Student-columnist Robin Hevinga is met zijn studievereniging in Istanbul. Kijkend naar de minaretten en zuilen denkt hij opeens terug aan Plopsaland.
Het is de allereerste herinnering die ik heb. Met het gezin waren we in Plopsaland en ik was weggelopen. Waarom weet ik niet meer, ik wilde kennelijk iets te weten komen waar de anderen zich niet voor interesseerden.
Na een paar minuten raakte ik in paniek. Een lieve mevrouw vroeg me wat er aan de hand was en ik stak m’n pols naar haar uit. Daaromheen zat een armband met het telefoonnummer van m’n moeder – redding was nabij. Toch zorgde dit voorval er niet voor dat ik voortaan veilig in de nabijheid van de rest bleef. Mijn hele jeugd ben ik blijven weglopen; nieuwsgierigheid won het altijd van angst.
Toen ik aan m’n ouders vertelde dat ik met de studievereniging een weekje naar Istanbul ging, vielen ze direct terug in hun beschermende rol: daar is toch die burgemeester opgepakt? Is dat dan wel veilig? Ga je niet in je eentje door de stad lopen? Laat je je niet oplichten?
‘Vertrouwen jullie mij niet ofzo?’ vroeg ik terug.
‘Je bent te nonchalant’, zei mijn vader.
In de schemering lijken de minaretten als kaarsjes op een taart
Daar heeft hij gelijk in. Mijn vader begrijpt alleen niet dat je een beetje nonchalant moet zijn om goed te reizen, je te kunnen laten leiden door het ongeplande, te verdwalen in dat griezelige steegje om aan het einde terecht te komen in die betoverende binnentuin.
Istanbul is voor mij een perfecte stad: een totaal gebrek aan orde, alles is onvoorspelbaar. Een complex netwerk van straten en gebouwen die mensen in duizenden jaren hebben opgebouwd. Om elke hoek van elk steegje staat een verrassing. Griekse zuilen, Byzantijnse kerken en Egyptische obelisken staan erbij alsof hun aanwezigheid totaal vanzelfsprekend is; allemaal honderden jaren jaren oud.
En dan de moskeeën. Overal waar je kijkt, steken minaretten boven de heuvels uit. In de schemering lijken ze als kaarsjes op een taart die wachten om aangestoken te worden.
Istanbul is zo’n plek waar alles samenkomt; waar de nieuwsgierigheid het altijd wint. Het enige verschil met vroeger is dat weglopen nu niet meer veilig is; om m’n pols hangt geen telefoonnummer meer.
Als ik nu verdwaal, moet ik er zelf voor zorgen dat het goed komt.
ROBIN HEVINGA