Ziek zijn heeft voordelen, ondervond student-columnist Robin Hevinga. Je laten verwennen door thuisthuis, op de bank liggen en de zon zien ondergaan.
‘Er zijn weinig zekerheden in het leven,’ hoor je mensen soms zeggen. Maar dat valt reuze mee, het studentenleven kent genoeg zekerheden. Iedereen die weleens in de Poelestraat is, loopt elke denkbare infectieziekte op die bestaat – zeker in de winter.
Zo voelde ik vorige week na het stappen een venijnig kriebeltje in m’n keel. Ik hield mezelf voor dat het kwam omdat ik tot zes uur ’s ochtends uit volle borst met de muziek had meegeschreeuwd, maar ik wist wel beter. Als laatste redmiddel had ik de dag erna de halfvergane fruitvoorraad van m’n huisgenoot opgegeten. Maar de kleine ramp die me dreigde te overkomen, was niet meer af te wenden. Ik had de griep.
Met hangende pootjes ondernam ik de aftocht naar thuisthuis. Ik gaf niet bepaald een gezonde indruk en de buschauffeur keek me naar mij alsof hij me liever bij de halte had willen laten staan. Gelukkig toonde hij medelijden.
Nog nooit was ik zo blij om in de bus te zitten; zieken willen niets liever dan naar huis.
Ook al ben ik 21, een ziek kind haalt nog steeds het beste in hen naar boven
Eenmaal thuis aangekomen, nestelde ik me op de bank in de woonkamer. Elke half uur vroegen m’n ouders hoe het met me ging. Ze brachten liters thee met honing, maakten groentesoep en stopten me vol met aspirines.
Ook al ben ik nu 21, een ziek kind haalt nog steeds het beste in hen naar boven.
Vanaf de bank was het leven voor een paar dagen heel wazig. Ik kon m’n blik niet helemaal scherp stellen en m’n gedachten waren stroperig.
Tijdens het Zesuurjournaal kreeg ik iets mee over dat Trump Zelensky had uitgescholden. Ik had alleen geen energie om me erover op te winden. Al voor de presentatrice conclusies kon trekken, was ik in slaap gevallen. Heerlijk was het.
Toen ik wakker werd, ging de zon onder. Vanachter de ramen had ik vol zicht op een hemel die langzaam overging van fel blauw naar zacht rood licht. Als je de tijd hebt om te kijken, zie je zoveel.
De laatste dag die ik op de bank doorbracht, was ik eigenlijk al niet meer ziek. Maar ik kon het nog niet loslaten. Het deed me denken aan vroeger.
ROBIN HEVINGA