Wat werkt beter?
Vaccin of immuunsysteem
‘Ik ben bang dat mijn immuunsysteem een flinke deuk zal oplopen door het vaccin’, zei student internationaal en Europees recht Maartje vorige week in UKrant. Zij wil zich ook niet laten prikken.
Tegelijkertijd vertrouwt Maartje juist op haar immuunsysteem. Dat die het probleem op zal lossen, mocht ze toch besmet raken. Net als haar vriend John en student natuurkunde Thom. Ook zij kiezen liever voor gezond eten en sporten. Niet dat ze bang zijn te worden getrackt door Bill Gates of dat de overheid hen op duistere wijze probeert te controleren via een prik. Ze zien het nut gewoon niet zo. Want: wie jong is en sterk, die kan zo’n simpel virusje toch zeker zélf wel aan?
RUG-vaccinoloog Anke Huckriede schudt haar hoofd als ze het hoort. Al haar hele leven bestudeert ze de reactie van het immuunsysteem op vaccins, tot voor kort vooral in verband met influenza. Corona veranderde haar leven. En dus houdt ze zich nu, samen met immunologe Debbie van Baarle en geneticus Lude Franke, bezig met de vraag waarom sommige mensen zó heftig op het coronavirus reageren, dat ze op de intensive care belanden, terwijl anderen er vanaf komen met nauwelijks merkbare symptomen.
Holy grail
Ze maakt daarvoor onder andere gebruik van de database van LifeLines – waarin de genetische informatie van 135.000 mensen uit Noord-Nederland is opgeslagen. Ze verzamelde bloedmonsters van mensen die Covid19 hebben gehad – ernstig of niet – en kijkt hoe het virus hun immuunsysteem heeft beïnvloed: hoeveel antilichamen er zijn, bijvoorbeeld. Of: hoe zit het met de T-cellen, die reguleren hoe de immuunrespons eruitziet?
Waarom de ene wel ziek wordt en de ander niet, daarvan heeft ook zij nog altijd geen idee. ‘Dat is de holy grail van het corona-onderzoek, waar tig wetenschappers zich mee bezig houden’, zegt ze.
Maar wat ze wel weet, is wat er misgaat áls het misgaat. En het probleem is vaak niet dat het immuunsysteem niet aan de slag gaat met de onbekende indringer, het gaat juist in overdrive.
‘De eerste stap, na een besmetting, is dat je aangeboren immuunsysteem reageert op het virus’, legt Huckriede uit. ‘Dat gaat dan stofjes aanmaken, zogenoemde cytokines, die zorgen dat je bijvoorbeeld koorts krijgt, hoofdpijn of spierpijn.’ Deze symptomen van Covid19 worden dus veroorzaakt doordat je lichaam aan het werk is om het virus te verdrijven.
Gevecht
Na verloop van tijd – ongeveer een week – volgt stapt twee in het gevecht tussen virus en immuunsysteem. ‘De verworven afweer wordt aangeschakeld’, zegt Huckriede. Er worden dus antistoffen en T-cellen aangemaakt. ‘Die T-cellen vallen vervolgens de geïnfecteerde cellen aan en maken ze kapot.’
De redenatie ‘ik ben jong, dus ik loop nauwelijks risico’, klopt niet
Alleen gaat zoiets niet zonder slag of stoot. En als de geïnfecteerde cellen doodgaan, komen er stofjes vrij die het alarmsysteem van het lichaam extra op scherp zetten. ‘Dat trekt meer cellen naar de longen toe, die daar aan het werk gaan om de schade op te ruimen. Maar het gevolg is een hele sterke ontstekingsreactie in de longen.’
En dán kunnen mensen niet meer voldoende zuurstof opnemen en belanden ze op de intensive care. ‘Je kunt dus zeggen dat wanneer mensen een sterke immuunreactie vertonen op het virus, ze er extra last van kunnen hebben’, zegt Huckriede.
Topsporters
Welke mensen dat zijn, kun je dus niet zeggen. Het zijn in elk geval niet per definitie de zwakkeren onder ons. ‘Ik heb getallen uit Duitsland gezien, waaruit blijkt dat meer dan vijfhonderd topsporters getroffen waren door long covid. En dat zijn toch heel gezonde mensen.’
Natuurlijk ontkent Huckriede niet dat ouderen wel degelijk een veel hogere kans hebben op ziekenhuisopname. ‘Het probleem is alleen dat de omgekeerde redenatie – ik ben jong dus loop ik nauwelijks risico – niet klopt.’
