Zo herinner ik me een aflevering in een slagerswinkel. Daar stond een kom met goudvissen op de toonbank, waaruit een klant plotseling een visje pakte en in zijn mond stak, waarna hij al kauwend de winkel verliet, een andere klant in stomme verbazing achterlatend.
Als zij het verhaal vertelt aan de slager, vindt die dat eerst ongeloofwaardig. Maar ze heeft het echt zelf gezien, houdt ze vol. Als de slager zijn visjes telt, ontbreekt er warempel eentje.
In een andere aflevering zien we een als Chinees verklede man, compleet met staartjes en met een ‘lacefiets’ aan de hand, op een boerenweggetje in gebrekkig Neder-Chinees voorbijgangers vragen naar de ‘Chinese glens’. Hoewel ook destijds al bekend was dat China vrij ver weg ligt, deed iedereen zijn best om de man de juiste kant op te wijzen.
De grap van dit soort programma’s is natuurlijk dat de hele situatie berust op een complot, waarbij iedereen samenspant om het slachtoffer vakkundig te bedriegen. Als kijker zit je goed beschouwd ook in het complot en dus mag je je kosteloos verbazen over de onnozelheid van anderen: hoe kun je zo stom zijn. Dat is trouwens ook steevast de reactie van de slachtoffers: hoe konden ze zo stom zijn.
Als kijker denken we ondertussen dat het ons nooit zou zijn overkomen, maar dat is waarschijnlijk een ijdele conclusie. Ook vandaag de dag is het niet moeilijk om mensen ‘een poets te bakken’ en er zijn voorbeelden te over die laten zien dat het ons zelfs in de wetenschap regelmatig overkomt.
Nog onlangs werd de populaire hoogleraar consumentengedrag Brian Wansink van de Cornell University ontmaskerd. Als een gewild spreker op congressen en TEDx-lezingen heeft hij ons bijvoorbeeld voorgehouden dat wie hongerig naar de supermarkt gaat, calorierijker eten koopt; ook dat wie van een groot bord eet, meer eet dan wie van een klein bord eet; en dat tv-kijken tijdens het eten ervoor zorgt dat je meer eet.
Aantrekkelijke hapklare kennis die intuïtief iets aannemelijks heeft, maar ook een recept geeft voor gedragsverandering. Veel diëtisten zagen er dan ook brood in en hebben het met ruggensteun van de wetenschap aan hun cliënten laten weten: niet met honger je inkopen doen in de supermarkt, kleinere borden kopen en niet voor de tv gaan zitten eten. Wie zei dat wetenschap niet praktisch is!
Helaas bleek het onderzoek op drijfzand gebaseerd: verkeerde rapportages, slechte statistiek, enzovoort, en verschillende tijdschriften hebben de artikelen inmiddels teruggetrokken.
Het kan echter nog erger, bleek deze week, toen bekend werd dat een drietal wetenschappers er in was geslaagd verzonnen artikelen geplaatst te krijgen in peer reviewed tijdschriften op het terrein van gender en cultuur. Volgens de neponderzoekers bewees hun bedrog het failliet van deze tijdschriften en in een moeite door van alle constructivistische wetenschap, zoals genderstudies, die volgens hen meer op politieke overtuiging is gebaseerd dan op waarheidsvinding.
Een beetje een curieuze conclusie van onderzoekers die zelf de boel belazerden en nu de bedrogenen de les lezen. Je gaat de echtheid van een Rembrandtschilderij toch ook niet aan de kaak stellen door zelf een valse Rembrandt te schilderen en te verkopen?
Kunnen we er dan niets uit leren? Ja, zeker wel. Neponderzoek maakt ondubbelzinnig duidelijk dat ook wetenschappers gemakkelijk te bedriegen zijn. Het wordt er echter niet beter op door zelf dan ook maar neponderzoek te gaan produceren.
Niet meer doen dus.
Ik vind dat Breeuwsma hier veel te luchtig is over een zeer ernstig probleem.
Hieronder twee citaten uit een artikel over deze kwestie:
‘Something has gone wrong in the university—especially in certain fields within the humanities. Scholarship based less upon finding truth and more upon attending to social grievances has become firmly established, if not fully dominant, within these fields, and their scholars increasingly bully students, administrators, and other departments into adhering to their worldview.
(…)
Worse, the problem of corrupt scholarship has already leaked heavily into other fields like education, social work, media, psychology, and sociology, among others—and it openly aims to continue spreading. This makes the problem a grave concern that’s rapidly undermining the legitimacy and reputations of universities, skewing politics, drowning out needed conversations, and pushing the culture war to ever more toxic and existential polarization.’
https://areomagazine.com/2018/10/02/academic-grievance-studies-and-the-corruption-of-scholarship/
Breeuwsma “Kunnen we er dan niets uit leren? Ja, zeker wel. Neponderzoek maakt ondubbelzinnig duidelijk dat ook wetenschappers gemakkelijk te bedriegen zijn.”
Nee, dit is niet de les, wetenschappers protesteren al veel langer tegen ideologische propaganda.
De les is dat bepaalde nepwetenschappers veel te veel macht hebben. Dat is eng. En Breeuwsma loopt het risico met deze onvoorstelbaar slechte column de indruk te wekken dat hij bang is voor deze macht.
Is dit een ingewikkelde manier om te zeggen dat de sociale wetenschappen ‘te links’ zijn?… Ik vraag het maar even. :-)