Muizenzwembad
‘Jij werkt teveel’ zei m’n buurmeisje toen ik zuchtend thuiskwam. ‘Wat doe je ook alweer precies?’ In welke taal ik die vraag ook krijg, het woordje ‘precies’ valt altijd, terwijl de meeste vragers direct over iets anders beginnen als ik ‘onderzoek’ zeg.
Parijs heeft een magische aantrekkingskracht en iedereen is razend geïnteresseerd. Maar voor mijn onderzoek is de animo een stuk minder, vooral als ik mijn downsyndroommuizen introduceer.
‘Gadverdamme’ schreeuwde ze luid. ‘En jij pakt ze dan ook …. Té vies!’ Een vervolgvraag, een interessante discussie? Nee, het is vies. Punt. Einde gesprek.
Maar het kan nóg hysterischer. Gisteren ontmoette ik een Nederlandse studente, en ja hoor: ‘wat doe jij nu precies?’ Mijn muizenpraatje viel niet in de smaak. Haar weggedrukte kleine-dierenallergie kwam weer opzetten en in een onbeheerste zwaai leegde ze gillend haar blikje lauw bier over mijn been. En dat terwijl ik mijn troef, de test der testen, nog niet eens had verteld: het Morris muizenzwembad.
Dat is een grote ronde tobbe gevuld met water en witte verf waarin ik een onzichtbaar platform heb gezet, net onder het wateroppervlak. Eén voor één gaan de muisjes erin. Zwemmen kunnen ze als de beste, maar leuk vinden ze het niet.
En dus zijn ze erop gebrand om dat platform te vinden. Daarvoor train ik ze vier keer per dag, een week lang. Eerst hebben ze een helpend handje nodig, maar algauw weten ze het platform zelf te vinden door zich te oriënteren op kenmerkende tekens op de muren.
Na drie dagen trekken de gewone laboratoriummuizen een kaarsrecht sprintje. Doel bereikt. In vijftien seconden. Mijn downsyndroommuizen daarentegen zijn trager van begrip. Je ziet ze denken ‘waar staat dat rotding ook alweer’. Hun zoekstrategie is als die van bejaarden op Google. Belabberd slecht.
Een ideaal model dus om te testen of een nieuw geheugenmedicijn werkt. De vloeistof die ik test heeft tot nu toe weinig effect. De downmuisjes gaan niet sneller leren. Het blijft hard werken voor ze.
Net als voor mij. Muizen kennen geen weekend.