

Vijf jaar na coronaThuiswerken
Naar kantoor voor de contacten
De coronapandemie ligt ruim achter ons, het leven gaat z’n gewone gang weer. Maar welke blijvende effecten heeft het virus gehad op en rond de universiteit? In welke opzichten zijn we er beter uitgekomen, en wat is nooit meer als vanouds geworden? UKrant onderzoekt dit in een serie artikelen over onder meer het onderwijs, het verenigingsleven en ons sociale gedrag.
Eva Teuling werkt eigenlijk niet meer dan één dag per week vanuit huis. ‘Door mijn collega’s gewoon tegen te komen kan ik veel sneller schakelen en even kort iets bespreken’, zegt de projectmanager bij Science LinX.
Tuurlijk, soms is het gewoon praktisch. Na een overleg in de binnenstad is het wel zo gemakkelijk om naar huis te gaan en niet helemaal terug te hoeven fietsen naar Zernike. En, vindt ze: het is een uitkomst als je niet zo fit bent, of als je kinderen ziek zijn.
Hoera dus voor thuiswerken, en dan vooral voor de flexibiliteit die het biedt.
Maar er zijn ook mensen die er heel anders over denken, weet ze. ‘Zelf merk ik dat veel overleggen op maandag, dinsdag en donderdag worden gedaan, waardoor je op die dagen van overleg naar overleg rent, omdat op woensdag en vrijdag iedereen thuiswerkt. Dan kun je soms een kanon afschieten in het gebouw.’
Genormaliseerd
Vijf jaar nadat corona losbarstte in Nederland en de universiteit van de ene dag op de andere werd gesloten, is thuiswerken de gewoonste zaak van de wereld geworden. De RUG was altijd al flexibel – vooral onderzoekers werkten vaak thuis en de universitaire werkplek is natuurlijk ingericht om werknemers maximale flexibiliteit te kunnen bieden.
Op maandag, dinsdag en donderdag ren je van overleg naar overleg
Maar sinds iedereen thuis moest werken, is er wel degelijk wat veranderd. Hoewel er misschien geen recht is op werken vanuit je eigen huis, is het wel volledig genormaliseerd. Na de chaotische start, waarbij mensen zich vanachter hun keukentafel moesten redden, met haperende wifi en slechte schermen, is er van alles verbeterd.
Als werknemer heb je tegenwoordig recht op vergoeding voor een goed beeldscherm en een goede bureaustoel. Er is een regeling die werknemers 500 euro biedt om een laptop voor thuis aan te schaffen. Je krijgt een vergoeding – 2 euro per dag plus 25 euro per maand – voor het internet.
Van de 5980 RUG-medewerkers hebben er maar liefst 3838 aangegeven een of meerdere dagen thuis te werken. Hoeveel dat er voor corona waren, is niet bekend, omdat dit pas sinds de invoering van AFAS in 2020 systematisch wordt bijgehouden. De meesten zijn thuis op woensdag en vrijdag – 37,7 procent en 45,8 procent. Op dinsdag zijn de meeste werknemers op het werk. Slechts 27,1 procent werkt dan thuis. ‘Het is veel meer genormaliseerd’, zegt ook RUG-woordvoerder Elies Wempe-Kouwenhoven. ‘De cultuur is daarin echt veranderd.’
Voordelen
En dat is een goede zaak, vindt Eleni Giannakoudi, die promotieonderzoek doet naar hybride werken aan de RUG. Thuiswerken, zegt ze, heeft namelijk serieuze voordelen voor werknemers. ‘Hoe meer ze thuis mogen werken, hoe meer mensen het idee hebben dat ze zelf kunnen kiezen wat het beste is voor hen. Het geeft ze een gevoel van autonomie.’
Het gevolg: werknemers zijn tevredener over hun werk en voelen zich nauwer verbonden met het bedrijf waarvoor ze werken. ‘Ze voelen zich dan gesteund en ze hebben het gevoel dat er vertrouwen in hen is, zegt Giannakoudi. ‘En ze gaan dan minder snel weg bij het bedrijf.’
‘Voor corona werkte ik een dag per week thuis’, beaamt universitair docent amerikanistiek Jelte Olthof. ‘Tegenwoordig is dat twee dagen per week.’
Hij herinnert zich de chaotische coronadagen nog goed. Hij was net lid geworden van de examencommissie en juist die draaide in die tijd overuren. Dus daar zat hij, met drie kinderen, van wie de jongste nog maar één jaar oud was. ‘Ik heb dat niet ervaren als een fijne tijd.’
Maar nu? Zijn kinderen gaan allemaal naar school en dat betekent dat hij thuis kan focussen en zorgen dat er dingen afgerond worden. ‘Op de faculteit is het veel drukker. Er lopen dan altijd mensen binnen.’
Productief
Dat geldt ook voor Giannakoudi zelf. ‘Als ik me echt moet concentreren, kan ik dat het beste thuis doen’, zegt ze. ‘En voor andere dingen ga ik juist weer sneller naar kantoor.’ Ze kiest dan voor de dagen dat de meeste collega’s aanwezig zijn, zodat ze kan bijpraten en ideeën kan uitwisselen.
