Het studentenkabinet: ‘We willen verder kijken dan 2025’
5 vragen aan Terence Wagelaar
Het studentenkabinet: ‘We willen verder kijken dan 2025’
Hoe ben je erbij gekomen om dit te gaan doen?
‘Ik deed de minor energy, waar ik veel leerde over duurzame energie. Het was interessant, maar ik dacht ook: waarom wordt dit soort kennis niet meer benut om langetermijnplannen te maken? Het leek mij dat studenten en wetenschappers veel kennis en mogelijkheden hebben om bij te dragen aan grote maatschappelijke problemen.
Toen ik hoorde dat Groningen was uitgekozen om een student-minister van duurzame energie te leveren, was ik meteen enthousiast. Ik zag de oproep verschijnen en heb gesolliciteerd. Toen is het allemaal heel snel gegaan.’
Wat is het doel van het studentenkabinet?
‘Het studentenkabinet bestaat uit studenten van alle universiteiten in Nederland. Samen proberen we een langetermijnvisie neer te zetten die verder gaat dan een regeringstermijn. We willen verder kijken dan 2025, het liefst vijftig jaar vooruit. Daarom hebben we als student-ministers een regeerakkoord gepresenteerd. Zo willen we een alternatief bieden, iets waar tijdens de formatie over kan worden nagedacht.
Daarnaast hopen we dat er een mengeling komt tussen de visie van de overheid en kennisinstituten, zoals de RUG. Er wordt nu te weinig met die kennis gedaan. Het zou mooi zijn als we die twee met elkaar kunnen verweven.’
Jij bent student-minister van duurzame energie. Wat is jouw grote doel?
‘Ik wil producenten en gebruikers meer samen laten werken om een duurzame energietransitie mogelijk te maken. Dit soort problemen kunnen niet worden opgelost door een groep. Je kunt niet zeggen: we moeten meer windmolens neerzetten, want dan hebben we geen energie wanneer het niet waait.
In plaats daarvan moeten we met meerdere partijen om tafel en innovatie gebruiken om oplossingen te bedenken. Ik denk dat universiteiten hieraan kunnen bijdragen. Kijk bijvoorbeeld naar het Groningen Energy and Sustainability Program, dat is een mooi voorbeeld van hoe meerdere faculteiten samenwerken om grote vraagstukken over energie op te lossen.’
Je zegt dat je economische achtergrond je gaat helpen als minister van duurzame energie. Hoe?
‘Bot gezegd: geld is voor veel mensen belangrijk. Ik kan veel problemen bekijken vanuit het idee van kosten-efficiëntie. Je moet wel plannen maken die efficiënt zijn, en waarbij je de kosten zo laag mogelijk kan houden. Ik weet bijvoorbeeld dat er een sterke correlatie is tussen goedkope energie, welvaart en welzijn in een land.’
In jouw plannen verwijs je naar het opslaan van duurzame energie in de vorm van waterstof. Kun je daar iets meer over vertellen?
‘Waterstof is een heel mooi idee, en zou een goed alternatief kunnen zijn voor aardgas of diesel. Maar er zitten ook veel kinken in de kabel. Zo is het moeilijk op te slaan, lastig te distribueren, duur en nog niet efficiënt. Dat zijn problemen die opgelost moeten worden. Ik denk dat innovatie nodig is om dat te doen, en daarvoor kunnen we universiteiten goed gebruiken. Zo kun je zorgen dat we in de toekomst goedkope en duurzame energiebronnen hebben.’