Vaarwel, spookflat
‘Terugkomen zou voelen als stilstand’
Het parkeerterrein voor de flat is grotendeels verlaten, met uitzondering van wat achtergelaten fietsen. Negen verdiepingen aan studentenkamers torenen boven de Van Heemskerckstraat uit, maar achter de ramen is alles leeg en niets duidt op een teken van leven.
Eenmaal binnen lijkt het alsof je in een spookflat bent beland. Woorden staan in het stof op de vloer. De deuren in de lange, lege gangen staan open, zijn ingetrapt of leunen los tegen de muur. Omgevallen leren stoelen zijn achtergebleven in de kamers die ooit het toneel vormden van gangfeestjes en nachtelijke gesprekken tussen bewoners die op een paar na allemaal zijn verdwenen.
Arie Roerink is een van de laatste studenten die de flat nog niet verlaten hebben. Eerder woonde hij in een van de Selwerdflats, maar daar werd hij ook uitgezet vanwege een verbouwing. ‘Eigenlijk was dat precies hetzelfde verhaal als nu.’
En zo belandde de wiskundestudent vier jaar geleden in een kamer aan de Van Heemskerckstraat. Er werd niet gehospiteerd – een kamer kreeg je puur op basis van inschrijvingsduur. Toch bouwde hij een hechte band op met zijn ganggenoten.
Corona
Hij heeft geluk gehad, denk hij. Niet op alle verdiepingen was het volgens hem even gezellig, maar bij hem op de tweede zat dat wel goed: ‘Vooral tijdens corona werd het binnen onze verdieping steeds hechter.’
Iedereen er vrij snel overheen, ik baalde zelf nog het meeste
Bij gebrek aan contacten met anderen, spraken de studenten elkaar veel meer dan vroeger. En ze organiseerden regelmatig huisfeestjes met andere verdiepingen, waarvoor studenten uit heel Groningen langs kwamen. ‘Er is toen ook wel meerdere keren politie binnen geweest’, grinnikte Arie.
Maar toen kondigde Lefier in maart vorig jaar aan dat de jarenzestigflat verbouwd ging worden – grofweg op dezelfde manier als de Selwerdflats eerder. De 229 kamers die er nu zijn, worden vervangen door 265 nieuwe units met elk een eigen douche en toilet. Zeven kamers delen een woonkamer en keuken.
Start werkzaamheden
Dit betekende gelukkig niet dat de bewoners zomaar uit hun kamer gegooid werden. Stuk voor stuk kregen ze 740 euro verhuiskostenvergoeding, een jaar de tijd om een nieuwe woning te zoeken én voorrang bij ROOM of Woningnet.
Maar inmiddels is dat jaar bijna voorbij. Over minder dan een maand beginnen de werkzaamheden en moet de flat helemaal leeg zijn. Ook Arie verhuist deze week, net als de allerlaatste vier bewoners van zijn afdeling.
Hij vindt het jammer dat hij zijn stekje moet verlaten, vertelt hij. ‘Het wordt na de verbouwing allemaal veel zelfstandiger, dat vind ik heel erg jammer. Tuurlijk, de flat heeft gebreken, maar ik vond het wel prima hier.’
Anderen kon het vertrek minder schelen, weet hij nog. ‘Eigenlijk was iedereen er vrij snel overheen’, herinnert hij zich. ‘Dat kwam ook omdat die regeling zo goed was. Ik baalde zelf nog het meeste.’
Vriendschappen
Econometriestudent Michiel Conijn is een van de studenten die er vlot overheen stapte dat hij zijn kamer moest opgeven. ‘Het is allemaal niet heel erg, maar wel jammer. Het werd de afgelopen jaren steeds leuker, omdat er leuke mensen kwamen wonen.’
Hij woonde sinds oktober 2020 op de bovenste verdieping. Onder de veertien mensen op zijn gang had hij vier goede vriendschappen opgebouwd.
Je kijkt naar voren en bent met een nieuwe plek bezig
Het nieuws over de verbouwing was niet onverwacht – er waren immers al heel lang geruchten – maar het duurde toch lang voordat hij een nieuwe kamer had gevonden: vorige maand is hij pas verhuisd. ‘Er was in het begin vooral veel twijfel: gingen we met elkaar iets zoeken? Of toch alleen?’
Maar een van zijn vrienden vertrok in de zomer al naar Utrecht voor een master, een ander ging in oktober weg. En toen hij om zich heen de flat langzaam leeg zag stromen, begreep Michiel dat hij ook gewoon moest gaan. ‘Op een gegeven moment woon je met zijn zessen op een plek waar veertien mensen moeten wonen. Dat is niet echt sfeervol’, vertelt hij.
Zijn verdieping voelde leeg, in de gemeenschappelijke woonkamer was steeds minder te doen en het licht in veel kamers bleef uit. ‘Maar de wasmachine zat in ieder geval nooit vol’, grapt hij.
Minder leuk
Voor Arie geldt hetzelfde. ‘Eerst was het nog wel gezellig’, zegt hij. Maar de sfeer werd langzaam onprettiger. ‘Het was minder leuk dan het jaar daarvoor’, zegt hij. ‘Je kijkt naar voren en bent met een nieuwe plek bezig.’
De flatbar, waar hij in het bestuur zat, is gesloten en komt waarschijnlijk ook na de verbouwing niet meer terug. ‘Dat is jammer, zeker voor de oude garde’, vindt hij. ‘Die bar heeft zo’n dertig jaar bestaan en eens in de maand kwamen hier nog een hoop oud-bewoners wat drinken.’
Ik kan geen enkel scenario bedenken waarin ik terug zou gaan
Hij doet zijn best om de band met zijn oude gangbewoners in stand te houden. Vorige week nog ging de hele ploeg een weekendje weg. Student technische natuurkunde Christian Berg was daar ook bij. Hij verhuisde al in oktober na drie jaar aan de Van Heemskerckstraat gewoond te hebben. ‘Het werd steeds meer een spookflat, dus sinds de zomer wist ik wel echt dat ik op zoek moest gaan.’
Christian wilde per se nog een keer verhuizen tijdens zijn studententijd. Het feit dat hij wel moést vertrekken, was dus een geluk bij een ongeluk. ‘Eigenlijk heb ik er alleen maar voordeel bij gehad.’
Zijn kamer, gekregen via zijn studievereniging, is stiekem veel beter dan zijn oude. ‘Ik heb niet echt hoeven zoeken’, vertelt hij. ‘Ik had gewoon tegen wat vrienden gezegd dat ik uit mijn kamer moest en toen werd ik uitgenodigd voor een hospi.’
Huisavond
Ook Michiel woont inmiddels eigenlijk beter dan in zijn oude flat. Zijn kamer is ruimer en hij woont nog samen met een oud-huisgenoot. Toch komt hij nog iedere maandag samen met zijn oude clubje voor een ‘huisavond’. ‘Dan gaan we gewoon samen zitten en wat drinken.’
Of de vorige bewoners zichzelf nog zien terugkeren na de verbouwing? ‘Ik kan geen enkel scenario bedenken waarin ik terug zou gaan’, zegt Michiel. ‘Ik zit in mijn nieuwe kamer gewoon heel goed.’ Datzelfde geldt voor Arie: ‘Terugkomen zou een beetje voelen als stilstand.’
Ze kijken in ieder geval allemaal terug op een mooie tijd in de flat. ‘We waren wel echt heel hecht’, zegt Christian.