Tweede puberteit
‘Je bent bezig met een tweede puberteit’, concludeerde mijn psycholoog vorige week. Na een off-the-record AD(H)D-diagnose van twee huisartsen, twee loopbaanadviseurs en een aantal intimi, besloot ik ‘het traject’ in te gaan.
Het traject verloopt zo: nadat je bij je huisarts aan de bel hebt getrokken, kom je op de wachtlijst. Zo’n tien weken later heb je een intake met een psycholoog en psychiater. De diagnose hangt af hoe je scoort op negen criteria van de DSM; ten minste zes van die negen symptomen dienen “al minstens een halfjaar in een mate die onaangepast is en niet in overeenstemming is met het verstandelijke niveau” te bestaan.
De wijzers slaan op dit moment flink uit naar standje ADHD. Er is alleen één ‘maar’: ik was een verdomd luie puber. Mijn hobby’s bestonden uit uitslapen, eten en bankhangen. Op de conditietest bij gym scoorde ik het laagst mogelijke cijfer. Hyper en brutaal was ik niet – eerder schichtig en strontverlegen.
Als enig kind in een eenoudergezin en vwo-leerling zonder vrienden kon ik het misschien gewoon niet maken om woest te puberen. Eenmaal op kamers had ik een studie en een vriendje die me in het gareel hielden. Maar nu, freelancend vanuit Villa Kakelbont, is de rem eraf.
Nu is ‘verlate puberteit’ geen officiële aandoening volgens de DSM. Een kant-en-klaar behandelplan bestaat niet. Weer thuis gaan wonen voor de nodige opvoeding is er ook niet bij. Volgens de grote mensen heb ik baat bij meer rust, reinheid en regelmaat. Ik had juist bedacht dat ik groots en meeslepend wil leven.
Ik heb ook al bedacht hoe: ik word schrijver. Ik hou gewoon een dagboek bij van mijn tweede puberteit. Daarna kan ik groots en meeslepend gaan leven van de royalty’s en de faam. Nu nog een strenge uitgever zien te vinden.