Verkracht door een gastonderzoeker
Hoe Alice’s toekomst werd verwoest
Daar zit ze. Een Chinees meisje tegenover een politieagent. Op haar gezicht zitten blauwe plekken, haar kleren zijn verfomfaaid. Ze staart in het niets, maar dat is logisch. Ze heeft bijna 36 uur niet geslapen. Dat lukte niet. Niet na wat er is gebeurd.
De agent neemt haar verklaring af en stuurt haar naar huis. Als ze aangifte wil doen, krijgt ze te horen, moet ze na het weekend terugkomen.
‘Ik dacht echt dat de politie hem meteen zou arresteren als ik vertelde wat er gebeurd was’, zegt de Chinese PhD-student Alice – niet haar echte naam. ‘Maar ze deden helemaal niets.’
Op 24 oktober 2019 nodigde een onderzoeker van de Jiangsu Normal Uni, op bezoek aan de rechtenfaculteit, Alice uit om bij hem langs te komen in de internationale studentenflat waar hij verbleef. Een paar weken daarvoor had hij haar benaderd in de Zernikebibliotheek. Ze had hem verteld dat ze zich aan het voorbereiden was op haar go/no-go-gesprek en hij zei dat hij haar daarbij kon helpen.
Van achteren vastgegrepen
Hij kookte voor hen in de gemeenschappelijke keuken. Ze aten. Ze spraken over onderzoek en de mogelijkheden na haar promotie. Toen ze zag dat de batterij van haar telefoon bijna leeg was, pakte ze haar spullen en wilde weggaan.
‘Hij greep me van achteren vast en sleepte me naar zijn kamer’, zegt ze. ‘Ik zei tegen hem dat ik weg moest, maar hij duwde me op zijn bed. Ik probeerde hem af te weren, maar dat lukt niet.’
Ik zei tegen hem dat ik weg moest, maar hij duwde me op zijn bed
Ze kan zich een scherpe pijn herinneren, toen ze haar hoofd stootte. Ze moet buiten bewustzijn zijn geraakt, want daarna was er een hele tijd niets. Toen ze weer wakker werd, lag ze naakt in het donker. ‘Ik probeerde weg te komen en viel van het bed. Toen bedreigde hij me. Hij zei dat hij naaktfoto’s van me had die hij aan anderen zou laten zien. Dat hij mijn onderzoek had gestolen om financiering aan te vragen. Hij zei dat hij heel belangrijk was en dat ik geen aangifte mocht doen.’
Hij nam haar mee naar de Zernikebibliotheek. Misschien dat hij daar heeft zitten studeren, ze weet het niet zeker. Ze zat daar maar, met haar hoofd op de tafel.
Toen ze uren later weer opkeek, was hij weg.
Op zoek naar hulp
Er was zoveel dat Alice niet begreep in Groningen. Ze worstelde met de taal. Ze had moeite om haar weg te vinden, omdat alles zo vreemd was. ‘Ik kwam nergens zonder Google Maps.’
Maar ze had verwacht dat de Nederlandse politie wel iets zou doen toen ze zich de volgende dag tot hen wendde voor hulp. In elk geval wel iets meer dan haar adviseren om naar haar vertrouwenspersoon op de universiteit te gaan, en naar de dokter voor een check en een morning-afterpil.
Ze ging naar de dokter. En ze nam ook contact op met de vertrouwenspersoon, Marjolein Renker, die een tolk regelde. Haar supervisor, hoogleraar Chinese taal en cultuur Oliver Moore, werd er ook bij betrokken en samen gingen ze mee voor haar formele aangifte.
Moore deed zijn best, weet ze nog. Hij zei dat ze zich geen zorgen hoefde te maken over het go/no-gogesprek, dus dat was tenminste iets. Hij zei dat ze contact met hem kon opnemen als ze meer hulp nodig had.
Confrontatie
Inmiddels besefte ze dat de politie niet achter haar aanvaller aan zou gaan. Ze wist ook dat hij een dag later terug naar Xuzhou zou vliegen. Dus ging ze naar Schiphol om antwoorden te krijgen.
Ze ging de confrontatie met hem aan, terwijl hij in de rij stond. En hoewel de politie op Schiphol hen beiden meenam voor verhoor en ze hen vertelde dat deze man haar verkracht had, lieten ze hem toch aan boord van het vliegtuig gaan. ‘Ik snapte het niet. Waarom hield de politie hem niet aan?’
Ik snapte het niet. Waarom hield de politie hem niet aan?
