Studeren met dyscalculie
Ze gaat al een half uur eerder weg maar haar dyscalculie zal – in een onbekende omgeving – altijd voor vertraging blijven zorgen. Het zorgt ervoor dat haar planning, de stappen die ze moet nemen om op tijd te komen, steeds weer in de war raakt. Daar kan ze – nog steeds – van balen. ‘Dat je om zoiets te laat komt. Ik leer er mee omgaan, maar het blijft lastig.’
De weg kwijt
De zalen waar ze college heeft voor haar studie toegepaste psychologie, kan ze nu, na een paar weken, wel redelijk vinden. ‘Maar laatst zat ik in een lokaal met twee deuren’, zegt Esmee. ‘Ik stapte een andere deur uit dan normaal en dan ben ik het weer kwijt.’ Ze wist niet meer waar ze was.
Het verbaast haar steeds meer hoe weinig mensen eigenlijk weten wat dyscalculie is. ‘Iets met cijfers, hoor ik vaak’, zegt Esmee. ‘Dat klopt voor een deel wel. Dyscalculie betekent letterlijk niet kunnen berekenen, een hardnekkig probleem bij het aanleren van bepaalde vaardigheden. Vooral bij leren en het oproepen en toepassen van reken- en wiskundekennis.’
Ze kan geen tafels onthouden, heeft moeite met rekenfouten onthouden en moet over de simpelste rekensommetjes langer nadenken. ‘Ik heb nu statistiek en daarvoor moet ik bijvoorbeeld ook gemiddeldes uitrekenen. Daar ben ik lang mee bezig. Bij ieder gemiddelde moet ik steeds opnieuw bedenken hoe ik dat ook alweer deed.’ Ze vergeet, als het ware, de stappen die ze moet nemen om bij het gemiddelde te komen.
Meer dan moeite met cijfers
Dyscalculie in Kenniscafé
Esmee Emmelkamp praat vandaag in het Kenniscafé over haar ervaringen met dyscalculie. Ook praat Femke Kramer met Wied Ruijssenaars, hoogleraar orthopedagogiek die meewerkt aan een langlopend onderzoeksproject naar basisschoolkinderen met leerproblemen. En met Wilfred Hofstetter, medewerker onderwijsadviesbureau Cedin, gespecialiseerd in onderzoek naar en begeleiding van kinderen met rekenproblemen.
Waar? Groninger Forum, 17:00-18:30
Dyscalculie is meer dan ‘moeite met cijfers’. Esmee heeft er vooral last van dat ze eerder opgedane kennis steeds terug moet halen. Dat het niet vanzelf gaat. ‘De rekensommetjes bijvoorbeeld, of de weg vinden.’
Een tijdje geleden deed ze rijexamen. Haar lessen gingen prima en de verschillende handelingen zaten er goed in. ‘Maar vlak voor het examen ben ik op vakantie geweest. Toen ik naast de examinator zat, had ik even geen idee van de stappen die ik moest zetten. Ik wist gewoon niet meer hoe het moest.’
Haar dyscalculie vergt veel van haar. Bij de kassa’s in de winkel, om steeds maar weer uit te rekenen hoe laat ze van huis weg moet om ergens op tijd te zijn, om de juiste trein op het juiste spoor te vinden. Maar je zult het nooit aan haar zien, zegt ze. Haar dyscalculie verbergt ze goed. In de loop der jaren heeft ze zich vaardigheden aangeleerd om er goed mee om te gaan.
Schaamte
Soms bekruipt haar toch een klein beetje schaamte, al ebt dat gevoel snel weer weg. ‘Het voelt soms vervelend om in college steeds de meeste vragen te stellen, al is er voor mij geen enkele reden om dat niet te doen. Het went, ik heb er zolang mee te maken.’ Het is ook niet zo dat ze de colleges niet begrijpt, zegt ze. ‘Het is alleen zo dat ik meer tijd nodig heb om de stappen in mijn hoofd te ordenen.’
Dat geeft niet, zegt ze. ‘Het is te doen allemaal, anders was ik er natuurlijk nooit aan begonnen. Ik schrijf alles stap voor stap op, als een soort van begrijpend lezen. Als ik dan niet meer weet hoe ik een gemiddelde uit moet rekenen, dan zoek ik het gewoon op in mijn aantekeningen. Zo lukt het me tot nu toe altijd.’