Studenten
Foto Zuzana Ľudviková

Verkracht door een bekende

De dader is overal

Foto Zuzana Ľudviková
Honderden Groningse studenten krijgen jaarlijks te maken met seksueel geweld. Daarna wacht hen een sociaal mijnenveld, want de dader is vaak een studiegenoot of vriend die overal op kan duiken. ‘Ik was nergens veilig.’
13 juni om 10:55 uur.
Laatst gewijzigd op 14 juni 2023
om 10:42 uur.
juni 13 at 10:55 AM.
Last modified on juni 14, 2023
at 10:42 AM.
Avatar photo

Door Christien Boomsma

13 juni om 10:55 uur.
Laatst gewijzigd op 14 juni 2023
om 10:42 uur.
Avatar photo

By Christien Boomsma

juni 13 at 10:55 AM.
Last modified on juni 14, 2023
at 10:42 AM.
Avatar photo

Christien Boomsma

Christien is sinds 2016 achtergrondcoördinator bij UKrant. Ze plant de achtergrondverhalen en begeleidt de auteurs. Bij haar eigen verhalen ligt de focus op wetenschap en academisch leven. Daarnaast schrijft ze veel over onderwerpen als sociale veiligheid en maakt ze graag persoonlijke interviews. In haar vrije tijd schrijft ze jeugdboeken en geeft schrijftrainingen.

Het was alsof ze een stomp in haar maag kreeg. Een moment lang kon ze niet denken. Niet ademen. Ze probeerde te kalmeren door zichzelf te vertellen dat ze het aan kon. Maar de paniek ging niet weg. Een kwartier lang zat ze verstijfd in die collegezaal, terwijl de les gewoon verder ging. Tot het echt niet meer lukte en ze wegvluchtte naar de wc.

RUG-studente Merel werd verkracht door een medestudent. Drie jaar later wordt ze nog altijd geconfronteerd met de gevolgen. Ze kreeg PTSS, werd suïcidaal. Ze verloor vrienden, want haar versie van wat er die nacht gebeurde, is niet de zijne. Ze deed aangifte, maar het Openbaar Ministerie bracht de zaak niet voor de rechter wegens gebrek aan bewijs – 60 procent van de verkrachtingen eindigt in een sepot.

Merel is een van de duizenden vrouwen die zijn verkracht tijdens hun studietijd. Het overkomt één op de tien studentes, blijkt uit een onderzoek van Amnesty International in 2021. Het aantal gevallen van aanranding is nog hoger. Bijna één op de drie studentes krijgt te maken met ongewenste seksuele handelingen in haar studietijd. Voor mannen liggen de getallen lager: één procent wordt verkracht, 11 procent aangerand. 

De gevolgen ervan zijn groot. Meer dan de helft van de slachtoffers krijgt psychische problemen, zoals depressie, PTSS of suïcidale gedachten. Relaties lopen op de klippen. Ze lopen studievertraging op, of stoppen zelfs helemaal met hun studie. De problemen worden versterkt omdat de daders van seksueel geweld in zeven van de tien gevallen bekenden zijn van de slachtoffers – vrienden dus en medestudenten. Mannen die je straks weer tegenkomt in de collegezaal of op de gang van je studentenflat.

Blauw oog

Wat het nog ingewikkelder maakt voor Merel: de verkrachter was haar ex. Ze had die avond uitdrukkelijk gezegd dat ze geen seks wilde, vertelt ze, maar het gebeurde toch. ‘Ik was de hele tijd aan het huilen en ik heb meerdere malen geprobeerd om weg te komen, maar ik werd steeds teruggetrokken. Uiteindelijk heb ik hem een blauw oog geslagen en ben ik weggegaan.’

Haar vriendinnen hoorden haar huilen en kwamen haar troosten. Zij waren degenen die haar aanspoorden om de politie te bellen. Er kwam politie in de flat, er volgde medisch onderzoek, ondervragingen – ‘heel heftig’ – en proces-verbaal. 

Het was alsof er iets met hem gebeurd was en niet met mij

Ze kon niet meer in het huis blijven waar ze samen met de dader woonde, want ze moest zich in bochten wringen om niet telkens weer met hem te worden geconfronteerd. Ze weet nog dat ze één keer terugkwam en hem aantrof in de gezamenlijke ruimte, waar ze spelletjes wilde doen met haar vriendinnen. Ook toen was er die stomp in haar maag. Ook toen was er paniek, die ze met alle macht probeerde te onderdrukken. ‘Ik dacht: hoe kan hij hier zo gewoon zitten? Wat denkt hij nu? Wat heeft hij verteld?’