Als mensen thuis mogen werken, voelen ze zich gesteund door het bedrijf
De angst dat mensen minder productief zouden worden, door stiekem wassen te draaien of andere privédingen te doen, bleek ongegrond. ‘Er zijn geen negatieve effecten aangetoond van hybride werken op de individuele productiviteit’, zegt Giannakoudi. ‘We mogen wel nadenken over de maatstaven we gebruiken. Gaat het om de uren die je werkt of je output? Wat de een in acht uur doet, doet de ander misschien in vier uur. Maar maakt dat echt verschil?’
En zo veranderde het kantoor van de plek waar je moet zijn, naar de plek waar je wilt zijn en contact legt met je teamleden.
Minder zichtbaar
Toch is dat voor de RUG geen reden om kantoren maar af te schaffen – althans voor de mensen die geen baliefunctie hebben of om andere redenen fysiek op de universiteit moeten zijn. Meer dan 40 procent thuiswerken mag het niet worden. ‘Dat is gebaseerd op onderzoek’, zegt Giannakoudi. ‘Sommige van de positieve punten van thuiswerken worden juist negatief als je heel vaak thuiswerkt. 40 procent is het ideale midden: niet te veel en niet te weinig.’
Er zijn immers wel degelijk nadelen. Mensen werken thuis vaak meer uren dan op kantoor. Als je niet hoeft te reizen, geen koffie drinkt voor aanvang én niet wordt afgeleid door de vragen van je collega, zit je al snel langer achter je pc. En dat kan weer leiden tot gezondheidsklachten, zoals RSI en burnout.
Ook zijn werknemers minder zichtbaar voor een leidinggevende. ‘Er zijn wat aanwijzingen dat het je carrière en je professionele ontwikkeling kan hinderen, zegt Giannakoudi.
Maar het allerbelangrijkste nadeel is het gevaar dat mensen geïsoleerd raken of zich terugtrekken. ‘Als je minder spontane contacten hebt met collega’s, kunnen mensen zich eenzamer en buitengesloten voelen.’
Handen schudden
Voor universitair docent Derk Jan Heslinga van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde is dat herkenbaar. Zodra de coronamaatregelen het toelieten, keerde hij terug op de faculteit. Maar dat gold niet voor al zijn collega’s. ‘Mijn indruk is dat er veel meer thuisgewerkt wordt dan vroeger’, zegt hij. ‘Ik zie toch heel wat gesloten deuren op de faculteit.’
Zo nu en dan is er wel een sociaal event, maar het is wel wat magertjes
Je mag dan misschien maximaal twee dagen per week thuiswerken, maar of daar nou werkelijk op gecontroleerd wordt? ‘En bovendien: ik kan twee dagen thuiswerken, een collega twee andere dagen en dan geef je nog college en kom je elkaar niet tegen.’
En wat hem betreft is daar toch iets verloren gegaan. De spontane contacten, het handen schudden, even checken of je iets voor elkaar kunt betekenen, ‘dat komt online toch een stuk minder uit de verf’.
Het gevolg is dat mensen zich terugtrekken op hun eigen eilandje en hun eigen ding gaan doen. Zeker omdat gezamenlijke afspraken om het team bijeen te houden in zijn groep ontbreken. ‘Zo nu en dan is er wel een sociaal event of een vakgroepvergadering, maar het is wel wat magertjes.’
Vaste kantoordagen
Dat gevaar was er ook bij Studium Generale, zegt programmamaker Annelies Noordhof. Daar is besloten om naast een maandelijkse teamlunch ook vaste dagen te prikken waarop het team elkaar ontmoet en elkaar inspireert. ‘We doen dat op maandag, dinsdag en donderdag. En dan heeft iedereen ook nog een thuiswerkdag. Dat vinden we allemaal heel waardevol.’
Ook Noordhof zorgt dat ze het werk waarbij ze moet focussen thuis doet. Ook drukke telefoontjes doet ze thuis, zodat ze haar collega’s er niet mee lastigvalt. Zij beschouwt het post-corona thuiswerken dan ook als winst. ‘Zolang je die gezamenlijke momenten maar vasthoudt. De kletspraatjes, spontane ontmoetingen en overlegjes.’
Voor Giannakoudi zijn juist die oplossingen – gezamenlijke kantoordagen, lunches en theemomenten – interessant. Wat het beste werkt is nog niet duidelijk – daarvoor zijn de oplossingen nog te nieuw.
Maar één ding wil ze toch wel meegeven. ‘Een team moet samen overeenkomen hoe ze thuiswerken combineren met dagen waarop iedereen op kantoor is.’ Mensen dwingen terug te keren naar kantoor, waar ze dan vervolgens met een koptelefoon op zitten, of met gesloten deur, lossen ook niets op. ‘Het is enorm belangrijk dat het team elkaar regelmatig ziet, maar dat is een delicate balans.’
Blended learning. Waar staan we nu?
De groei van de studentenverenigingen
Hoe beïnvloedde corona ons sociaal gedrag?