Cvb dwingt rechten mee te doen aan beurspromovendi
‘Faculteit wordt in feite afgestraft’
Cvb dwingt rechten mee te doen aan beurspromovendi
Om het leed te verzachten, stelt het faculteitsbestuur voor om de beurspromovendi na hun vier promotiejaren voor tenminste een jaar in dienst te nemen als docent. Dit geldt ook voor de huidige promovendi. De faculteitsraad praat vrijdag over het voorstel.
Bijna een jaar geleden besloot de faculteit om deelname aan het landelijke Experiment Promotieonderwijs te staken en naar alternatieven te zoeken, nadat boze beurspromovendi in een manifest hun onvrede hadden geuit.
Minder betaald
Beurspromovendi krijgen minder betaald dan promovendi met een werknemerscontract. Verder bouwen ze geen pensioen op, krijgen ze geen vakantiegeld of dertiende maand en ze kunnen geen beroep doen op zaken als de laptopregeling. En dat terwijl ze hetzelfde werk doen als promovendi met een dienstverband.
En dan zijn er nog ‘de sufste dingen’ die laten zien dat ze niet voor vol worden aangezien, zegt beurspromovendus Jitske Sijbrandij. Dat bijvoorbeeld iedereen op haar werk een bedankje kreeg voor het werk tijdens corona, behalve de bursalen. ‘Naast dat je onderbetaald wordt, krijg je ook het gevoel dat je er net niet helemaal bij hoort.’
Geldkraan dicht
Maar nu wil de faculteit misschien toch weer beurspromovendi aannemen, ‘doordat het college van bestuur het besluit heeft genomen om de centrale co-financiering van promotieplaatsen vanuit het Ubbo Emmiusprogramma enkel nog ter beschikking van de faculteit te stellen, indien zij participeert in het promotiestudentenstelsel’, schrijft het faculteitsbestuur in een memo aan de faculteitsraad.
Blijft een faculteit weigeren, dan draait het dus op voor de volledige kosten van een promovendus. Voor rechten betekent dat dat er dan nog slechts geld is voor iets meer dan twee werknemerpromovendi, in plaats van negen bursalen. Dat zou onder meer de researchmaster minder aantrekkelijk maken, wanneer er daarna amper uitzicht op een promotieplek is.
Beurspromovendus bij rechten Wybrand van der Meulen is teleurgesteld. Hij kon het juist ‘heel erg waarderen’ dat zijn faculteitsbestuur pas op de plaats maakte en ging nadenken over het systeem. ‘In feite wordt dat nu afgestraft.’
Bezwaren
Het faculteitsbestuur stelt dat de bezwaren nog steeds ‘valide’ zijn en heeft ‘zich bezonnen hoe aan deze bezwaren tegemoet kan worden gekomen’, zo schrijft het in het voorstel aan de raad. ‘Maar het strakke keurslijf van het experiment maakt dit niet makkelijk.’
Promovendi vormen een kweekvijver voor nieuwe docenten, schrijft het faculteitsbestuur in het voorstel. Dat was ook een zeer zwaarwegend argument voor, aldus decaan Wilbert Kolkman. Vandaar ook het aanbod van een extra jaar, waarin gepromoveerden officieel als docent aan de slag kunnen en daarnaast onderzoeksvoorstellen kunnen schrijven.
Tegelijkertijd moet overal in de faculteit duidelijk worden dat beurspromovendi geen onderwijs hoeven te geven. ‘Verwachtingsmanagement’, noemt Kolkman dat. ‘Het moet heel duidelijk zijn, vanaf het begin van het traject, hoe het zit. En niet alleen bij studenten, ook bij de begeleider en het vakgroepbestuur.’
Andere eisen
Van der Meulen wist bij aanvang dat er andere eisen aan hem werden gesteld. Dat hij nee kon zeggen tegen onderwijs geven. Dat heeft hij ook wel eens gedaan en dat werd ook geaccepteerd. Maar hij merkt dat beurspromovendi nog steeds worden meegerekend bij het verdelen van onderwijstaken. Logisch ook, zegt hij. ‘Lesgeven is een wezenlijk onderdeel van promoveren.’
Hij had verwacht dat hij voor dat lesgeven een aparte aanstelling zou krijgen, als student-assistent. Maar dat kon niet, om belastingtechnische redenen. ‘Maar het is toch een experiment? Experimenteer daar dan ook mee.’
Die kweekvijver is bovendien een drogreden, zegt faculteitsraadslid Matthijs van Wolferen. ‘Het hele systeem is al overbelast. We produceren al veel meer promovendi dan dat er plek voor is. Het is echt niet zo dat als je promoveert er standaard een baan is.’
Ingewikkeld proces
Wie die baan niet vindt, komt vervolgens in een ingewikkeld proces bij het UWV, weet Sijbrandij. ‘Onze gegevens staan niet juist in het systeem. We moeten daarom eerst een correctieverzoek indienen.’ Dat is al redelijk ingewikkeld, maar het duurt ook nog eens erg lang, zegt ze.
Als het in de raad tot een stemming komt, gaat Van Wolferen tegenstemmen, zegt hij. ‘Dan maar slechts twee plekken. Of dan maar meer geld beschikbaar maken of dan maar zoeken naar externe middelen of wat dan ook. Maar ik snap niet dat we mensen moeten uitbuiten om de researchmaster draaiende te houden.’