Want dat hij dingen verteld had, was duidelijk genoeg. Dat merkte ze aan het gefluister, de blikken van mensen die ze tot haar vrienden had gerekend. ‘Het was alsof er iets met hem gebeurd was en niet met mij. Alsof hij het slachtoffer was.’

Ze vluchtte, zoals ze dat nog veel vaker zou doen. Vluchten uit het pand waar ze had gewoond – een heel gedoe nog, want eigenlijk mocht ze het huurcontract niet ontbinden. Maar hoe kon ze daar nog blijven wonen? Vluchten uit collegezalen waarin hij ook zat. Vluchten uit de genderneutrale toiletten waar ze hem ieder moment tegen kon komen. ‘Ik was nergens veilig.’

Voortdurende confrontatie 

Als je de dader telkens tegenkomt, maakt dat het extra moeilijk om het trauma van aanranding of verkrachting te verwerken. Sowieso kunnen schijnbaar kleine gebeurtenissen gemakkelijk herbelevingen triggeren, weet studentenpsycholoog Eva Slot. Een voortdurende confrontatie met de dader maakt dat alleen maar ingewikkelder. ‘Dan blijft het maar doorgaan’, zegt ze. ‘En dan blijft het slachtoffer in die onveiligheid.’

Dat ondervond ook student Dolores, die begin 2022 werd verkracht door een studiegenoot die ze had beschouwd als haar beste vriend. ‘Ik had veel respect voor hem. Ik vond hem geweldig.’

Ze studeerden veel samen, al raakte hij haar soms aan op een seksuele manier zonder dat ze hem daarvoor toestemming had gegeven. ‘Ik heb duidelijk proberen te maken dat hij dat eerst moest vragen’, zegt ze. Er kwam een moment, in een studiecabine op het Zernikecomplex, dat hij alsmaar dichter bij haar ging zitten, terwijl zij steeds verder tegen de muur kroop. 

Waarom had ik hem niet weggeduwd?

Eén keer hadden ze seks samen en dat was met wederzijdse instemming, zegt Dolores. Maar wat ze die keer ook ontdekte: dit was niet voor herhaling vatbaar. ‘Dat heb ik hem ook laten weten.’ Maar toen ze een andere keer weer samen studeerden op haar kamer, verkrachtte hij haar. Ze zei meerdere keren ‘stop’. Hij zei: ‘Nee’. En ging door. ‘Hij hoorde het me zeggen’, benadrukt ze, ‘en besloot heel bewust om niet te luisteren.’

Ze gaf zichzelf de schuld van wat er was gebeurd. ‘Ik walgde van mezelf omdat het me niet gelukt was om hem tegen te houden. Waarom had ik hem niet weggeduwd? Waarom had ik zo vaak toegestaan dat hij me aanraakte?’

Ze stopte de gebeurtenis diep weg en probeerde de confrontatie te vermijden. Maar hij dook telkens weer op: in studieruimtes, in collegezalen. Een moeilijke periode, zegt ze. ‘Ik worstelde ermee. Als ik colleges had kon ik niet echt slapen en was ik de hele nacht overstuur. Ik zakte vaak voor tentamens.’

Sociaal mijnenveld

Slachtoffers reageren door hun gedrag aan te passen en de plekken te vermijden waar ze de dader kunnen tegenkomen. Ze komen niet meer op college, of passen hun studieschema’s aan. ‘Ik had elke keer weer een paniekaanval’, zegt Merel. ‘Dan ga ik hyperventileren en dan kan ik alleen nog maar denken: ik wíl dit niet, ik wil hier niet zijn. Ik kan dan helemaal niets meer.’

Maar naast het voortdurende gevoel van onveiligheid, wacht mensen die verkracht of aangerand zijn door een bekende ook een sociaal mijnenveld. Vriendschapsrelaties komen onder druk te staan, waardoor het slachtoffer er soms voor kiest om geen aangifte te doen, of helemaal te zwijgen. 

Zo deed de Groningse studente Carolien geen aangifte toen ze in maart 2020 werd verkracht door de beste vriend van haar huisgenoot. ‘Een lieve, zorgzame jongen.’ Tenminste, zo kende ze hem. 

Ze belandde na een avondje stappen dronken bij hem thuis. Om te slapen, meldde ze nadrukkelijk. Maar het liep anders. ‘We waren aan het zoenen en op een gegeven moment wilde hij meer. Ik gaf aan dat ik het niet wilde, maar hij drong zich bij mij naar binnen en sloeg me. Niet in mijn gezicht, maar op mijn lichaam. Ik was later helemaal bont en blauw’, vertelt ze. 

