

Vijf jaar na coronaVideobellen
Vergaderen we fysiek of online?
De coronapandemie ligt ruim achter ons, het leven gaat z’n gewone gang weer. Maar welke blijvende effecten heeft het virus gehad op en rond de universiteit? In welke opzichten zijn we er beter uitgekomen, en wat is nooit meer als vanouds geworden? UKrant onderzoekt dit in een serie artikelen over onder meer het onderwijs, het verenigingsleven en ons sociale gedrag.
‘Pling’, klinkt het vanuit de Google Meet. Julian Koellermeier lacht naar zijn laptopcamera. Op zijn hoofd heeft hij een noisecancelling koptelefoon. Zijn ogen schieten van het ene naar het andere scherm terwijl hij een paar keer klikt met zijn muis. ‘Kun je me goed horen?’ vraagt hij.
De universitair docent toegepaste wiskunde belt vanuit zijn kantoor aan de Universiteit Gent, waar hij een deel van de week werkt. De rest van de tijd werkt hij aan de RUG. Zonder videobellen zou deze dubbele aanstelling een stuk lastiger zijn, vertelt hij. ‘Ik zit nu in Gent, maar heb vandaag al twee vergaderingen van de RUG gehad.’
Waar een vergadering of overleg eerder altijd op locatie was, is ‘fysiek of online?’ nu een standaard vraag. Het maakt het werk aan de universiteit een stuk efficiënter, flexibeler en toegankelijker, zeggen medewerkers.
‘Ik dacht laatst nog: wat als dat videobellen wegvalt? Mijn leven zou dan zo anders zijn’, zegt Lisa Herzog. In haar werk als hoogleraar politieke filosofie zijn online vergaderingen heel vanzelfsprekend. ‘Naast onderzoeker ben ik ook decaan, dus als ik in het buitenland zit, kan ik gewoon meepraten met belangrijke meetings in Groningen.’
Ze is dus fan. ‘Je bent minder geld kwijt aan reizen, het is flexibel en efficiënt’. En als bijvoorbeeld een van haar promovendi een probleem heeft, kan Herzog snel tot een oplossing komen. ‘Ook al ben ik niet fysiek in Groningen, dan kunnen we toch meteen kijken wat er nodig is.’
Nieuwe samenwerkingen
Dat mensen elkaar videobellen was voor de pandemie ondenkbaar in de academische wereld, vertelt Koellermeier. ‘Onderzoek bespreken deed je vooral persoonlijk of via de mail.’
Maar in 2020 veranderde dat drastisch. Razendsnel moesten mensen wegwijs worden in programma’s als Google Meet en Zoom om hun werk te kunnen blijven doen. Dat betekende vaak haperende verbindingen, partners en kinderen die onverwachts door het beeld liepen en calls met vijftig mensen tegelijk.
Ook voor Koellermeier was het in het begin even puzzelen. ‘Ik heb partners in China en die kunnen niet bij Google’, zegt hij. Even een Meet-uitnodiging sturen kan dan niet. ‘Maar als het werkt, dan werkt het ook goed.’
Corona dwong ons om creatief te zijn
Het opende voor hem de poort naar wetenschappelijke samenwerkingen met het buitenland, die op deze manier makkelijker te onderhouden zijn. ‘Aan de universiteit, vooral in het onderwijs, zijn we gewend om te doen wat we altijd doen. Corona dwong ons om creatief te zijn.’
En creatief, dat is Koellermeier met videobellen zeker. Met een groepje hechte collega’s spreekt hij regelmatig af om samen op afstand te werken. ‘We komen samen in een online call om met zijn allen gefocust te werken’, vertelt hij. Ze beginnen met een kwartiertje kletsen, om bij elkaar in te checken: hoe gaat het en waar zijn ze mee bezig?
Daarna is het tijd voor serieuze zaken. Zo’n anderhalf uur zijn ze ongestoord aan het werk, met hun camera aan en het geluid uit. ‘We werken aan belangrijke, maar niet urgente dingen, dus bijvoorbeeld beursaanvragen of papers’, vertelt hij. ‘Omdat er strikt gezien een bijeenkomst in je agenda staat, plan je dan niets anders. Dat is heel effectief.’
Openbare vergaderingen
Ook in de bestuurlijke lagen van de RUG bleef het potentieel van videobellen niet onopgemerkt. Tijdens de pandemie begon de universiteitsraad haar openbare vergaderingen te livestreamen, bij gebrek aan een publieke tribune.
Maar ook nu zijn de vergaderingen nog online te volgen. Dat bevalt erg goed, vertelt griffier Roos Feringa. Er is veel animo vanuit de RUG om even aan te schuiven, vooral bij wie normaliter op Zernike werkt. ‘We merken dat mensen die interesse hebben in een bepaald stuk van de vergadering de livestream op de achtergrond aanzetten om mee te luisteren.’