Toch gaf Alice niet op. Ze stapte op het vliegtuig naar Xuzhou om aangifte te doen tegen haar aanvaller in de stad waar hij werkte.
Daar bleek echter dat de politie weinig zin had om met haar te praten. Toen ze hen de officiële aangifte uit Nederland toonde, zeiden ze dat die nep was.
Een ding was haar al wel duidelijk: in een land dat de schijn van stabiliteit boven alles stelt, wordt het niet op prijs gesteld dat zij onrust veroorzaakte. Niemand had aanvechting een gerespecteerde docent van een gerespecteerde universiteit aan te pakken.
Twee maanden lang moest ze bellen, mailen, de autoriteiten achter de broek zitten. Toen pas kreeg ze bericht dat ze aangifte mocht doen. Naderhand adviseerde de politie haar om terug te gaan naar Nederland, en dat deed ze.
De backlash
In China geldt: als er eenmaal aangifte is gedaan, moet er actie ondernomen worden. Maar niet iedereen was daar blij mee.
Eenmaal terug in Groningen begonnen er berichten van vreemden binnen te stromen via Telegram en email. ‘Ze zeiden dat het weinig zin had om met de politie te praten, omdat die toch niets zouden doen. Ze zeiden ook dat dit het imago van mijn land zou beschadigen.’ Sommige berichten bestonden alleen uit een boze emoji.
Toen, in het voorjaar van 2020, plaatste haar aanvaller een bericht op zijn Weibo-pagina – de Chinese versie van Facebook – waarin hij haar ervan beschuldigde dat ze het verkrachtingsverhaal verzonnen had, en dat ze een slet was. De politie bleek hem ondervraagd te hebben.
Civiele zaak
Het bericht verscheen op twintig tot dertig verschillende accounts en werd gelezen door zo’n 8 miljoen mensen. Haar adres werd bekend. Vreemden stuurden haar appjes en emails. En toen kreeg ze ook nog een mail waarin stond dat de Chinese regering contact had gezocht met het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, omdat Alice haar aanvaller belasterd zou hebben op Weibo. De Groningse politie wilde haar graag spreken. Als verdachte.
Ze zeiden dat ik het imago van mijn land zou beschadigen
De politie liet de zaak weliswaar al snel vallen, maar het voelde het alsof zij nu zelf aangevallen werd: eerst door middel van de berichten op social media, daarna door deze ‘lasterzaak’.
Maar, zegt ze, het bood wel een nieuwe kans. ‘In China is het een heel serieuze kwestie als iemand zonder bewijs de reputatie van een ander beschadigt op sociale media. Hij had geen bewijs. Maar ik wel.’
In 2021 spande ze een civiele rechtszaak aan in Beijing en in maart 2022 was er zelfs een hoorzitting. Maar een uitspraak is er nog altijd niet.
En al die tijd gebeurden er vreemde, intimiderende dingen. Iemand gaf zich voor haar uit tegenover een journalist. Ze werd gebeld door de politie in Den Haag in verband met een bommelding. Haar aanvaller kreeg op een of andere manier haar politiedossier in handen. En de politie in Xuzhou ondervroeg haar ouders.
De universiteit
Vier jaar en twee maanden geleden werd een Chinese student gevraagd om naar Groningen te komen en te promoveren aan de universiteit.
Drie jaar en twee maanden geleden kwam haar leven tot stilstand toen ze verkracht werd door een onderzoeker die diezelfde universiteit bezocht.
Ze werd depressief en het risico bestond dat ze zichzelf iets zou aandoen. Ze functioneerde nauwelijks meer, zeker niet nadat haar naam was besmeurd door Weibo-berichten, en ze moest meerdere keren in een kliniek worden opgenomen. Drie jaar lang vocht ze om zichzelf weer bijeen te rapen.
Wat deed de universiteit om haar te helpen?
Privézaak
Ze aarzelt. Er was Oliver Moore, haar supervisor. Hij vroeg regelmatig hoe het ging en kwam ook langs. Maar als ze advies vroeg, hield hij de boot af. ‘Hij zei dat hij er was om me op academisch gebied te helpen, niet met juridische zaken of de andere dingen waar ik mee worstelde. Hij zei dat hij gewoon geen psycholoog of advocaat was.’
En er was de vertrouwenspersoon. Zij luisterde naar Alice en hielp haar een tolk en een advocaat te krijgen. ‘Ik vroeg haar ook om een officiële verklaring van de universiteit over wat me was overkomen’, zeg ze. ‘Maar ze zei dat dit een privézaak was en geen kwestie voor de universiteit.’
