Aan het werk in de supermarkt: ‘Vakkenvullen voelt nu extra nuttig’
Studenten aan het werk in de supermarkt
‘Vakkenvullen voelt nu extra nuttig’
Sinds dinsdagochtend draagt student Nederlands en pedagogische wetenschappen Wytske Schotanus (21) een oranje hesje om winkelende klanten op afstand te houden. Ze werkt midden in de stad, bij de Albert Heijn in de Korenbeurs. De hesjes vindt ze fijn: ‘Soms kwamen mensen de afgelopen dagen net iets te dichtbij. Ik vond het lastig om er wat van te zeggen, dus wachtte ik meestal even met vakkenvullen tot ze weer weg waren.’
Haar werk is de enige reden waarvoor ze de deur uit komt, naast een dagelijkse wandeling met haar vriend. ‘Dat ik dan in de winkel veel mensen tegenkom, maakt het wel lastig. Maar anders zat ik alleen maar thuis. Het werk voelt ook extra nuttig, normaal ben ik ‘gewoon’ vakkenvuller. Politici die een bonus of salarisverhoging voorstellen? Ik zou het niet verkeerd vinden.’
Toch nog wat inkomen
Met de lege schappen valt het de laatste dagen mee, stelt ze. Het wc-papier is nog steeds op, maar de diepvriesvakken zijn weer goed gevuld. ‘Dat was vorige week wel anders. Toen lagen er op een gegeven moment nog maar twee pizza’s.’
Ze is blij dat ze nog een beetje inkomen heeft, in tegenstelling tot andere studenten. ‘Al kan ik maar zes uur per week werken. Scholieren zijn ook vrij en goedkoper, dus die worden nu vaker ingeroosterd.’
Hannah Kloppenburg (19), die ook pedagogische wetenschappen studeert, wijst in de Albert Heijn aan de Brugstraat naar de markering op de grond: ‘Door die lijnen zijn klanten zich bewuster van de anderhalve meter afstand.’ Maar om als caissière bij de zelfscankassa’s klanten te helpen, moet ze soms dichter in de buurt van mensen komen dan geadviseerd wordt.
Ook merkt ze dat mensen nog steeds in groepjes binnenkomen. Supermarktketens gaan daarom nu het aantal klanten in de winkel beperken: maximaal één klant per tien vierkante meter.
Handen wassen
Tussen het scannen door snelt ze geregeld naar de bakkersafdeling, waar een kraan en zeep staan. ‘We proberen zoveel mogelijk onze handen te ontsmetten. Ik maak me nu nog niet zoveel zorgen om aan het werk te gaan, maar ik kan me voorstellen dat dat verandert als de situatie in Groningen erger wordt. Je moet er toch op vertrouwen dat mensen die zich ziek voelen geen boodschappen doen.’
Eigenlijk zou ze nu tentamens hebben, maar die zijn uitgesteld. ‘Helaas stond mijn rooster al vast, dus kan ik ook niet extra werken.’ Tijdens de grote hamsterweek was ze niet aan het werk, ‘maar ik zag de lege schappen wel. Het scheelt dat je hier niet kan komen met de auto, dan wordt er ook minder gehamsterd. Of ik zelf heb meegedaan? Haha, nee hoor!’