Pepmiddelen zijn zorgwekkend populair
Welke student houdt niet van Ritalin?
De eerste keer dat de Duitse masterstudent Jan Ritalin slikte was uit nieuwsgierigheid. Hij had gehoord dat hij er misschien makkelijker door zou kunnen studeren en hij kon er makkelijk aankomen. Bij een vriend van hem was net de aandachtstekortstoornis ADHD (attention deficit hyperactivity disorder) vastgesteld en hij wilde best een paar pillen uitdelen.
Plotsklaps veranderde Jans hele studie-ervaring. ‘Het verbeterde mijn cognitieve vaardigheden niet en het leverde me ook geen twintig extra IQ-punten op’, zegt hij. ‘Maar het maakte studeren wel tot een prettige activiteit.’ Drie uur achtereen was hij gemotiveerd en gefocust. Hij voelde de drang om meer werk te verzetten, meer te studeren.
En dus werd het een gewoonte. Tijdens zijn bachelor nam hij behoorlijk vaak Ritalin, vertelt hij. Nu, tijdens zijn master, heeft hij het gebruik teruggeschroefd. ‘De laatste keer was een paar weken geleden.’ Hij heeft ook de dosering aangepast: in plaats van tien milligram slikt hij nu vijf. ‘Vanwege de bijwerkingen’, zegt hij. ‘Die zijn best heftig.’
Symptomen veinzen
Het is geen verrassing dat RUG-studenten zonder doktersrecept Ritalin slikken om beter te kunnen studeren. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat tot wel 15 procent van de studenten daar ADHD-medicatie gebruikt zonder dat de stoornis bij ze is vastgesteld. Uit een andere studie bleek dat 26 procent van de studenten die wel een recept hebben, pillen weggeven of verkopen.
Het maakte van studeren een prettige activiteit
Maar over het gebruik in Nederland is veel minder bekend, dus besloot RUG-psycholoog Anselm Fuermaier er onderzoek naar te doen. ‘We weten dat als mensen worden beoordeeld op ADHD, een substantieel aantal van hen ongeloofwaardig gedrag vertoont’, zegt hij. Dat wil zeggen dat de symptomen die deze mensen rapporteren soms zo ernstig zijn, dat je nauwelijks kunt geloven dat ze überhaupt nog functioneren. ‘Bij prestatietesten zijn ze zo onoplettend, langzaam of vergeetachtig dat het verdacht is.’
Fuermaier wil weten wat hier aan de hand is. Het zou kunnen dat dit een schreeuw om hulp is van mensen die werkelijk ADHD hebben. ‘Bijvoorbeeld omdat ze al maanden op een wachtlijst staan en ze bang zijn dat de dokter ze niet serieus neemt.’ Maar het kan ook zijn dat ze hun symptomen veinzen omdat ze de diagnose ADHD willen.
Excuus
‘Studenten staan onder druk’, legt Fuermaier uit. ‘En dan horen ze dat methylfenidaat ze kan helpen met studeren. Een diagnose levert ze misschien ook extra tijd op tijdens tentamens, of een rustige werkplek.’ In coronatijd kan het je zelfs een felbegeerde studieplek in de UB opleveren.
En het kan ook als excuus dienen. Ik ben gezakt door mijn ADHD, niet omdat ik niet hard genoeg heb gewerkt. Ik ben gesjeesd vanwege mijn ADHD, niet omdat ik te veel feestte.
We weten weinig over wat deze medicijnen doen met een gezond brein
Maken mensen dus echt misbruik van een ADHD-diagnose? En zo ja, wat doen we daaraan? Want het is wel degelijk een probleem, zegt Fuermaier. ‘Mensen met ADHD kunnen het echt moeilijk hebben. Sommigen slagen er niet in hun opleiding af te ronden of ze kunnen geen baan vasthouden, ze hebben drugsproblemen of hun relatie loopt stuk. Maar tegelijkertijd is er een verhitte maatschappelijke discussie gaande over de vraag of ADHD eigenlijk wel echt bestaat.’
Zijn missie is om een betere testmethode te vinden voor ADHD. Momenteel loopt een arts misschien een checklist na. Is de patient vergeetachtig? Check. Klaagt de patient dat hij moeite heeft met concentreren? Check. ‘Maar iedereen is vergeetachtig’, zegt Fuermaier. ‘We zijn er allemaal moe van dat we Zoom moeten gebruiken, we hebben allemaal concentratieproblemen. Maar we hebben niet allemaal ADHD.’