De informatie in mijn proefschrift was verstrooid. Ik was zelf verstrooid
Uiteindelijk kreeg ze die verklaring toch, een paar maanden later, na de Weibo-aanval. Er staat in dat Alice haar verkrachting meldde aan meerdere mensen binnen en buiten de universiteit. ‘De Rijksuniversiteit Groningen verklaart dat ze [Alice] zal steunen in haar pogingen om te herstellen van het incident’, staat in het document – gedateerd mei 2020 – te lezen. Er staat ook in dat de gastonderzoeker ‘niet meer welkom is aan de Rijksuniversiteit Groningen en dat de Faculteit der Rechtsgeleerdheid hem op geen enkele manier zal steunen’.
De universiteit hielp haar om zaken te regelen met de Immigratie- en Naturalisatiedienst toen ze terugging naar China en gaf haar uitstel van haar deadlines toen ze die niet kon halen.
Er was haar sociaal werker, die haar hielp. Haar psycholoog, haar psychiater. De bedrijfsarts die regelmatig met haar afsprak, omdat ze maanden met ziekteverlof was.
Stukjes
Maar met haar onderzoek schoot het niet op. Ze leverde hier en daar wat stukjes in op aandringen van haar supervisor en het hoofd van de Graduate School, maar het werk dat ze in december 2021 inleverde was niet goed genoeg. ‘Ik zat middenin traumatherapie’, zegt ze. ‘De informatie in het proefschrift was verstrooid. Ik was toen zelf verstrooid.’
Ze is ervan overtuigd dat ze het kan verbeteren, als ze maar wat meer tijd krijgt.
De Faculteit der Letteren besloot uiteindelijk om na de drie jaar verlenging die ze al had gekregen niet verder te gaan. In januari 2022 – Alice was nog steeds opgenomen – kreeg ze eindelijk het go/no-go-gesprek dat drie jaar eerder niet door was gegaan. Ze kreeg te horen dat haar project beëindigd zou worden. Haar hulpverlener belde de universiteit. ‘Ze zeiden dat ik moest wachten op de officiële brief en dat ik dan bezwaar kon maken.’
Als de uni me wilde helpen, waarom gaven ze me dan niet wat meer tijd?
Ze wilde alleen maar de kans krijgen om uit te leggen dat ze nog maar zes maanden tot een jaar nodig had om haar proefschrift op niveau te brengen. En dat ze nu weer aan het werk kon, omdat ze van de bedrijfsarts het groene licht had gekregen om te gaan reïntegreren. Ze wilde niet opgeven. Ze kón niet opgeven.
De bedrijfsarts mailde naar de letterenfaculteit. Hij kreeg geen antwoord. Alice vroeg het Studenten Service Desk om hulp, iedereen die ze maar kon bedenken. Toen, inmiddels wanhopig, zocht ze contact met de voorzitter van het college van bestuur van de RUG, Jouke de Vries, en rector magnificus Cisca Wijmenga op 13 september. En dat had wel resultaat.
Gesprek
Eén dag nadat ze had gemaild, kreeg ze het verzoek van de secretaris van het letterenbestuur om het universiteitsbestuur niet meer te mailen met vragen die ze aan het faculteitsbestuur zou moeten stellen.
Drie dagen daarna liet het hoofd communicatie namens het universiteitsbestuur weten dat haar verzoek werd besproken door het faculteitsbestuur.
De derde mail kwam weer drie dagen later. Nog een bericht van de secretaris, met deze keer een datum voor een gesprek met decaan Thony Visser, haar supervisor Moore en de directeur van de Graduate School for the Humanities. Ze ging erheen, dankbaar dat ze eindelijk haar zaak mocht bepleiten.
Het hielp weinig.
Op 29 september kreeg Alice te horen dat de universiteit bereid was haar loopbaanbegeleiding te geven, maar dat haar tijd als PhD-onderzoeker tot een einde was gekomen. Ze zal terug naar China moeten en is bang dat haar land haar niet met open armen zal verwelkomen. ‘Ik begrijp het niet’, zegt ze. ‘Als de universiteit me wilde helpen, waarom hebben ze me dan niet meer tijd gegeven? Ik ben wanhopig, ik heb hulp nodig.’