Schaamte en schuldgevoelens

Zij vertelde haar vriendinnen wat er was gebeurd, die haar volop steunden. Maar aangifte? ‘Hij was de beste vriend van mijn huisgenoot’, zegt ze. ‘En dat wilde ik haar niet aandoen.’ 

Daarnaast worstelde ze met schaamte en schuldgevoelens. ‘Ik had het gevoel dat ik het over mezelf had afgeroepen’, zegt ze. Misschien bedoelde hij het niet eens slecht, dacht ze. Er was drank. Er was cocaïne. ‘En ik denk dat hij misschien niet genoeg heeft geleerd over consent en grenzen en zo.’

Ik wilde het mijn huisgenoot niet aandoen om aangifte te doen

Ze probeerde het weg te stoppen. Maar toen ze na drie maanden weer de stad inging met vrienden, kwamen de flashbacks. ‘Ik had echt hele extreme herbelevingen’, zegt ze. ‘En toen is het gewoon bergaf gegaan met paniekaanvallen en PTSS.’

Ze verloor de aandacht voor haar studie. Verloor het vertrouwen in de wereld. Kreeg woede-aanvallen. Kreeg kritiek van vrienden – mannen – dat ze niet meer zo gezellig en leuk was als vroeger. Een vriend vertelde haar dat hij ‘wel een mening’ had over wat er was gebeurd. Want ja, ze was dronken meegegaan, dus… ‘En toen knapte er iets in mij. Dat een van mijn beste vrienden, iemand die zo dichtbij mij staat en altijd heel lief is geweest, dit zo in mijn gezicht kon zeggen. Ik overstuur, huilen. En ik had natuurlijk het feestje verpest.’

Inmiddels heeft ze een dikke huid ontwikkeld. Niet op ingaan. Laat maar. Maar de frustratie blijft. En de afschuw van de cultuur die dit in stand houdt, vooral onder mannen. ‘Dan is er iets gebeurd en vertellen ze het op hun jaarclub en aan hun mannelijke vrienden en die zeggen dan: joh, ze ging toch met je mee naar huis? Dus dan snappen we dat jij dacht dat het oké was. En dan praten ze het goed.’

Aangifte

Ook Merel deed in eerste instantie geen aangifte. Omdat ze niet wilde dat iedereen dit over hem zou weten en het een ‘gedoe’ zou  worden. ‘Ik vond het ook zielig voor hem.’ 

Maar toen kwam na drie maanden het studentenfeestje waar een ander meisje werd betast. In de commotie die volgde, koos haar aanvaller de kant van de dader. ‘Hij hield een hele speech over vrouwen die nee zeggen, maar wel willen. En dat hij er niets aan kon doen.’ Dat was het moment waarop ze besloot alsnog aangifte te doen. ‘Hij had blijkbaar niets geleerd.’

Dat besluit maakte haar leven echter niet gemakkelijker. ‘Hij had gezegd dat we seks hadden gehad en toen ruzie kregen en dat ik hem had geslagen. Dat ik gek was.’ Een deel van haar omgeving koos zijn kant. Tijdens colleges wilden mensen niet met haar samenwerken. ‘En de dader intimideerde me, door opzettelijk bij mij in colleges te gaan zitten. Zo voelde dat tenminste. Of door bij mijn deur te gaan staan en heel hard te gaan praten met zijn vrienden.’

De nasleep heeft meer impact gehad dan de gebeurtenis zelf, zegt ze. ‘Ik droom nog altijd vaak dat ik buitengesloten wordt en dat mensen me niet geloven.’ Toch heeft ze van die aangifte geen spijt. Het gaf haar kracht, zegt ze; het besef dat ze terug vocht. 

Niet serieus genomen

Voor RUG-studente Elena was de angst om niet serieus genomen te worden voldoende om te blijven zwijgen, nadat ze was verkracht door het bestuurslid van haar studievereniging. Ze was zo dronken geweest dat ze zich niets meer kon herinneren en ontwaakte terwijl hij in haar klaarkwam. Ze was niet eens verontwaardigd of boos. ‘Ik was de volgende dag gewoon enorm in shock, weet je. Ik probeerde heel beleefd te zijn omdat ik geen idee had wat er gebeurd was.’

Ik vind het niet fijn als mannen die ik niet ken dichtbij me komen

Ze vroeg naar voorbehoedsmiddelen. Ze vroeg naar een soa-test. Hij zei dat hij ervan uitgegaan was dat ze de pil slikte, maar betaalde uiteindelijk haar morning-afterpil. ‘Hij zei ook dat hij twee of drie maanden geleden negatief getest was, dus dat hij dacht dat het wel goed zou zitten. Maar toen zei hij dat hij onbeschermde seks had gehad met iemand nádat hij getest was.’

