ‘passieve eenrichtingsverkeer’, waarin bij wijze van spreken een boek wordt voorgelezen. Hoorcolleges worden steeds interactiever. Waar de rector, overigens vrij dwingend, zegt: ‘Docenten moeten de diepte in en actief discussiëren met hun studenten,’ doen wij dat al lang. In – onder meer – hoorcolleges.
Hoorcolleges zijn allang niet meer dat ‘passieve eenrichtingsverkeer’
Volgens de rector kan dat ook allemaal prima online. Volgens ons kan dat niet en voor die stelling kunnen wij rijkelijk putten uit onze ervaringen van het afgelopen jaar. Als er nu een passieve onderwijsvorm is, dan is het wel het online hoorcollege. Het is nu eenmaal veel lastiger om via een scherm en een (soms haperende) internetverbinding contact tussen docent en student te leggen. Het mooie van een hoorcollege – een inspirerende docent die actief kennis overbrengt, inzichten deelt en met studenten discussieert – gaat verloren.
Een goed hoorcollege vraagt om interactie, gezichtsuitdrukkingen en gedeelde blikken. Als docenten hebben wij ervaren dat online doceren eigenlijk geen college geven is, maar praten tegen een scherm. Dat is voor ons weinig inspirerend en dat merken de studenten aan de andere kant van dat scherm goed op, waardoor er (nog) meer afhaken en zo kom je in een neerwaartse spiraal terecht.
Het komt ons voor dat het college van bestuur een soort utopie voor zich ziet met alleen nog werkcolleges – verrijkt met allerhande technieken en snufjes – voor maximaal dertig studenten, die elke keer allemaal heel enthousiast meedoen.
Waar mogelijk wordt dat meer kleinschalige onderwijs al gerealiseerd. Het probleem bij in ieder geval onze faculteit is: het is in veel gevallen niet mogelijk. Met een student-stafratio van bijna 50:1 is veel van ons onderwijs ‘slechts’ in hoorcollegevorm georganiseerd.
Het lijkt alsof het college van bestuur een soort utopie voor zich ziet met alleen nog werkcolleges
Vakken waar 750 studenten zich voor inschrijven en die nu worden aangeboden in de vorm van twee hoorcolleges per week, laten zich niet omvormen tot vakken met 25 werkgroepen. Daarvoor ontbreekt het aan docenten (ook na de extra Ruggesteun), zaalruimte en bovenal: noodzaak. Het is ook nergens voor nodig, zolang de student tijdens het hoorcollege voldoende wordt geactiveerd – zoals allang praktijk is. Bovendien lijkt de inrichting van het onderwijs ons een zaak voor de faculteiten.
Zeker (voor) volgend academisch jaar vallen al die plannen niet te realiseren. Ook niet met de goedbedoelde ideeën van meer student-assistenten, ‘technische ondersteuning’ en meer docenten (alsof je daar zomaar een blik van opentrekt). Dat kun je eenvoudigweg niet vragen van docenten die na een zeer inspannend, bijzonder jaar hors catégorie aan het einde van hun Latijn beginnen te raken (of daar al zijn).
Wij zullen ook volgend jaar weer voornamelijk met hoorcolleges werken. Als de samenleving straks beetje bij beetje weer opent, denk aan winkels, terrassen, bioscopen et cetera, is het aan studenten en docenten onverkoopbaar dat zij nog steeds niet, ook niet in beperkte mate, van een hoorcollegezaal gebruik mogen maken.
Als het college van bestuur voorschrijft dat hoorcolleges alleen online en dus ook niet hybride mogen worden aangeboden, zal een groot deel van onze studenten en docenten ook volgend jaar weer voornamelijk of alleen maar thuis studeren en werken. Een ontluisterend besef.
De hieronder vermelde personen zijn allen als docent verbonden aan (verschillende vakgroepen van) de Faculteit Rechtsgeleerdheid. Zij ondertekenen op persoonlijke titel:
mr. L. Bos
prof.mr. F. Brandsma
prof.dr.ir. A.G. Bregman
mr. R.E. Brinkman
mr. A.A. van Dijk
mr. J.J. Dijkstra
mr. J.H.H.M. Dorscheidt
mr. S.S.Y. Engelen
mr. T.P.C. Geertsema
prof.mr. K.J. de Graaf
mr. E. Gritter
mr. J.H.M. ter Haar
mr. N. Haasjes
dr. A.G. Hallo de Wolf
mr. H. Halma
mr. H.F.K. Harms
mr. M.M.E. Hesselman
prof.mr. H.G. Hoogers
mr. A.J.J. de Hoogh
mr. N.G. Hoogstra
prof.mr. B. Hoops
mr. S.R. Huisman
prof.mr. F. Ibili
mr. C.E. de Jager
prof.mr. J.E. Jansen
mr. A. Karapetian
mr. G. Karapetian
mr. P. Koerts
prof.mr. A. Kolder
mr. T. van der Linden
prof.mr. K.K. Lindenberg
mr. C.F. Manders
prof.mr. A.I.M. van Mierlo
mr. N. Mirzojan
prof.mr. S.A.J. Munneke
prof.mr. F.T. Oldenhuis
mr. G.R. Oldenhuis
prof.mr. C.M.D.S. Pavillon
prof.mr. S.S.M. Peters
mr. M. van der Plas
prof.mr. Ranchordas
prof.mr. J.W.A. Rheinfeld
mr. C.P. Robben
mr. B. Schmitz
mr. L.B.A. Tigelaar
prof.mr. B.C.A. Toebes
prof.dr. A. Tollenaar
prof.mr. H.D. Tolsma
mr. G.A. Tuinstra
mr. S.N. de Valk
mr. F.M.M.P. van de Venne
prof.mr. A.J. Verheij
prof.mr. L.C.A. Verstappen
prof.mr. F.M.J. Verstijlen
mr. I. Visser
prof.dr. G.J. Vonk
prof.mr. P.C. Westerman
dr.mr. M. Wever
dr. P. de Winter
prof.dr. E. Woerdman
dr.mr. M.J.F. van der Wolf
prof.mr. H.D. Wolswijk