Studenten vrezen avondklok: ‘Ik zie al zo weinig mensen’
Studenten vrezen avondklok
‘Ik zie al zo weinig mensen’
‘Een avondklok perkt onze vrijheid disproportioneel in, terwijl het effect ervan gering is’, zegt bedrijfskundestudent Ibrahim A’mema fel. Hij ziet het absoluut niet zitten om dagelijks verplicht binnen te moeten blijven tussen 20 uur ’s avonds en 4 uur ’s ochtends.
Het kabinet overweegt om zo’n avondklok in te voeren om de coronabesmettingen verder omlaag te brengen. De aanvullende maatregel zou vooral ontmoetingen tussen jongeren tegen moeten gaan, want hoewel de besmettingscijfers zich ietwat stabiliseren, blijven ze onder de jeugd hoog.
Ibrahim vindt dat veel te rigoureus. ‘Wetende dat veel studenten dichtbij elkaar wonen in Groningen, is het omzeilen van de avondklok zo gefixt. Het hele effect van de avondklok is dan minimaal, dus wat voor zin heeft het?’
Hele week alleen
Gwendolyn Meuleman heeft wel begrip voor de redenatie van het kabinet. Zij ziet dat niet iedereen zich aan de coronamaatregelen houdt, met name tijdens de huisfeestjes die nog steeds gegeven worden. ‘Het is echt heel erg dom dat mensen dat nog doen. Ik denk dat een avondklok een goede maatregel hiertegen is.’
Toch zou de student technische planologie het erg jammer vinden als de avondklok er komt. ‘Ik denk dat de sociale contacten die mensen hebben heel belangrijk zijn voor hun welzijn. Ik zit de hele week alleen thuis te studeren.’ Alleen op dinsdagavond spreekt Gwendolyn af met wat vriendinnen. ‘Dat is het enige wat er nog voor mij is’, zegt ze, en met een avondklok is zelfs dat niet meer mogelijk.
Kleinere kring
Frieda Frick is net afgestudeerd in neurowetenschappen en psychologie en loopt nu stage in Zuid-Duitsland, waar een avondklok geldt tussen 20 en 5 uur. Zij merkt dat dit er inderdaad voor zorgt dat je sociale kring kleiner wordt. ‘Ik zie alleen nog mijn familie en beste vrienden’, zegt ze.
Hoewel ze het mist om ’s avonds spontaan met vrienden af te spreken, is het volgens haar niet moeilijk om je aan de avondklok te houden. ‘De hoge boetes, het koude winterse weer en de sneeuw zorgen ervoor dat je binnen wilt blijven. Daarnaast zijn bars en sportscholen sowieso gesloten, waardoor er niet veel plekken zijn om naartoe te gaan.’
Blijven logeren
Gwendolyn verwacht ook dat ze wel binnen zal blijven als het verplicht wordt. ‘Voornamelijk vanuit de overweging dat je een boete kan krijgen als je wel over straat gaat.’ Maar ze wil dan wel een manier vinden om in ieder geval eens per week een aantal mensen te zien. ‘Ik zou dan kijken of ik ergens zou kunnen logeren, of dat een afspraak eerder kan beginnen.’
Ibrahim laat zich in ieder geval niet tegenhouden door een avondklok. ‘Als ik een late wandeling maak of met een auto rondrijd, wat voor mij nog de enige vorm van vrijheid is nu, kom ik met niemand in contact en ben ik voor niemand een last. Dan is het erg wrang om dat te verbieden.’