Wetenschap

Onderzoek verpakt in bordspel

Wijzer in drie worpen

Hoe deel je wetenschappelijke kennis op een toegankelijke manier met een breed publiek? Deze RUG-onderzoekers ontwikkelden zelf bordspellen over middeleeuwse geschiedenis, streektaal en veerkracht in het onderwijs.
Door Rob van der Wal / Video Rianne Aalbers
10 juni om 15:37 uur.
Laatst gewijzigd op 12 juni 2024
om 22:48 uur.
juni 10 at 15:37 PM.
Last modified on juni 12, 2024
at 22:48 PM.

Sven Gins & Tamara de Bruin

Monstrum

Voor zijn onderzoek bestudeerde Sven Gins, promovendus middeleeuwse geschiedenis en mens-dierstudies, veel middeleeuwse beestenboeken. ‘Het viel mij op dat de dieren in die boeken erg associatief zijn beschreven’, zegt hij. ‘Een spin werd bijvoorbeeld aangeduid als een “luchtworm”.’

Die boeken gaven hem het idee om als onderdeel van zijn promotietraject zelf een bordspel te gaan maken. ‘Ik wil scholieren en studenten spelenderwijs leren hoe de middeleeuwers dachten over dieren en ze aan het denken zetten over onze houding ten opzichte van dieren nu.’

Gins is bordspelfanaat en speelt regelmatig spellen als Dixit, Simulo, OuiSi en Mysterium. Dat laatste is een spel waarbij deelnemers erachter moeten zien te komen hoe een geest om het leven is gekomen. ‘Ook dat is heel associatief’, zegt hij.

Wereldbeeld

Zo ontstond Monstrum, waarbij je het juiste dier moet raden uit een set van kaartjes met afbeeldingen van middeleeuwse dieren en fabeldieren. Een al even middeleeuwse omschrijving van het dier moet helpen om de juiste link te leggen. Ondertussen maken de spelers een rondreis op een middeleeuwse wereldkaart, waarbij op elk continent een dier wordt vrijgelaten als ze het juiste antwoord geven.

De spelers komen zo in aanraking met het wereldbeeld van Westerse middeleeuwers en hun denkwijze, zegt Gins. ‘Wat je ziet, is dat de dieren vreemder, wilder en zelfs gevaarlijker van uiterlijk en gedrag worden, naarmate ze verder van het “beschaafde” Europa zouden leven.’

Er is een kaartje dat ‘de vrouw’ afbeeldt als een soort beest

Dat is deels fantasie. ‘Vaak hebben de auteurs van zo’n beestenboek de dieren helemaal niet in het echt bekeken, maar hebben ze eerdere, meestal tegenstrijdige teksten gekopieerd en hun eigen conclusies getrokken.’ Het leverde fabelachtige beesten op, met een mensenkop, regenboogkleuren en scherpe klauwen, en al even vreemde namen als ‘vijgeneter’ en ‘cathapleba’.

Sommige denkpatronen uit de middeleeuwen vinden we nu ronduit racistisch of seksistisch. ‘Er is een kaartje dat “de vrouw” afbeeldt als een soort beest’, zegt Gins. ‘Zo dachten ze in die tijd echt. Vrouwen waren een soort minderwaardig dier: twistziek, wreed en vooral geschikt voor de voortplanting.’ Projectassistent Tamara de Bruin: ‘Ik hoop dat mensen door het spel over dit soort zaken gaan nadenken.’

Prototypes

Een eerste versie van het spel ontwierp Gins in zijn vrije tijd en testte hij met vrienden. Nu heeft hij dankzij een beurs van de RUG een halve dag in de week om eraan te werken. Daar gaat hij met honderden uren werk, soms tot in de vroege uurtjes, overigens ruim overheen. 

Inmiddels zijn er Engels- en Nederlandstalige prototypes klaar om te testen met scholieren en met het bredere publiek te delen. ‘De studenten zijn in elk geval al enthousiast, vooral over de bizarre dierenfeitjes op de kaartjes’, zegt Gins. ‘Daar wilden ze graag nog meer ruimte voor, en we zagen dat de spelregels nog toegankelijker konden.’

Voor iedereen die ook een bordspel wil ontwerpen, heeft hij nog wel een tip. ‘Speel andere spellen of ga op z’n minst met spellenfanatici praten. En houd het klein: probeer niet ieder aspect van je onderzoek in één spel te proppen.’

Ondertussen verwacht Gins – onder andere vanwege het zoeken naar aanvullende financiering – dat het nog zeker een jaar duurt voor het spel echt verkrijgbaar is. ‘Ik hoop dat ik bij mijn promotie kan zeggen: Je hoorde nu over mijn onderzoek, maar bij het tafeltje hiernaast mag je er zelf mee spelen.’

Hedwig Sekeres, Raoul Buurke & Lourens Visser

Streektaalstrijd

‘Kan ik jullie bordspel nu kopen?’ hoorden taalwetenschappers Lourens Visser, Raoul Buurke en Hedwig Sekeres vaak als ze met hun onderzoek op wetenschapsfestivals en evenementen stonden. 

De drie promovendi hadden al snel succes Streektaalstrijd, dat voortkwam uit de suggestie van hun promotor Martijn Wieling. Het leek hem een goed idee om het geld bedoeld voor het communiceren van hun onderzoek naar het bredere publiek hieraan te besteden.

Doel van het spel is om ‘dialectgebieden’ op een kaart van Nederland en Vlaanderen te veroveren met muntjes. Die krijgen spelers door vragen over de streektalen te beantwoorden en opdrachten te doen. Daarmee lijkt wel wat op het veroveringsspel Risk en het vragenspel Triviant. 

