Zooi op straat en gif in het water
De peukenplaag op de uni
Massimiliano Coscia ergert zich.
De promovendus mag dan zelf een roker zijn, hij gooit zijn peuken altijd netjes weg in een daarvoor bestemde afvalbak. En als die er niet is, neemt hij ze mee naar huis. Maar anderen doen dat niet, ziet hij – vooral bij het fietsbruggetje achter de Linnaeusborg, net buiten de campus, waar studenten en medewerkers hun sigaretje komen roken.
De geïmproviseerde asbakken die daar hingen zijn weggehaald, dus nu gooien mensen hun sigaret gewoon op de grond, of in het water. ‘De meeste mensen staan er helemaal niet bij stil waar hun peuken terechtkomen’, zegt Coscia. ‘Sommigen misschien wel, maar dan zijn ze nog steeds te beroerd om een paar extra stappen te zetten naar een afvalbak. Anderen hebben überhaupt geen idee van de milieuschade die ze aanrichten.’
Hij raapt de peuken daarom zelf maar op en hij kent anderen die hetzelfde doen. Maar toch, zegt hij: ‘Het is frustrerend. Er zijn genoeg rokers die zich druk om maken, maar dat lost het probleem niet op.’
Rokers niet faciliteren
En dat probleem is groter geworden sinds er een wettelijk verbod kwam op roken op universiteitsterrein. Officieel was dat al in 2020, maar de regels zijn later aangescherpt. De universiteit mag rokers nu op geen enkele manier meer faciliteren, bijvoorbeeld door asbakken te plaatsen. En hoewel uni’s rokers zelf geen straf mogen opleggen, kunnen ze zelf wél een boete krijgen als de regels overtreden worden.
Het is een gewoonte geworden om mijn peuk op de grond te gooien
Dat is niet zomaar een dreigement: de Universiteit Utrecht heeft al twee boetes gekregen en ook de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool Amsterdam moesten een paar duizend euro neertellen toen ze besloten vanwege de hoge kosten het rookverbod niet meer te handhaven. De RUG heeft nog geen boete gekregen, maar is wel gewaarschuwd dat ze te weinig doet tegen illegale rokers.
Het resultaat is dat er overal peuken liggen, ondanks het rookverbod, ondanks de blauwe lijnen die de rookvrije zone markeren en ondanks een postercampagne die mensen vraagt niet te roken.
‘Als er een asbak is, doe ik mijn peuk natuurlijk liever daarin’, zegt student geschiedenis Mechiel Hoenink, terwijl hij voor de UB staat te roken. ‘Maar anders gooi ik hem op de grond.’ Hij gooit zijn sigaret liever niet in een gewone afvalbak omdat hij bang is brand te veroorzaken.
Studiegenoot Andrea gooit zijn peuk ook alleen in een vuilnisbak als er eentje in de buurt is. ‘Het is een gewoonte geworden om hem op de grond te gooien. Dat is gewoon makkelijker.’
Schadelijk
Maar dit heeft gevolgen waar ze zich misschien niet bewust van zijn. ‘Mensen realiseren zich niet hoe schadelijk het is om hun peuken weg te gooien’, zegt Nils Elzinga van het Green Office van de RUG. Zelfs asbaktegels zoals die voor het Heymansgebouw zijn een probleem, legt hij uit: ze helpen dan misschien wel tegen zwerfafval, maar de giftige stoffen kunnen nog steeds weglekken in de grond.
Stop met roken, maar als je het toch doet, gooi dan in elk geval je sigaret niet weg
Hij verwijst naar het Trimbos-instituut, dat studies verzamelde die aantonen dat vooral organismen in het water hier de gevolgen van ondervinden: hun gedrag verandert, hun DNA wordt beïnvloed en hun sterftecijfer ligt hoger. Ook blijken zaden minder goed te ontkiemen in grond die vervuild is met sigarettenpeuken.
Student Jorick, die op de stoep naast het Harmoniegebouw staat te roken, staat wel degelijk stil bij wat er met zijn afgedankte peuken gebeurt, zegt hij. ‘Buiten de stad gooi ik een sigaret niet zomaar in de bosjes. De nicotine komt in het water terecht en zo, dat is vast slecht.’ Maar, denkt hij ook: ‘In de stad komt wel eens een bezemwagen, dus daar maakt het wat minder uit.’
En Andrea geeft toe: ‘Ik denk niet echt na over de vervuiling.’
Positiviteit
Dus proberen Elzinga en zijn collega’s manieren te vinden om de boodschap echt binnen te laten komen. Ze mogen geen negatieve taal gebruiken of rokers een schaamtegevoel aanpraten, omdat uit onderzoek gebleken is dat positiviteit het beste resultaat oplevert. ‘We vragen ze daarom: stop alsjeblieft met roken, maar als je het toch doet, gooi dan in elk geval je sigaret niet zomaar weg.’
Ik denk dat sommige mensen zo’n mini-asbak nog steeds te veel moeite vinden
Ze hebben posters opgehangen in de UB en elders op de universiteit, waarop staat dat 75 procent van de peuken in de natuur of op straat belandt, en dat één peuk wel duizend liter water kan vervuilen met zware metalen, nicotine en microplastics.
