De RUG is kritisch over het voorstel van onderwijsminister Robbert Dijkgraaf (D66) om in twee jaar de verengelsing van bacheloropleidingen terug te dringen.
Volgens collegevoorzitter Jouke de Vries wordt taal ingezet als middel om de instroom van internationale studenten te beperken. ‘In Denemarken is hetzelfde gebeurd en daar heeft men de maatregelen deels alweer teruggedraaid’, zegt hij.
‘We zullen gezamenlijk met alle universiteiten dringend in gesprek moeten gaan met de minister om het eens te worden over een evenwichtige reeks maatregelen.’
Goedkeuring vragen
Dijkgraaf wil dat universiteiten vanaf studiejaar 2025-2026 maximaal een derde van alle vakken in een Nederlandse bachelor in een vreemde taal geven. Voor een volledige bachelor in een vreemde taal moet goedkeuring worden gevraagd. De universiteit moet dan aantonen wat de toegevoegde waarde is van deze opleiding in een vreemde taal.
Dit zei Dijkgraaf in debat met de Tweede Kamer over internationalisering in het hoger onderwijs vorige week. Hoewel de definitieve besluiten nog moeten worden genomen, baart de richting die de minister op wil de universiteit grote zorgen.
Faculteiten
Die zorgen worden ook openlijk geuit door meerdere faculteiten. Ruimtelijke wetenschappen, letteren, economie en bedrijfskunde en rechten hebben deze week hun medewerkers een brief gestuurd om hun zorgen te delen.
‘Wij zijn een heel internationale faculteit en we willen graag duidelijk maken dat we om onze medewerkers geven’, zegt Peter Verhoef, decaan van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB). ‘De richting die de minister mogelijk op wil is een beperking waar wij grote zorgen over hebben.’
Bij FEB zijn drie van de vier bacheloropleidingen Engelstalig, wat mogelijk een probleem zou kunnen worden. ‘Maar de gevolgen zijn nog onduidelijk en dat geeft een hoop onzekerheid’, zegt Verhoef.
Diverse samenleving
Bij de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen (GMW) is het volgens vicedecaan Hilda Amsing rustiger. ‘Wij hebben toch een iets andere positie, omdat wij veel onderwijs in het Nederlands hebben. Alle bacheloropleidingen die wij aanbieden, kun je ook in het Nederlands volgen’, zegt ze.
Toch heeft ook zij zorgen. ‘We vinden internationalisering belangrijk, omdat onze mensen opgeleid worden in de sociale wetenschappen om in de samenleving te werken. En wij leven in een heel diverse samenleving. Dan is het heel belangrijk dat studenten al leren omgaan met verschillende perspectieven en daar helpt de internationalisering van de universiteit bij.’
Meerwaarde
Bij de Faculty of Science and Engineering (FSE) maken ze zich volgens decaan Joost Frenken nog niet te veel zorgen. ‘Het hangt er een beetje vanaf hoe je ernaar kijkt’, zegt hij. ‘Wij hebben zeventien bachelor- en 24 masteropleidingen. Van de in totaal 41 opleidingen is er maar eentje niet in het Engels. Zoals het er nu uitziet, gelden de beperkingen niet voor de volledig Engelse opleidingen.’
En de meerwaarde aantonen van de Engelse voertaal voor de huidige opleidingen zal wel lukken, meent hij. ‘Voor onze vakken geldt domweg dat het onderzoek een internationale race is om iets te ontdekken. Dat doe je ook met partners in het buitenland. Denk bijvoorbeeld aan grote projecten waar je grote apparaten voor nodig hebt, zoals CERN. Dat vergt miljardeninvesteringen, dat kan Nederland niet alleen betalen. Dat moeten we samen doen. Dan zou het idioot zijn als we onze wetenschappers in het Nederlands opleiden.’
Dat geldt ook voor afgestudeerden die het bedrijfsleven ingaan, stelt Frenken. ‘ASML (een Nederlandse leverancier van machines voor de halfgeleiderindustrie – red.) is bijvoorbeeld een bedrijf dat heel veel mensen van FSE aanneemt. Daar is de voertaal exclusief Engels. Dus ook als je in Nederland het bedrijfsleven ingaat, is het een must dat je goed bent in het Engels.’
Xenofobie
Hoewel medewerkers bij FSE zich geen zorgen lijken te maken, spelen de huidige ontwikkelingen volgens Frenken wel in op hoe welkom mensen zich voelen. ‘Je voelt in Nederland de optelsom van de xenofobie’, zegt hij. ‘Het sentiment van: we worden overspoeld door mensen die hier alleen komen om iets te halen. Dat is stemmingmakerij.’
Dus steken faculteiten en college van bestuur hun medewerkers een hart onder de riem. ‘We willen duidelijk maken dat we jullie zeer waarderen als leden van onze wetenschappelijke gemeenschap’, stelt het FEB-bestuur in de brief.
‘We zijn trots op onze internationale gemeenschap. Ik begrijp de zorgen van de (internationale) leden van onze gemeenschap op basis van het recente debat volledig’, zegt Jouke de Vries.
Maar, erkennen de bestuurders ook: het is ook hoog tijd dat er een instrument komt om de instroom van internationale studenten op enige manier in te perken.
