Rechter: Ontslag hoogleraar Joost Herman is terecht
Rechter: Ontslag hoogleraar Joost Herman is terecht
Herman werd in januari van dit jaar ontslagen vanwege subsidiefraude en valsheid in geschrifte. Ook spande de universiteit een civiele procedure tegen hem aan waarin ze bijna 1,2 miljoen euro van hem eist.
In een rechtszaak enkele weken geleden eiste de hoogleraar dat de RUG het ontslag intrekt. Maar volgens de rechter heeft de universiteit correct gehandeld.
Herman heeft een grote staat van dienst en heeft gedurende zijn 25-jarig dienstverband veel betekend voor de RUG, stelt de rechtbank. Maar dat neemt niet weg dat hij ‘beslissingen heeft genomen en uitgevoerd die zodanig indruisen tegen de belangen van de RUG, dat van de RUG in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren’.
Burn-out
Hermans advocaat zei tijdens de rechtszitting dat Herman door diens werk bij de universiteit een burn-out heeft gekregen en daarom niet ontslagen mocht worden. Daar gaat de rechter niet in mee. De gronden waarop hij is ontslagen, staan daar helemaal los van, aldus de rechter.
Herman zou via de particuliere Stichting NOHA Groningen (SNG) over Europese subsidiegelden hebben beschikt die bedoeld waren voor het Groningse NOHA-programma. De stichting was volgens de RUG buiten haar medeweten opgezet en de gelden zijn daardoor buiten het zicht van de universiteit gebruikt.
Volgens de RUG kon Herman op die manier ‘fikse bedragen’ aan onkosten declareren en aan andere medewerkers en derde partijen uitkeren.
Laakbaar
Doordat Herman via de particuliere SNG over de Europese subsidiegelden beschikte, ontnam hij de RUG de controle over de gelden, stelt de rechter.
Ook maakte Herman het de RUG onmogelijk om zelf te beslissen hoe de gelden werden besteed. Die handelwijze is ‘zeer laakbaar en daarom ernstig verwijtbaar’. Dat hij een en ander niet heeft gedaan om zichzelf te bevoordelen of de RUG te benadelen, maakt dit niet anders, aldus de rechter.