Open brief aan college van bestuur RUG
Wij keren ons niet tegen (de leden van) het Faculteitsbestuur of tegen degenen die met de verdere uitvoering van maatregelen zijn belast. Deze brief is het initiatief van hoogleraren van leerstoelgroepen die niet direct door de reorganisaties worden getroffen. Zij willen hiermee hun solidariteit uitspreken met collega’s die wel geraakt worden.
Met deze brief willen wij echter ook een wijdere problematiek ter discussie stellen – en daarom is deze brief ook ondertekend door collega’s die de reorganisatie wel direct raakt.
Delicaat proces
Wij beseffen dat een faculteit in het algemeen gesproken de tering naar de nering moet zetten. Maar elk toekomstplan voor de Faculteit Letteren dient naar ons oordeel te stoelen op het besef dat waar sprake is van een zorgvuldig en bewust ontwikkeld samenstel van opleidingen en daarmee samenhangende onderzoekszwaartepunten, het amputeren of in ernstige mate reduceren van onderdelen een uiterst delicaat proces is. Het dient altijd met de grootste zorg te geschieden, ook af is de financiële nood nog zo hoog gestegen.
Marktmodel
Wij stellen dan ook zonder in de details te treden een financieringsmodel ter discussie dat leidt tot dergelijke draconische bezuinigingen. De huidige bezuinigingen zijn een regelrecht gevolg van de ongelukkige vermarkting van het Nederlandse universitaire bestel. Wij zijn niet de enigen om hiertegen te protesteren.
Maar wij wijzen er nog maar eens op dat dit marktmodel voorbij gaat aan het feit dat een universiteit – en zeker een universiteit die er naar streeft om tot de top te behoren- veel meer is dan een som van individuele opleidingen. En dat geldt zeker voor een Faculteit der Letteren die is gebouwd op een geheel van vele en veelvormige wetenschappelijke disciplines, die soms maar weinig studenten trekken.
Academische uitstraling
De bezuinigen die nu zijn opgelegd aan de letterenfaculteit en de maatregelen die daar het gevolg van zijn zullen niet alleen voor de opleidingen die direct getroffen zijn een negatief effect hebben. Ook voor wat betreft opleidingen die niet opgeheven worden dringt zich de indruk op dat er nu een kwantitatieve en kwalitatieve ondergrens bereikt is.
Wij vrezen echter ook dat deze maatregelen een negatief effect zullen hebben op de overige disciplines binnen en buiten de faculteit- niet alleen in termen van onderwijs – maar ook en vooral in termen van onderzoek. Academische uitstraling en wetenschappelijk belang laten zich immers slecht afmeten aan studentenaantallen.
Vernieuwend onderzoek
Met deze bezuinigingen valt een groot deel weg van het interdisciplinaire klimaat en het intellectuele reservoir dat vernieuwend onderzoek binnen de letteren -en over de grenzen van de letterenfaculteit heen!- nodig heeft om te gedijen. Wij constateren dat de ingezette ontwikkeling zich ver verwijdert van het ideaal dat in het rapport-Cohen (over een toekomst van ‘robuuste’ geesteswetenschappelijke voorzieningen) wordt geschetst
Wij hopen dat alle partijen die in dezen een verantwoordelijkheid dragen, zich willen bezinnen op een financieringsmodel dat de geest van dit rapport beter recht doet, en meer in zijn waarde wil laten wat in Groningen in decennia is opgebouwd.
Wezenlijke discussie
Tenslotte roepen we de facultaire en de universitaire gemeenschap op om tot een wezenlijke discussie te komen over de taak en de zin van de moderne universiteit en van de geesteswetenschappen daarin, een discussie waarin zowel onderzoek als onderwijs als de wijdere valorisatie van de geesteswetenschappen een rol spelen.’
Geschiedenis: Prof. dr. K. van Berkel, Prof. dr. D. Bosscher, Prof. dr. M. Bosch, Prof. dr. M. Duijvendak, Prof. dr. R. Esser, Prof. dr. W. Krul, Prof. dr. H. Renders, Prof. dr. O.M. van Nijf, Prof. dr. C.G. Santing, Prof. dr. R.J van der Veen, Prof. dr. P. Kooij (em.), Prof. dr. D.E.H. de Boer (em.)
Archeologie: Prof. dr. P. Attema, Prof. Dr. H.A. Groenendijk, Prof. dr. A.F.L. van Holk, Prof. dr. L. Hacquebord, Prof. dr. D. Raemaekers, Prof. dr. S. Voutsaki
Engels: Prof. dr. S. Sobecki, Prof. dr. M.S. Schmid
Finoegrische talen en culturen: Prof. dr. C. Hasselblatt
Friese taal en cultuur: Prof. dr. G.T.Jensma
Griekse en Latijnse Talen en Culturen: Prof. dr. M.A. Harder, Prof. dr. R.R. Nauta
Informatiekunde: Prof. dr. J. Bos, Prof. C. Jansen, Prof. dr. G.J.M. van Noord
Kunst Cultuur Maatschappij: Prof. dr. B.P. van Heusden , Prof. dr.E.J. Korthals Altes
Kunstgeschiedenis en landschapsgeschiedenis: Prof. dr. H.T. van Veen, Prof. dr. ir. M. Spek
Nederlands: Prof. dr. G.J. Dorleijn, Prof. Dr. M.G. Kemperink, Prof. dr. B.A.M. Ramakers, Prof. dr. J. Hoeksema, Prof. dr. P. Hendriks
Journalistieke cultuur en media: Prof. dr. M.J. Broersma
Romaanse Talen. Europese Talen en Culturen: Prof. dr. P.G. Bossier, Prof. dr. H. Hermans
Scandinavische talen en culturen: Prof. dr. M. Norde
Semitische talen en culturen: Prof. dr. W.J. van Bekkum
Taalwetenschap: Prof. dr. R. Bastiaanse, Prof. dr. C.LJ de Bot, Prof. dr. C.M. de Glopper, Prof. dr. B.A.M. Maassen, Prof. dr. J. Nerbonne, Prof. dr. G. Redeker, Prof. dr. C.J.W. Zwart
GGW: Prof. dr. M. Popovic, Prof. dr. G.H. van Kooten, Prof. dr. Y.B. Kuiper,
GMW: Prof. dr. H.J.M. Janssen
Kapteijn instituut: Prof. dr. R. van de Weijgaert, Prof. dr. L. KoopmansProf. dr. F.M. Haaijer-Ruskamp , Prof. dr. M. Hadders-Algra
Wijsbegeerte: Prof. dr. L. Nauta