Hoog percentage
Om de mensen die de stoornis veinzen eruit te zeven, moet hij weten hoe mensen tegen ADHD aankijken, wat ze ervan vinden om medicatie te nemen zonder dat die hen voorgeschreven is, en hoeveel mensen deze pillen nemen zonder noodzaak.
Hij ondervroeg 1071 studenten van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen – vooral eerstejaars – en ontdekte dat maar liefst 16 procent minstens een keer methylfenidaat had geslikt, het werkzame bestanddeel in Ritalin. Bijna 60 procent van deze groep zei dat ze het ‘af en toe’ namen, en ongeveer 1 procent ‘regelmatig’.
En hoewel bijna geen enkele student had overwogen om zelf ADHD te veinzen, dacht meer dan de helft dat dit makkelijk zou zijn. Bijna 17 procent zei dat ze iemand kenden die dit had gedaan. Meer dan de helft dacht ook dat het profijtelijk zou zijn om dit te doen, zeker in een academische omgeving.
Deze resultaten verontrusten Fuermaier. ‘Studenten nemen het veel te licht op. Dit zijn psychostimulerende middelen die een effect hebben op ons centrale zenuwstelsel. De meeste studenten zouden echt niet zo makkelijk antidepressiva nemen, en we weten maar weinig over wat deze medicijnen doen met een gezond brein als je ze gedurende langere tijd gebruikt.’
Veilig
Promovendus Jesse dacht ook niet aan de gevaren, die ene keer dat hij Ritalin slikte om te studeren. ‘Ik kon me beter concentreren en ik voelde me energiek’, zegt hij. ‘Maar ik had vooral een soort euforisch gevoel. Het zorgde ervoor dat ik het leuk ging vinden om te studeren.’
Na afloop voelde ik me depressief en nerveus
Zijn zus kreeg onmiddellijk Ritalin voorgeschreven toen ze haar huisarts belde vanwege haar concentratieproblemen, zonder dat die haar zelfs maar gezien had. Daardoor leek het Jesse wel veilig.
Ook Jan dacht niet dat het gevaarlijk zou zijn, maar hij kreeg te maken met flinke bijwerkingen. ‘Na afloop voelde ik me depressief en nerveus’, zegt hij. ‘En ik hoorde ook over mensen die zelfmoordgedachten kregen nadat ze er teveel van hadden geslikt.’
Nu hij de dosis heeft verlaagd zijn de bijwerkingen niet zo erg meer als vroeger, zegt hij. Maar hij merkt wel hoeveel energie het gebruik van Ritalin hem kostte. ‘Ik ben uitgeput, alsof je cocaïne gebruikt hebt en het is uitgewerkt.’
Geen ethische bezwaren
Jan noch Jesse hoefden ADHD te veinzen om de hand op hun studiemiddeltje te leggen: ze hadden allebei vrienden die Ritalin voorgeschreven hadden gekregen en best wilden delen. Dat sluit aan bij de bevindingen van Fuermaier. Slechts 30 procent van de studenten die Ritalin gebruikten, verkregen hun pillen via de zwarte markt. Meer dan 80 procent noemde leeftijdsgenoten of familie als bron.
Het viel Fuermaier ook op dat de respondenten weinig ethische bezwaren hadden tegen het slikken van deze medicijnen. ‘Studenten die geen methylfenidaat slikten, vonden dat niet nodig, of ze maakten zich zorgen om hun gezondheid.’ Minder dan 20 procent noemde als reden het feit dat het illegaal is, dat het oneerlijk is tegenover anderen of dat het je een onverdiend voordeel geeft.
Deze uitkomsten baren de psycholoog zorgen. Studenten die medicatie gebruiken die alleen op recept verkrijgbaar is hebben vaker neuropsychologische stoornissen en zijn sneller geneigd tot drugs- en alcoholmisbruik. Ze hebben vaker een psychiatrische aandoening en zijn vaker in psychologische nood.
‘De resultaten wijzen uit dat Nederlandse universiteitsstudenten een nogal vrijzinnige opvatting hebben over het veinzen van ADHD, en alarmerend vaak pepmiddelen gebruiken’, zegt hij. ‘Dus het is gerechtvaardigd om goed te onderzoeken hoe geloofwaardig hun symptomen zijn voor je ze medicijnen geeft.’