Ook voor grotere groepen werkt het goed. ‘Laatst wilde er een studentengroep meekijken’, vertelt Feringa. ‘Maar ik kreeg zoveel aanmeldingen dat het niet paste, dus vroeg ik ze om dit online te doen. Dat werkte perfect.’
Veel schakelen
Maar nadelen hebben videocalls toch ook. Herzog: ‘Je bent altijd beschikbaar.’ Tijdens de pandemie was ze soms de hele dag door aan het videobellen. ‘Dat was zo veel, daar kreeg ik echt vierkante ogen van.’
Tegenwoordig kiest Herzog ervoor om lange dagen vol online meetings te vermijden en probeert ze haar onderzoekstijd vrij te houden. ‘Maar soms plan ik er dan toch nog eentje in.’
Ingewikkelde gesprekken voer ik niet via Google Meet
‘Je zegt niet snel nee tegen een online meeting’, beaamt Koellermeier. Afstand speelt immers geen rol meer. Ook als hij op conferenties in het buitenland is, heeft hij soms nog afspraken staan. ‘In mijn hotelkamer belde ik dan ‘s ochtends vroeg met een collega, voordat de conferentie begon.’
Daarom neemt hij maatregelen. Vrijdagen houdt hij vrij van vergaderingen, zodat hij taken kan doen die tijdsintensief zijn. ‘Het is zo lastig om van een vergadering te schakelen naar onderzoek en weer terug’, vindt Koellermeier. ‘Het kost veel tijd.’
Ook is niet elk gesprek geschikt voor een online setting. ‘Wat ik niet doe via Google Meet is ingewikkelde gesprekken voeren of conflicten uitpraten’, zegt Herzog. ‘Vroeger zou je dat toch ook niet over de telefoon hebben gedaan?’
Verbindingsproblemen
Heel begrijpelijk, vindt universitair hoofddocent psychologie Namkje Koudenburg. Zij onderzoekt hoe het gebruik van diverse communicatiemethodes, zoals videobellen, de relaties tussen mensen beïnvloedt.
Wat heel belangrijk is in een gesprek tussen twee mensen, legt ze uit, is ‘conversational flow’, hoe een gesprek loopt. Wanneer deze ‘flow’ verstoord wordt, bijvoorbeeld door problemen met de verbinding, ervaren mensen het gesprek met de ander een stuk minder prettig, bleek uit een experiment dat ze deed.
‘We zagen dat het gesprek letterlijk niet lekker liep. De deelnemers met connectieproblemen klikten minder met elkaar, hadden minder een gevoel van verbinding en dachten vaker dat ze het oneens waren.’
Je beurt nemen
Volgens Koudenburg kan dit te maken hebben met de manier waarop we in het echte leven met elkaar communiceren. Neem bijvoorbeeld wanneer je je beurt neemt in een gesprek. ‘In het echt heb je input die ervoor zorgt dat je een goed moment kiest om in te breken’, vertelt ze. Door de variatie in de toon van de zin, bijvoorbeeld, of door oogcontact.
In het echt heb je input die helpt op een goed moment in te breken
Maar dat soort mechanismen werken niet altijd in een online belletje en daardoor verloopt dat vaak ongemakkelijk. ‘Je verwacht namelijk een knikje of een “uhuh”, maar dat komt maar niet.’ Je hebt dan minder het idee dat je op dezelfde golflengte zit.
Het maakt dat online communiceren gebrekkiger én minder leuk kan zijn. ‘Brainstormen, bijvoorbeeld, doe ik veel liever persoonlijk’, vertelt Koudenburg. ‘Die energie is live toch anders en de synergie is dan beter.’
Laagdrempelig
Herzog herkent dit. ‘Ik vind het lastig om creatief te zijn op Meet’, beaamt ze. ‘Ik weet niet of dat ligt aan hoe je beweegt, maar er is iets wat fysiek dan zoveel toevoegt.’
Maar over de gehele linie zijn ze allemaal enthousiast over videobellen. ‘Je kunt laagdrempelig dingen organiseren en doen die normaal buiten de kaders vallen omdat er geen financiering voor is’, zegt Herzog.
Zoals boeklanceringen, die ze zelf ook weleens heeft georganiseerd. ‘Je hebt geen reiskosten of kosten voor een locatie’, vertelt ze. ‘Bovendien zijn online boeklanceringen ook heel erg leuk.’
Ook bij de universiteitsraad blijven ze hun videostream doorontwikkelen. Feringa: ‘We werken nu aan live ondertiteling. Gesprekken in het Nederlands worden dan meteen vertaald naar het Engels.’
Blended learning. Waar staan we nu?
De groei van de studentenverenigingen
Hoe beïnvloedde corona ons sociaal gedrag?