Hoezo, kamernood? vraagt student-columnist Bauke van der Kooij zich af. Docenten die vanuit huis lesgeven, zijn namelijk niet op kantoor en dat biedt mogelijkheden.
Het academisch jaar begint weer, en daar horen natuurlijk bepaalde tradities bij: wat speeches, een cortège en natuurlijk een nijpend gebrek aan kamers voor studenten. Kamers die beschikbaar zijn, krijgen talloze reacties, waarbij honderden reacties eerder de norm zijn dan een uitzondering.
Zelf heb ik ook meermaals moeten hospiteren, en ik heb het te doen met alle eerstejaars studenten die dat dit jaar onder nog veel moeilijker omstandigheden moeten doen: jezelf onderscheiden tussen vijf anderen is al lastig, laat staan dat je uit honderden mensen moet bewijzen dat jij de leukste bent.
Het is jammer dat Francien Oomen alleen boeken heeft geschreven over hoe je de brugklas overleeft en is gestopt bij het studentenleven, want een boek over hoe je je eerste studentenjaar overleeft zou zeker een gat in de markt zijn met alle studenten die wanhopig op zoek zijn.
Maar niet getreurd: wat als ik je zeg dat er in Groningen honderden, misschien wel duizenden leegstaan? Het klinkt wat raar en tegenstrijdig, zo veel lege kamers, terwijl er tegelijk een enorm kamertekort is, maar het is echt waar. Zolang het advies van de RUG is om thuis te werken, zijn er in alle gebouwen van de faculteiten honderden lege werkkamers. Zie je een docent vanuit huis college geven: pak zijn kamer. Een docent kan veel, maar niet op twee plekken tegelijk zijn, dus een college vanuit huis staat gelijk aan een werkkamer waar niemand in zit.
Gooi er een matras neer en je eerste kamer is een feit
Zo’n twintig vierkante meter, snel internet en vaak goed belicht – wat wil je als student nog meer? Gooi er een matrasje neer, neem wat pannen mee naar de (weliswaar gedeelde) keuken en je eerste kamer is een feit. Extra pluspunt: vaak kan je gratis koffie krijgen vanuit de koffieautomaten, dus ook daar hoef je het niet voor te laten. Ook valt er genoeg te lezen, hoewel het vaak wel om droge stof gaat. Goed om in slaap te vallen, zullen we maar zeggen.
Het enige nadeel is natuurlijk dat de kans wel aanwezig is dat je ’s morgens vroeg opeens een docent op je kamer hebt staan. Schrik in dat geval niet: breng vooral een kop koffie, bied een luisterend oor en zorg dat de kamer goed is opgeruimd (vergeet niet de planten water te geven), en vermijd vragen over werkdruk, Zoom-meetings en het nakijken van tentamens.
Mocht je via deze weg je kamer vinden en je schuldig voelen dat je geen huur betaalt, dan kun je natuurlijk altijd als bedankje een donatie mijn kant opsturen. En mocht dit alles voor mij dan toch niks opleveren, kan ik nog altijd beginnen aan ‘Hoe overleef ik mijn eerste hospiteeravond’. Succes gegarandeerd.
BAUKE VAN DER KOOIJ