De supervisor
Zodra Moore ontdekte wat er gebeurd was, lichtte hij zowel de decaan van de letterenfaculteit, op dat moment Gerry Wakker, als de bestuursvoorzitter van de RUG, Jouke de Vries, in. Maar hij denkt niet dat zij echt de urgentie van de zaak onderkenden.
Moore vindt dat de universiteit te langzaam gereageerd heeft. ‘Zij zagen dit als een privéprobleem. Maar ik vind dat de universiteit een zorgplicht heeft.’
Hij sprak met de juridische afdeling en schreef meerdere afdelingen van de universiteit aan, alsook de Graduate School en de decaan. ‘Ik vond dat de universiteit zich hier meer mee bezig moest houden, omdat ik diverse nare uitkomsten voorzag.’
Toen Alice’s academische werkzaamheden niet vorderden zoals gepland – begrijpelijk, zegt hij – hoopte Moore dat letteren na zou willen denken over hoe ze Alice toch nog iets konden bieden als resultaat van haar tijd in Groningen, als een afgeronde promotie geen optie was. ‘Ik kreeg te horen dat ik me er niet mee moest bemoeien, maar iemand moest dat doen. En de universiteit deed het niet. Ik vroeg de mensen van de juridische afdeling, van de zorg en de administratie, de decaan, het kantoor van de collegevoorzitter, om iets te doen, om hier meer proactief in te zijn.’
De RUG, zegt Moore, ‘loopt achter’ in de manier waarop ze met zaken van seksueel grensoverschrijdend gedrag omgaat. De zero tolerance-verklaring die in de zomer van 2019 ondertekend werd is wel het minimale wat je kunt doen, vindt hij. Zelfs als de universiteit geen blaam treft en de situatie niet kan terugdraaien, ‘kunnen we tenminste het juiste gebaar maken’, zegt hij.
De decaan
Thony Visser werd kort na haar aantreden als decaan van de letterenfaculteit in 2019 door supervisor Oliver Moore geïnformeerd over de kwestie. ‘Op dat moment heb ik meteen vragen gesteld: hoe gaat het met haar? Wie zorgt er voor haar? Wordt ze begeleid? Dus ik heb heel veel informatie geprobeerd in te winnen.’
Volgens Visser hebben vele mensen binnen de universiteit zich om Alice bekommerd: ‘De afdeling juridische en bestuurlijke zaken, het hoofd communicatie, de vertrouwenspersoon, de bedrijfsarts… Er zijn echt heel veel mensen van de RUG die hierbij betrokken zijn geweest. En Moore is ook de universiteit. Hij heeft voor mijn gevoel echt heel verregaande zorg verleend aan deze mevrouw en dat is ook namens de RUG.’
Ze ziet geen reden waarom Moore zich hierin alleen zou hebben gevoeld. ‘Dat is natuurlijk niet juist.’
De situatie zorgde echter voor een ‘duivels dilemma’, zegt Visser. ‘Er is natuurlijk iets verschrikkelijks gebeurd, maar er zijn hier twee trajecten. Dat van de hulpverlening en het traject rond haar PhD. In Alice’s beleving lopen die door elkaar, maar voor ons blijven dit twee trajecten.’
Want ondanks de zorg om haar persoonlijke welzijn, waren Alice’s academische prestaties niet voldoende, zegt Visser. Haar go/no go gesprek ging niet door vanwege de verkrachting, maar anders had ze een ‘no go’ gekregen. ‘We hebben haar in totaal drie jaar uitstel gegeven.’
Toen Alice uiteindelijk, begin 2022, te horen kreeg dat haar project geen doorgang meer zou vinden, wilde ze dat niet accepteren, zegt Visser. Dat was dan ook de reden dat Alice geen respons kreeg binnen de universiteit. Het uiteindelijke gesprek met Visser, Moore en de directeur van de Graduate School had zonder Alice’s mail aan de collegevoorzitter ook wel plaatsgevonden, stelt ze. ‘Uit compassie. We hebben haar toen ook nog loopbaanbegeleiding aangeboden, want je wilt toch iets voor haar doen.’
Visser vindt niet dat ze de zaak anders had kunnen aanpakken. ‘Ik denk ook niet dat er iets is dat je als organisatie kan doen. Niemand kan dit terugdraaien en zij moet er mee leven. En dat is verschrikkelijk.’
Verantwoording
In aanvulling op het gesprek gaf Alice UKrant inzage in kopieën van politieaangiftes, medische rapporten en mails van en naar medewerkers van de universiteit. Ook luisterde UKrant naar opnames die ze maakte van telefoongesprekken.