Ze deed geen aangifte. Sterker nog, ze probeerde het diep weg te stoppen toen medebestuursleden, bij wie ze voorzichtig navraag deed, nauwelijks een probleem leken te zien in wat er was gebeurd. ‘Ze vroegen me: “Wat is er gisteren gebeurd, het was alsof je gek was!” Ze wilden gewoon de roddels horen.’

Ze vertelde hen wél dat ze een morning-afterpil nodig had gehad en dat dat niet de bedoeling was geweest. ‘Maar zij zagen dit gewoon als iets wat heel vaak voorkwam. En ze zeiden dat het in Nederland heel normaal is om ervan uit te gaan dat alle vrouwen de pil slikken of een ander voorbehoedsmiddel gebruiken. Ik schaamde me toen te veel om te vertellen wat er een paar uur daarvoor was gebeurd.’

Eng

Voor alle studenten betekent het geweld dat hun leven aan de universiteit nooit meer hetzelfde is. Zo heeft Merel drie jaar na dato nog steeds traumatherapie.

Carolien geeft trainingen om jongeren om te leren gaan met seksueel geweld. ‘Maar ik kan mannen nog altijd heel eng vinden. Ik ben niet graag in het donker en ik vind het niet fijn als mannen die ik niet ken dichtbij me komen.’

Elena sloot zich af voor alles wat te maken had met haar bestuursjaar. ‘Ik vermeed het om naar het pand te gaan waar ik voorheen constant te vinden was, omdat ik wist dat de kans groot was dat ik hem daar tegen zou komen’, vertelt ze. Ze houdt zich ook niet meer bezig met bestuurswerk. ‘Mijn beeld van Nederlandse mannen heeft hierdoor een enorme deuk gekregen. Ik kan ze niet meer aankijken.’ 

Ook het vertrouwen in de vriendschappen die ze sloot in haar bestuursjaar is verdwenen. ‘Ze kenden het hele verhaal natuurlijk niet, omdat ik niet dapper genoeg was om het ze meteen te vertellen. Maar ik had een andere reactie verwacht’, zegt ze nu. ‘Het kan ze niet echt iets schelen. Je bent vrienden voor zo lang het duurt.’

Dolores’ aanvaller duikt nog altijd regelmatig op in Whatsappgroepen waar ze beide deel van uitmaken, al komt hij niet meer in de gebouwen waar zij studeert. ‘Hij is heel actief in die groepen en krijgt veel lof. Dat maakt me woest. Ik wil zeggen: hee, dit is wat hij me heeft aangedaan, dus prijs hem maar niet zo.’

De namen van de studenten in dit artikel zijn pseudoniemen om hun privacy te beschermen. Hun echte namen zijn bekend bij de redactie.

Volgende week: Wat doet de universiteit om slachtoffers van seksueel geweld te helpen?

Ben je slachtoffer geworden van seksueel geweld of seksueel grensoverschrijdend gedrag?

  • Praat erover! Je kunt het vertellen aan een vriend of vriendin, of iemand anders bij wie je je veilig voelt. Je kunt ook 24 uur per dag praten of chatten met iemand van het Centrum voor Seksueel Geweld. Ze stellen je eerst alleen algemene vragen. Vervolgens kun je aangeven welke hulp jij nodig hebt: psychologisch, medisch of politie.
  • Meld je bij je mentor, studieadviseur, vertrouwenspersoon of ombudsfunctionaris. Ze zullen altijd de tijd voor je nemen. Ze kunnen je de weg wijzen naar specialistische zorg én proberen je te helpen om je studie zo goed mogelijk voort te zetten.
  • Stap naar de studentenpsychologen. Zij kunnen je vijf gratis gesprekken bieden, zonder tussenkomst van een huisarts.
  • Als je jezelf wil beschermen, zijn de armbanden van Invi een goed middel. Ze vallen niet op, maar als de capsule die erin zit breekt, komt er een stinkende vloeistof vrij, die je aanvaller verjaagt.
  • Heb je kosten gemaakt, door bijvoorbeeld therapie, dan kun je bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven mogelijk een tegemoetkoming aanvragen.
  • Slachtofferhulp kan je emotioneel en juridisch steunen. Ze helpen ook met een aanvraag bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven.
  • Slachtofferwijzer helpt je kiezen waar je terecht kunt.

Engels