En ze hebben zak-asbakjes aangeschaft die opgehaald kunnen worden bij het Green Office op Visserstraat 49. ‘Sommige mensen zullen misschien zeggen dat we hiermee indirect roken faciliteren’, zegt Elzinga. ‘Maar het idee is om rokers weg te houden van de campus terwijl we tegelijkertijd de vervuiling verminderen.’
Facility Support deelt ze ook af en toe uit. ‘Dan kunnen de handhavers iets positiefs doen, in plaats van dat ze mensen alleen maar vertellen dat ze niet mogen roken.’
Grote stap
Psychologiestudent Antonia Schlesinger is enthousiast over het concept. ‘Ik vind ze geweldig. Ik heb zelf ook al zo’n mini-asbakje. Dat gebruik ik als ik uitga’, zegt ze.
‘Ik zou er ook wel graag een willen hebben’, zegt haar vriendin Friederike Kressmann. ‘Maar ik denk wel dat sommige mensen het dan nog steeds te veel moeite vinden.’
Mechiel heeft er inderdaad zo zijn twijfels over. ‘Het is wel een grote stap’, zegt hij. Misschien als ze uitgedeeld worden, of als ze algemener beschikbaar worden op de campus en in de bibliotheek, dat je ze dan sneller gaat gebruiken.’
Hoe vervuilend is een peuk?
‘Eén sigarettenpeuk kan duizend liter water vervuilen met zware metalen, nicotine en microplastics’, staat er op de posters die het Green Office overal op de universiteit heeft opgehangen. Maar zit de sloot achter de Linnaeusborg, waar mensen al jaren hun peuken in gooien, dan vol met allemaal giftige stoffen?
Hoogleraar molecular inorganic chemistry Wesley Browne lijkt de perfecte persoon om uit te zoeken of dat het geval is. Het is toch immers alleen een kwestie van de waterkwaliteit meten?
Nou nee, zegt hij. ‘Het is vrijwel onmogelijk om te meten welk effect een weggegooide peuk heeft, omdat de sporen van metalen en andere schadelijke componenten verdund raken in de loop der tijd.’ Vooral als peuken in het water terechtkomen, zoals bij de Linnaeusborg. Maar wat hij wel kan doen, is de sigaret zelf uitpluizen.
Infrarood-spectrometer
Hij bekijkt de diverse onderdelen onder een infraroodspectrometer, die laat zien waar de materialen uit bestaan. Op zijn werktafel ligt het witte vloeipapier, het bruine papier waar je de sigaret vasthoudt, een pluizig wit filter en de tabak.
Als hij het bruine en witte papier bestudeert, verschijnt er niets bijzonders op het computerscherm: dit zijn afbreekbare materialen. Dan volgt de tabak. ‘Ook niet zo erg’, zegt Browne. ‘Er zitten wat pesticiden op van het kweken van de plant en wat sporen van metalen als aluminium, chroom, kwik, lood en nikkel, die niet te best zijn voor het milieu.’
De concentraties van de metalen zijn wel enorm laag, dus die zouden niet zoveel invloed hebben op de kwaliteit van het water bij de Linnaeusborg.
Filter
Maar dan kijkt hij naar het filter dan in de sigaret zit. Dat wordt aangepast in de fabriek, zegt Browne, terwijl hij naar de grafiek op het scherm wijst. ‘Daar kun je de pieken zien van de acetylverbindingen.’
Deze aanpassingen veranderen het papier in iets dat lijkt op plastic, maar nog moeilijker af te breken is: dat duurt meer dan twee jaar. En zelfs dan is het filter nog niet verdwenen, maar gewoon uiteengevallen in microplastics. ‘Daarom zie je zoveel filters op straat’, zegt Browne.
Maar, zegt hij ook, de auto’s op de ringweg langs Zernike zijn een grotere bron van vervuiling. ‘De katalysator van een auto, die de giftige componenten uit uitlaatgassen filtert, bevat metalen als platinum die ook in de lucht belanden. En de lucht is al verzadigd met kwik uit oude thermometers. Dat is veel vervuilender dan die sigaretten.’
Realistisch
En hoewel hij een ongerookte sigaret bestudeert en het Trimbos-instituut erop wijst dat een brandende sigaret nieuwe schadelijke stoffen produceert, moet je wel realistisch zijn, vindt Browne. ‘De chemicaliën die daarbij ontstaan zijn vooral koolstofdioxide en stikstofverbindingen’, zegt hij, en die zijn al aanwezig in de lucht en het water. ‘Het plasticje dat om een pakje sigaretten zit is waarschijnlijk vervuilender.’
Dat wil niet zeggen dat hij de campagne van het Green Office niet steunt. ‘Ik vind dat iedereen zou moeten stoppen met roken en dat mensen hun peuken niet in de natuur weg moeten gooien’, zegt hij. ‘Maar de milieu-impact van peuken is verwaarloosbaar als je het vergelijkt met andere lokale bronnen van vervuiling. En het is veel belangrijker dat er aandacht gaat naar het risico voor je gezondheid als je rook inademt.’