JARI BOSMA
Sommige kinderen met ADHD hebben veel meer baat bij gedragstherapie dan anderen, ontdekte Annabeth Groenman. āHet is belangrijk dat deze kinderen niet op een wachtlijst komen te staan.ā
Kinderen met ADHD worden vaak behandeld met Ritalin of soortgelijke medicatie. Maar ook gedragstherapie kan de symptomen en gedragsproblemen verminderen. Alleen blijken niet alle kinderen daar evenveel baat bij te hebben. Het is dus belangrijk om te weten voor welke kinderen die gedragstherapie wel werkt en voor wie niet, meende Groenman.
Groenman is als onderzoeker aangesloten bij Accare, het centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie van het UMCG. Ze leidde dit voorjaar een grote studie naar de effecten van gedragstherapie, waarbij de data van 33 internationale onderzoeken werden samengevoegd.
ĆĆ©n database
āWe hebben gekeken naar wie er allemaal studies hebben gedaan naar gedragstherapeutische behandelingen bij ADHDā, zegt ze. Ze mailde hen en vroeg om hun onderzoeksgegevens. āVervolgens heb ik ongeveer twee jaar lang data zitten verwerken totdat alles in ƩƩn database paste.’ Bijna iedere onderzoeker gebruikte een andere vragenlijst.
Bijzonder: Groenman deed geen meta-analyse van die eerdere onderzoeken. Bij zoān analyse kijken onderzoekers naar de meetresultaten, gemiddelden en afwijkingen die in die eerdere papers worden genoemd en trekken daaruit hun conclusies. āDan zie je soms dat mensen die medicatie krijgen het beter doen op gedragstherapieā, zegt ze. āDan zou je kunnen concluderen dat gedragstherapie beter werkt wanneer je medicatie krijgt.ā
Die methode is echter niet zonder problemen. āMisschien krijgen die mensen wel medicatie op het moment dat ze veel meer symptomen hebben. Dan is het helemaal niet zo dat medicatie zorgt dat de therapie beter aanslaat; de therapie werkt beter bij mensen die meer symptomen hebben.ā
2200 kinderen
Vandaar dat ze niet de verwerkte data, maar de originele meetresultaten gebruikte en samenvoegde. āDe details die je niet ziet bij een meta-analyse zie je wel bij ons onderzoek. Dat is de kracht van deze methode.ā
Een interessante ervaring, concludeert Groenman. āWe vormden met vier personen een kerngroep, die knopen doorhakte en de paper schreef. Vervolgens kreeg iedereen de kans om feedback te geven en dat bracht weer een hoop werk met zich mee. Iedereen vindt er namelijk wel wat van en dan is het net alsof je feedback krijgt van 33 verschillende docenten.ā
Het eindresultaat was echter de moeite waard. Waar onderzoeken normaal gebaseerd zijn op zoān zestig tot zeventig kinderen, heeft Groenman nu 2200 kinderen in de database. En dat maakte het een stuk gemakkelijker om de data te analyseren.
Snel
Zo bleek dat duidelijk dat kinderen met een gedragsstoornis of een zwaardere vorm van ADHD aanzienlijk verslechterden wanneer ze gƩƩn gedragstherapie kregen. Dit gold ook voor kinderen uit eenoudergezinnen. Met therapie bleven ze stabiel.
Dat is een belangrijke conclusie, meent Groenman, die concludeert dat deze twee groepen voorrang moeten krijgen bij deze behandelingen en dus niet op een wachtlijst moeten worden geplaatst. āAls deze kinderen niet snel worden behandeld, is de kans groot dat hun situatie alleen maar verslechtertā, zegt ze.