RUG houdt poot stijf in NOHA-rechtszaak (UPDATE)
Hoogleraar Joost Herman vecht ontslag aan
RUG houdt poot stijf in NOHA-rechtszaak (update)
Door Giulia Fabrizi
By Giulia Fabrizi
Giulia Fabrizi
Van uit de hand gelopen studentenfeestjes tot bezette universiteitsgebouwen en van kamertekorten tot dreigende bezuinigingen: Giulia houdt al het nieuws in de gaten. Ze praat graag met de mensen die het aangaat, schrijft erover en begeleidt freelancers bij het maken van nieuwsartikelen. Eerder werkte ze als stadsredacteur Groningen en gemeenteverslaggever Haren voor Dagblad van het Noorden.Dat betoogde RUG-advocaat Damir Lacevic na aanhoudende vragen van de rechter waarom er geen regeling is getroffen tussen universiteit en Herman. ‘De werkgever mag hier gewoon besluiten dat grenzen overschreden zijn’, zei Lacevic.
Een regeling had er, suggereerde de rechtbank, voor kunnen zorgen dat de zaak buiten de publiciteit was gebleven en dat Herman niet zo zwaar was beschadigd. Maar volgens de RUG ligt het niet zo simpel. Dan zou ook het idee kunnen zijn ontstaan dat de universiteit de zaak onder de pet hield.
Ook Hermans advocaat Ageeth Kootstra voelde er niks voor om er alsnog onderling uit te komen, zo stelde ze in een overvolle rechtszaal. Veel collega’s van Herman waren daar naartoe gekomen om de ontslagen hoogleraar te steunen. Zij vinden het ontslag een draconische maatregel die geen recht doet aan de jarenlange inzet van Herman voor de universiteit.
Regels overtreden
Volgens de RUG heeft Herman duidelijk de regels overtreden. De oprichting van de particuliere Stichting NOHA Groningen (SNG) is zonder medeweten van de RUG gebeurd. Vervolgens gebruikte Herman het geld, dat volgens de RUG toe had moeten komen aan de universiteit, buiten het zicht van de RUG om.
Of Herman het geld wel of niet voor het NOHA-programma gebruikte, staat volgens Lacevic buiten de zaak. ‘Het geld behoorde Herman niet toe, niet privé en niet via de stichting. Als werknemer blijf je van het geld van je werkgever af. De vastgestelde feiten leiden daarom tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.’
Burn-out
Advocaat Kootstra betoogde namens Herman onder meer dat hij voor het onderzoek van EY Forensics begon al aantoonbaar in een burn-out zat en tegen een zware depressie aanliep. ‘Dit wordt bevestigd door de arboarts, de huisarts en een psychiater.’
De manier waarop de RUG Herman in maart 2019 op non-actief stelde en vervolgens nauwelijks contact onderhield, zou hieraan hebben bijgedragen. Volgens Kootstra is Herman dan ook arbeidsongeschikt en kan hij alleen daarom al niet zomaar worden ontslagen.
Afwezige bestuurder
Een opvallend detail tijdens de zaak was de afwezigheid van collegevoorzitter Jouke de Vries. ‘Ik was in de veronderstelling dat hij hier aanwezig zou zijn’, zei de rechter. ‘Ik vind het opmerkelijk dat iemand wel een interview geeft in NRC, maar vervolgens niet aanwezig is om toelichting te geven.’
Lacevic legde uit dat het beter was om faculteitsbestuurder van letteren Wouter Heinen mee te nemen, aangezien die beter ingevoerd is in de gang van zaken binnen de faculteit.
Uitspraak in de zaak zal volgens de rechter nog vier weken op zich laten wachten, maar zou volgens de complexiteit van de zaak ook langer kunnen duren.
Reactie Herman
‘Ik ben blij dat ik vandaag voor het eerst in een jaar tijd in het bijzijn van de mensen die mij kennen mijn stem heb kunnen laten horen’, zei Herman achteraf over de zitting. ‘Ik heb kunnen toelichten dat het geld niet naar mijzelf is gegaan. Er is geen cent te veel of te weinig bij de RUG beland.’
Ook voelde hij zich gesterkt door het verloop van de zitting. ‘Het stelt gerust dat de rechter een aantal kritische vragen stelde. Het is een redelijk bemoedigend signaal dat die de menselijke maat in overweging neemt. Die is bij de RUG compleet afwezig geweest.’