Strategie

De eerste levering van vijfhonderd spellen, in februari dit jaar, was al na anderhalve week uitverkocht. ‘Dat hadden we niet helemaal verwacht’, zegt Sekeres. En dus kwam er in april een tweede levering van 2500 stuks, waarvan er nu nog voldoende te koop zijn. 

We willen de vooroordelen rondom streektaal wegnemen

Je hoeft geen kenner van streektalen te zijn om het spel te kunnen spelen, zegt Sekeres. ‘Op basis van alleen een veroveringsstrategie kun je ook nog best wel een slag slaan.’ Dat komt doordat je soms ook een muntje op een gebied mag leggen als je de vraag niet goed hebt beantwoord. Heb je de vraag wél goed beantwoord, dan mag je vaak twee muntjes leggen.

Het was een tip van een spellenontwerper die ze er al in een vroeg stadium bij betrokken, vertelt Sekeres. ‘We wilden weten of wij onszelf met het ontwerp niet ergens in de knoop zouden werken. Hij zei dat het anders wel een erg lastig spel werd voor wie niet supergeïnteresseerd is in taal.’

Geluidsfragmenten

Wie wél een taalfanaat is, kan zelfs aan het spel bijdragen door een geluidsfragment toe te voegen voor de online kaarten die steeds aangevuld worden. ‘Als speler krijg je zo’n fragment te horen en dan moet je raden waar dat dialect vandaan komt’, zegt Sekeres. 

‘En voor vragen over een aantal regio’s hebben we mensen die daar vandaan komen benaderd’, zegt Visser. ‘Vooral de Zeeuwen waren erg enthousiast’, zegt Sekeres. ‘Ons spel kreeg daar veel media-aandacht, en daardoor hebben ze ons veel vragen gestuurd.’ 

Het duurde wel even voor het spel er was. ‘We dachten eerst dat het wel in een jaar zou lukken, maar dat werd uiteindelijk tweeënhalf’, zegt Sekeres. ‘Dat is ook wel een tip voor andere spellenmakers: trek er veel tijd voor uit. En ga veel testen, ook buiten je eigen groep.’

‘Uiteindelijk willen we met Streektaalstrijd de vooroordelen rondom streektaal wegnemen’, zegt Visser. ‘Een dialect is niet fout. Sterker nog: de Nederlandse standaardtaal is óók een dialect.’

Streektaalstrijd is voor 37,50 euro te koop via de webshop van de RUG en in de winkel aan de Oude Kijk in ‘t Jatstraat

Marjon Fokkens-Bruinsma

Floreraar

Hoe kun je docenten leren omgaan met spanning op het werk? Hoe kun je zorgen dat ze veerkrachtiger worden, zodat er minder uitval is in het onderwijsvak?

Daar heeft universitair docent onderwijskunde Marjon Fokkens-Bruinsma een oplossing voor: haar bordspel Floreraar. ‘Er was behoefte aan vanuit lerarenopleiders’, vertelt ze. ‘Zij wilden weten hoe je luchtig over het thema kunt praten.’   

Ganzenbord

Floreraar lijkt nog het meeste op ganzenbord. Deelnemers gooien met een dobbelsteen en lopen rond over het bord. Onderweg moeten ze kaartjes pakken. Daarop staan vragen als ‘Wat betekent veerkracht voor jou?’ en ‘Hoe onderhoud je een vriendschap?’ Het speelbord is ingedeeld in zeven dagen. ‘Want veel docenten werken ook zeven dagen in de week’, zegt Fokkens-Bruinsma.

Het spel is geschikt voor alle plekken waar mensen informeel leren

Iedere deelnemer moet van elke kleur een kaartje hebben, en dus moeten ze met elkaar ruilen. ‘Daardoor wordt het spel echt coöperatief, want je kunt alleen als groep winnen.’

Van de duizend stuks die geproduceerd zijn, zijn er nu nog zo’n vijftig over. De rest is uitgedeeld op allerlei plekken: van conferenties tot workshops. 

Maar het spel is niet alleen voor aanstaande leraren. ‘Het is met een paar kleine aanpassingen geschikt voor alle plekken waar mensen informeel leren’, zegt Fokkens-Bruinsma. Dat komt in veel beroepen voor: van geneeskunde tot accountancy. 

Studentenwelzijn

Het spel van Fokkens-Bruinsma leverde al navolging op. Lisa Kiltz nam het bord als basis voor haar eigen spel, Campus Wellness Quest. Ze werkt samen met Fokkens-Bruinsma en promoveert op studentenwelzijn in het hoger onderwijs.

Kiltz tekende het bord zelf – ze is ook illustrator – en maakte andere kaartjes. ‘Het doel is om studenten bewust te maken van hun drie basisbehoeftes voor welzijn: autonomie, competentie en verbondenheid’, zegt ze. 

Doordat ze minder budget had dan Fokkens-Bruinsma, kon ze slechts vijfentwintig stuks van het spel maken. Die zijn allemaal weggegeven. ‘Mensen die het spel ook willen, kunnen het downloaden en dan zelf printen.’

Zelf printen

Maar eigenlijk is dat niet helemaal ideaal, merkt Kiltz. ‘Eigenlijk moet je vanaf het begin nadenken of er financiering is om het spel professioneel te laten produceren. Want een spel dat mensen zelf moeten printen, is eigenlijk geen mooie oplossing.’ 

Toch vind het wel aftrek. Tijdens corona is het ook veel online gespeeld met andere universiteiten en hogescholen, vertelt ze. ‘Een van de studenten vertelde mij dat het spel een behoorlijk ingewikkeld onderwerp toch toegankelijk maakt.’

Je kunt een exemplaar van Floreraar aanvragen via het contactformulier op deze website. De bestanden voor Campus Wellness Quest kun je hier downloaden.

Engels