Ze denkt bovendien dat jongeren de risico’s te laag inschatten. Voor de mensen van Huckriede’s leeftijd is het risico op een ziekenhuisopname door Covid19 absoluut groter; ongeveer 10 tot 12 procent is. Voor studenten is het één op de honderd. Maar ook dat is een aanzienlijk getal, benadrukt ze.
En dan is er nog het risico op long covid: maandenlange vermoeidheid en concentratieproblemen. Wat ook voorkomt onder mensen die de infectie schijnbaar fluitend hebben doorstaan. Hoewel er nog maar weinig onderzoek is gedaan, lijken studenten aan te kijken tegen een risico van rond de 10 procent op long covid. Het risico op geur- en smaakverlies is ook groot: 30 tot 35 procent, waarvan dat bij de helft langdurig is.
Geen wondermiddel
‘Dat lijkt me allemaal dus echt geen pretje’, zegt Huckriede. ‘Als je je dat kunt besparen door zo’n vaccin, dan is dat heel fijn.’
Maar hoe zit het dan met dat immuunsysteem dat de niet-prikkers juist willen beschermen? Kan dat dan géén opdonder krijgen van de vaccinatie?
Opnieuw hoofdschudden van Huckriede. ‘Op dit moment zijn er anderhalf tot twee miljard vaccins toegediend’, zegt ze. ‘Als dat daadwerkelijk ernstige gevolgen zou kunnen hebben, dan wísten we dat inmiddels.’
Als het ernstige gevolgen zou kunnen hebben, dan wísten we dat, na twee miljard vaccinaties
Tegelijk hebben die bijna twee miljard injecties laten zien dat de voordelen groot zijn.
Het is geen wondermiddel, mensen blijken nog altijd Covid19 te kunnen krijgen, geeft Huckriede toe. ‘De huidige vaccinatie wordt intramusculair toegediend en werkt daardoor erg goed tegen het virus in de longen, maar minder goed tegen virusdeeltjes in de bovenste luchtwegen’, zegt ze. ‘Dat komt omdat het immuunsysteem daar veel zwakker afgesteld is, zodat we niet van ieder stofje in het milieu om ons heen ziek worden.’
Kettingreactie
Maar tegen ziekenhuisopname, waarbij je eigen immuunsysteem zich tegen je keert, dáártegen werkt het als een tierelier. Doordat je al antistoffen hebt, kunnen die zich snel op het oppervlakte van het virus binden. ‘En daardoor kan het virus zich niet meer aan cellen in de longen hechten, waardoor symptomen uitblijven.’ En dus ook de gevreesde kettingreactie waarmee je aan de beademing kunt belanden.
Winst.
Ook de kans dat je het overdraagt is veel kleiner. Niet nul, maar naast de lagere kans om het op te lopen – waarschijnlijk zo’n 50 tot 60 procent – is ook de kans op besmettelijke deeltjes in je neus lager. Ben je dan toch één van de mensen die besmettelijk blijkt, dan is de periode dat je dat bent korter. ‘Het is een optelsom, waarbij je al snel op een fors verlaagde kans op overdracht uitkomt.’
Alweer winst.
En dus wil Huckriede graag studenten overtuigen van het belang van de vaccinatie. Want dat moet kunnen, denkt ze. Deze studenten hebben geen wantrouwen naar de overheid, denkt ze. ‘Ik vrees dat het toch een kwestie is waarbij ze elkaar napraten. Het is door sociale media heel gemakkelijk om bevestigd te worden in de mening die je al hebt.’
Onderschat de risico’s van een infectie niet, pleit ze. En zet die af tegen de risico’s die je ziet als je je wél laat vaccineren. Maar zet dat ook af tegen het risico dat de mensen om je heen lopen. Want stel dat je je kwetsbare ouders besmet, je grootouders. Of je neemt het mee naar een kwetsbare studente in de collegezaal. ‘Wil jij degene zijn die het overdraagt?’
De snelheid ging níet ten koste van de veiligheid, benadrukt Huckriede. Het ging zo snel omdat instanties er voorrang aan gaven en overheden er geld voor neerlegden. En dus:
- werden de wettelijk verplichte 3 fases van testen niet na elkaar, maar overlappend aan elkaar gedaan
- gebeurde registratie niet aan het eind, maar werd het als doorlopend proces gedaan
- was de productie al opgestart vóór goedkeuring van het vaccin
- Bovendien waren er al soortgelijke vaccins gemaakt, voor andere coronavirussen