De goedkope koffie, die van 40 cent per kopje, is volgens columnist Bauke van der Kooij gemaakt van nucleair restafval en water uit de Hoornse Plas. Weg ermee, dus.
De RUG gaat over op steeds meer vegetarische en veganistische varianten: heel goed. Toch gaat dat altijd weer gepaard met strijd door mensen die de universiteit te woke vinden of mensen die vinden dat dit al veel eerder had moeten gebeuren. Zelden is er consensus mogelijk, al is er één onderwerp waarover iedereen dezelfde mening lijkt te hebben: de instantkoffiemachines.
Deze koffie (‘koffie’) komt uit ongeveer 15 procent van de apparaten – dit is dus niet de koffie van zestig cent, waarbij je het apparaat hoort malen en kraken om je een lekker drankje aan te bieden.
Het zijn de apparaten van veertig cent, waarbij poeder, gemaakt van nucleair restafval, bij water uit de Hoornse Plas wordt gedaan en je binnen vijftien seconden (toegegeven, daar kan geen barista tegenop) je kokend hete vloeibare depressie opgediend krijgt.
Over depressie gesproken: koffie heet ook een ‘bakkie troost’, maar bij deze koffie moet je juist getroost worden.
En: dat hoeft helemaal niet. Vrijwel alle andere universiteiten hebben alternatieven voor de koffie. Onze universiteit niet, terwijl het logisch lijkt: verwijder de uranium-blauwalg-machines en biedt plantaardige alternatieven aan.
Koffie heet ook een ‘bakkie troost’, maar bij deze koffie moet je juist getroost worden
Voor mensen die geen melk drinken – bijvoorbeeld omdat ze veganistisch of lactose-intolerant zijn (hetgeen bij bepaalde nationaliteiten vaak voorkomt), is het een goede uitkomst. Je kunt mij niet wijsmaken dat de rest van de universiteit liever die vieze instantkoffie van Maas drinkt (‘Maas’ slaat niet alleen op de naam van de koffiemachine, maar ook op de plek waar het water wordt gewonnen) dan een havercappuccino.
Het plantaardig maken van al het eten tijdens evenementen van de RUG is een goede stap. Maar kijkend naar de hoeveelheid koffie die uit die apparaten komt, is inzetten op plantaardige cappuccino’s veel logischer en ook minder controversieel.
Er zijn alleen maar winnaars. In 2019 kwamen in een half jaar uit één instantmachine namelijk meer dan dertigduizend kopjes koffie; de topscorer van de universiteit. Dat is toch is toch heel wat melk(poeder), als je er van uitgaat dat een cappuccino voor twee derde uit zuivel bestaat. Desnoods kun je beginnen met een pilot in een paar gebouwen: denk aan de UB, het Harmoniecomplex, Duisenberg en Nijenborgh.
De kwestie is namelijk urgent. Nog steeds wordt tienduizenden, misschien wel honderdduizenden keren de verkeerde keuze gemaakt. Niet alleen de verkeerde keuze qua milieu, maar ook qua smaak.
Een keuze voor instantkoffie is zowel een keuze tegen een betere wereld als tegen je eigen welzijn. En dat is geen zuivere koffie.
BAUKE VAN DER KOOIJ