Sterke winterverhalen

Even was het winter in Noord-Nederland. De weerdiensten sloegen alarm, Groningers pakten de schaatsen voor de marathon op natuurijs, midden op straat. Wie dit meegemaakt heeft, zal dit nog aan zijn kinderen en kleinkinderen navertellen, aldus weerman Gerrit Hiemstra van de NOS.

Voor mijn nageslacht helaas geen sterke verhalen over hoe oma pootje over de oprit op gleed, want ik was er niet. Maar ongeveer tegelijkertijd was het hier in Boston ook zo ver. Met -14 graden en een aardig laagje sneeuw leek de winter eindelijk begonnen. Dat werd ook tijd, want dierenvrienden begonnen zich al zorgen te maken over te vadsige eekhoorntjes. Zolang er voedsel is, blijven die blijkbaar vrolijk doorvreten, in afwachting van de kou.

Maar nee, ook die ijspret heb ik maar weer mooi gemist, want terwijl er in Groningen op straat werd geschaatst en in Boston het bibberen was begonnen, zat ik in het druilerige, regenachtige Den Haag bij 8 graden. Bij mijn terugkomst was er nog maar een treurig restje sneeuwpop in de tuin van de buren over en werd ik verwelkomd door alweer bedrijvig smikkelende eekhoorntjes.

‘The Great Snow’

Maar toch, de winter schijnt op komst. De eerste sneeuwvlokken zijn alweer gevallen, wat de gemiddelde Bostonian in staat van paraatheid brengt, de herinneringen aan vorig jaar nog vers in het geheugen. Toen werden er binnen zes weken alle mogelijke records gebroken met betrekking tot sneeuwhoogte (3 meter), snelste sneeuwval en langste onafgebroken periode sneeuwdagen. Men heeft het over ‘the Great Snow’, wat even gewichtig klinkt als ‘the Great Depression’. Data in de afgelopen winter worden aangeduid met ‘voor’ en ‘na de sneeuw’. Het lijkt bijna op een soort collectief trauma. Al in september, toen ik na weken zomerhitte voor het eerst weer een lange broek aan had, adviseerde mijn buurman me om op tijd snowboots aan te schaffen. En echte dan, hè? Hij had het vorig jaar op motorlaarzen geprobeerd, niet te doen.

‘Zes weken ingesneeuwd is nog eens iets anders dan twee dagen schaatsen op straat’
Ook weer zoiets wat kinderen later nog aan hun kleinkinderen zullen gaan vertellen. Dat de winkels dicht waren, omdat er geen eten meer kon worden geleverd. Dat menig appartement op de begane grond wekenlang veranderd was in een iglo. Dat sommige kroegen alleen maar open gingen om mensen een warm plekje te bieden waar gedeeld werd wat men nog thuis in de keukenkastjes vond. Zelf waren de cafés allang door hun voorraden heen. Om maar niet te spreken van alle afspraken en planningen die in de soep liepen.

Mooi gemist

Zo draaide het voorjaarsoptreden van mijn kleine buurtkoor uit op een halve ramp, omdat er twee maanden niet gerepeteerd kon worden. Het gebouw was gesloten. Net als alle andere openbare gebouwen. En je had er toch niet kunnen komen, want het openbaar vervoer lag plat. Parkeren mocht je ook nergens, ten laste van een algemene parking ban zodat de sneeuwschuivers tenminste een paar paden konden banen. Wat tot gevolg had dat je je auto toch niet onder de sneeuw terug had kunnen vinden. Het laatste restje van de enorme bijeen geschoven sneeuwberg was pas in juli gesmolten. Dat soort verhalen. Heb ik ook maar weer mooi gemist dus.

Hoe rampzalig het ook geweest moet zijn, vooral voor ouderen of zieken zonder behulpzame buren, de meeste mensen kijken vooral nostalgisch terug en zijn trots dit meegemaakt en overleefd (!) te hebben. Zes weken ingesneeuwd is nog eens iets anders dan twee dagen schaatsen op straat. Dus ik blijf elke dag hoopvol het weerbericht in de gaten houden, dromend van mijn eigen sterke winterverhaal. Elk sneeuwvlokje is er één op weg naar ‘the Great Snow part 2’. Vorig jaar barstte het immers ook pas echt los in februari. Ik zet mijn snowboots alvast klaar.

15-01-2016