Ik was klaarblijkelijk in de verkeerde tijd werkzaam aan de rug, want toen bestond het nog, dat een jonge wiskundige uit Australie haar studenten vroeg haar Nederlands te leren en zij onderwees hen wiskunde. Binnen de kortste keren sprak ze vloeiend Nederlands, en dat was ook in de tijd, dat een studente uit Duitsland mij vertelde, dat ze binnen een half jaar Nederlands had geleerd. Met onze gasten uit het buitenland spraken we Engels .Voor stafleden in vaste dienst lijkt het mij vanzelfsprekend dat ze Nederlands leren en spreken, met collegae en studenten . En er is ook echt iets te zeggen voor de verplichting voor studenten uit het buitenland om Nederlands te leren.
En ik kan u verzekeren, dat de groep rond jan C.Willems en Ruth Curtain internationaal in hoog aanzien stond!
Het lijkt mij, dat er nu te veel angsthazen aan de rug rondlopen! Zorg voor top onderzoek, publiceer niet elke scheet, en echt, buitenlanders blijven komen! Maar ja, ik vind het ook normaal, dat mensen, die langdurig in Friesland wonen zich de beginselen van het Fries eigen maken. En, Ruth verbeterde consequent mijn fouten in het Engels, zo was ze gelukkig ook! En als uitsmijter: dat studenten werken van Kant aan de rug in het Engels lezen, het is te gek voor woorden!
Gaat het?
Link: https://www.cpb.nl/sites/default/files/omnidownload/cpb-notitie-de-economische-effecten-van-internationalisering-in-het-hoger-onderwijs-en-mbo_0.pdf
Slechts een economisch uitgangspunt, en houdt onvoldoende rekening met o.a. de toegenomen druk op de woningmarkt door de grotere instroom.
“Buitenlandse studenten die in Nederland komen studeren, brengen meer baten dan kosten met zich mee voor de
Rijksbegroting.” (CPB onderzoek, Economische effecten van internationalisering in het hoger onderwijs en mbo)
Gemiddeld genomen is het saldo positief. Hierbij wordt er rekening mee gehouden dat sommige internationals blijven en andere niet.
Deze bijdrage getuigt echt van intelligentie!
Vooropgesteld staat dat er een duidelijk belang is voor alle studenten om hier te kunnen studeren. Het gebruiken van taal als selectiemiddel lijkt me niet geschikt. Maar het idee dat de universiteit in de eerste plaats geld wil verdienen en dat het wel treft dat internationale studenten de RUG goed kunnen vinden om diens kas te spekken lijkt met een moreel argument te worden bedekt.
Beste Dennis,
Kijk eens op de sites van Amerikaanse, Australische, of Britse universiteiten wat een jaartje studeren daar kost. Met de collegegelden die we aan niet-Europeanen vragen denk ik dat we de kosten net dekken. Om te praten over een ‘winst’ oogmerk of ‘kas spekken’ lijkt me te ver te gaan.
Het idee lijkt te zijn dat gegeven de prijzen van het buitenland er dus rechtvaardiging is om een moreel argument aan te dragen voor economische motieven. Omdat dat niet de strekking lijkt van wat u probeert over te brengen zal ik mijn woorden anders formuleren: gegeven de behoefte van een bedrijf om te verdienen, is de indruk die gewekt wordt dat de universiteit de internationale gemeenschap een warm hart toedraagt in de eerste plaats ongetwijfeld correct, maar niet de belangrijkste motivator voor een bedrijf om zich uit te spreken. Dat er bedrijven zijn die aan hetzelfde werk meer geld verdienen is geen bewijs tegen deze redenering.
De universiteit ontvangt geld van de overheid voor elke persoon die afstudeert met een diploma, dus de universiteit verdient geld dankzij het toegenomen aantal internationale studenten.
Ik vind het opmerkelijk dat Frenken wijst naar xenofobie, terwijl de gemiddelde Nederlander gewoon wat meer balans wil. Het is immers niet alsof internationale uitwisseling straks niet meer mogelijk is. Overigens valt het me ook op dat zowel de Vries als Frenken met geen woord rept over de lokale bevolking; dit zijn ook belanghebbenden,. Gelet op een grote instroom internationale studenten en medewerkers die veelal “te druk” zijn om fatsoenlijk in te burgeren, is het wellicht ook de overweging waard om eens kritisch te kijken naar deze negatieve culturele bijdrage. De lokale gemeenschap krijgt namelijk ongevraagd te maken met de expansiedrift van deze universiteit.
1) Bijzonder dat u meent te kunnen spreken voor de gemiddelde Nederlander. Ik heb die namelijk nog nooit ontmoet…
2) Het gaat niet om internationale uitwisseling maar de internationale positie van de RUG in het algemeen, onze mogelijkheden om kwalitatief goede docenten en onderzoekers aan te trekken en om studenten af te leveren die zich goed kunnen redden in een internationale economie.
3) Als RUG-medewerker en onderdeel van de lokale bevolking (alsof die altijd verschillen zoals u beweert), kan ik u zeggen dat ik veel meer last heb van de door uitsluitend Nederlandse studenten bevolkte Vindicat- en Alberthuize die mijn wijk steeds meer onleefbaar maken door hun gedrag dan internationale studenten die ‘weigeren te integreren’.
“Ik vind het opmerkelijk dat Frenken wijst naar xenofobie, terwijl de gemiddelde Nederlander gewoon wat meer balans wil.” Dit is zo’n beetje de definitie van xenofobie. De zin over de “negatieve culturele bijdrage” zou er in het woordenboek als extra voorbeeld bij kunnen staan.