Rouwstoet moet in de remmen voor haastige student

‘Te triest voor woorden’
Rouwstoet moet in de remmen voor haastige student
‘Het is echt te triest voor woorden’, zegt Wim Hogekamp, uitvaartverzorger bij het crematorium van Yarden. Er zijn fietsers bij die even netjes stoppen bij de kruising. ‘Maar een heel groot deel fietst gewoon door.’ Dat het lastig kan zijn om op de rem te trappen als je onderdeel bent van een stroom fietsers, snapt hij. ‘Maar een beetje respect is wel op zijn plaats.’
Langs het fietspad staat voor de kruising met de Crematoriumlaan een knalgeel bordje: ‘Respect’, staat erop, met een afbeelding van een lijkwagen eronder. Het is verboden om een rouwstoet te doorkruisen, maar veel mensen trekken zich daar niets van aan. Haastige studenten gooien nog even snel hun fiets voor een rouwauto of schieten tussen de volgauto’s door.
Soms gaat het maar net goed en moet de rouwauto vol op de rem. Volgens Hogekamp is het dagelijkse kost. ‘We hebben er echt heel veel last van. Je kunt alle scenario’s opnoemen, en het gebeurt.’ Hij vindt het vooral naar voor de nabestaanden die afscheid komen nemen van een geliefde. ‘Maar ook voor ons, de uitvaartverzorgers, is het erg vervelend.’
Meer meldingen
Yarden kaart zulke voorvallen aan bij de gemeente; het aantal meldingen is de afgelopen maanden toegenomen. Gemeentewoordvoerder Peter Grondsma denkt dat dit te maken heeft met de start van het studiejaar en de komst van een nieuwe lichting studenten die onbekend is met de situatie. ‘Daarom hebben we als gemeente die gele borden geplaatst.’
Bij Yarden merken ze nog niet veel verschil. ‘Tsja, er staat een bordje. Maar respect heb je, of niet’, zegt Hogekamp. ‘Het mooiste zou zijn als iedereen gewoon even stopt.’
De herinrichting van het kruispunt biedt mogelijk soelaas. ‘Daar gaan we dit jaar of aankomend jaar mee aan de slag’, zegt Grondsma. ‘We gaan het logischer maken met gekleurd asfalt.’ De bedoeling is dat fietsers dan sneller afstappen en wachten tot de rouwstoet gepasseerd is. Maar, benadrukt Hogekamp, ‘het blijft een kwestie van fatsoen’.