‘Als je je hele hoofd in het frituurvet stopt, geef ik je extra geld’, zei de eigenaar van het eetcafé met een grijns op zijn gezicht.
‘Ik betaal ook mee’, zei de kok – en nog een collega, en nog eentje.
De zeventienjarige keukenhulp had het geld hard nodig. Hij aarzelde even, ademde toen diep in en daar ging hij. Iedereen lachte.
‘Dat was een van de meest ontmenselijkende dingen die ik ooit heb gezien’, zegt Hannah, een voormalige student uit Duitsland die in de Groningse horecazaak werkte waar het gebeurde. ‘Die jongen kwam uit een moeilijke situatie en hij en zijn familie worstelden altijd met geld. En dat wist de baas. Ik probeerde voor hem op te komen, maar ik sprak weinig Nederlands en niemand nam me serieus.’
Hannah’s verhaal is geen uitzondering in de horeca. Internationale studenten zitten verlegen om geld en vanwege de taalbarrière hebben ze weinig andere opties, dus nemen ze de banen die ze kunnen krijgen. Daarbij komt nog dat ze niet veel weten over de rechten van werknemers in Nederland en dat ze sowieso al kwetsbaarder zijn in een vreemd land, waardoor ze een nog makkelijkere prooi zijn voor werkgevers die hen willen uitbuiten.
De enquète
In de afgelopen maanden hebben UKrant en Sikkom een enquête gehouden onder internationale studenten – online en van deur tot deur – om te ontdekken hoe hun werkomstandigheden zijn. En hoewel de resultaten niet representatief zijn, schetsen de 154 antwoorden een naargeestig beeld.
Meer dan tweederde van de respondenten zegt een vorm van uitbuiting te hebben meegemaakt in hun huidige baan of eerdere banen in Groningen. Het meest genoemd is onderbetaling, gevolgd door te weinig pauzes, slechte werkomstandigheden en verbale agressie.
Wat voor soort bijbaan had je in Groningen?
n=154, meerdere antwoorden mogelijk
Van de internationale studenten die de vragenlijst invulden werkt 52,6 procent in de horeca, en nog eens 29,2 procent in de daaraan verwante maaltijdbezorging. Zowel de respondenten als andere (voormalige) studenten wilden graag hun ervaring delen. UKrant en Sikkom interviewden 21 van hen.
Wat voor soort uitbuiting heb je meegemaakt tijdens je werk?
n=154, meerdere antwoorden mogelijk
Onderbetaald en overwerkt
Kate werkte in 2018 voor een Aziatisch restaurant: diensten van twaalf of dertien uur waarvoor ze 2,83 euro per uur ving. Het minimumloon dat jaar was 4,33 euro voor een 18-jarige, een bedrag dat opliep tot 9,11 euro voor mensen van 22 jaar en ouder. ‘Nadat ik mijn eerste loon twee weken te laat had gekregen, ben ik naar ze toe gegaan, heb de rest van mijn geld in contanten gevraagd en heb ter plekke ontslag genomen.’
Ivan, een destijds 19-jarige RUG-student, moest een maand lang zwart werken voor 5 euro – dat was zijn proeftijd. ‘Ik heb vrij snel ontslag genomen en toen wilden ze me niet geven wat ze me schuldig waren. Ze zeiden: “We hebben je eten gegeven, dat vond je toch lekker? Waarom wil je geld?”’
Hij moest een paar keer terugkomen naar de zaak. ‘Pas toen ik samen met een vriend kwam, gaven ze me mijn geld.’
Om in aanmerking te komen voor een lening bij DUO, moest Ivan 56 uur per maand werken, dus ging hij aan de slag bij een ander restaurant. ‘In het contract stond dat ik 56 uur per maand zou werken voor 7,50 euro per uur. Maar in de praktijk werkte ik 70 uur en kreeg ik 6 euro’, zegt hij. ‘Ik was zo blij dat ik een baan had gevonden met genoeg uren dat ik het niet wilde aankaarten bij mijn baas. Ik wist dat het niet klopte, maar ik had zoiets van: het is niet erg, ik heb tenminste een baan.’
In het contract stond dat ik 7,50 euro per uur zou krijgen, maar het was maar 6 euro
Mylo, een Hanze-student, kreeg ook te weinig betaald toen hij vier jaar geleden in de horeca aan de slag ging. ‘Ik was 20 en ik kreeg 5 euro per uur. Ik wist helemaal niet dat dat niet normaal was, ik kom uit een arm land. Bij zijn volgende baan verdiende hij iets meer. ‘Ze betaalden me 6,50 en ik kreeg elk jaar 50 cent salarisverhoging, maar dat lag nog altijd een euro onder het minimumloon. Op een gegeven moment verdiende ik 8,40, maar het minimum was 9,70.’
Maar hij had het geld nodig, dus hij accepteerde het.
Voormalig RUG-student Tiberiu (25) werkte in 2021 als floor manager in een restaurant. ‘Ik werkte gemiddeld een of twee uren extra per dag zonder dat ik daarvoor betaald werd en ik kreeg maar het minimumloon – iets meer dan 10 euro – hoewel managers doorgaans 17 of 18 euro per uur krijgen, zegt hij.
Toen hij na een paar maanden dreigde te vertrekken, verhoogden de eigenaars zijn loon naar 12,50 euro per uur. ‘Ik werd nog steeds onderbetaald, maar ik stemde ermee in. Daarbij werkte ik toen ook nog eens twee keer zo veel als waar ik voor betaald kreeg.’
En dan is daar nog Jack, die als bezorger werkte voor een broodjeszaak. Ook hij kreeg niet waar hij recht op had. Het bedrag op de loonstrookjes was vaak te laag, maar klagen had geen zin. ‘Een jongen zei eens in de groepsapp dat hij zijn geld niet had ontvangen en vroeg of er nog meer mensen waren met dat probleem. De manager antwoordde: “Je verpest de sfeer, hou op met huilen.”’
Geen pauzes en vreselijke werkomstandigheden
Dat was niet het enige negatieve aan zijn baan. ‘Het was in elk opzicht verschrikkelijk’, zegt hij. ‘We kregen niet de juiste spullen om op de fiets door de winter te komen. De jassen waren versleten, ze stonken en ze werden nooit gewassen. Vaak deden we wegwerphandschoenen om onze sokken om onze voeten warm en droog te houden. We kregen geen regenkleding en we mochten niet eens onze eigen kleren gebruiken, we moesten de bedrijfskleding aan.’
De fietsen waren ook niet goed genoeg. De remmen weigerden en de accu’s waren oud, waardoor ze snel leegliepen.
Mylo werkte ook als bezorgkoerier en had vergelijkbare ervaringen. Zijn jas en regenbroek lekten vaak als het regende. ‘En de handschoenen waren niet warm genoeg, dus die moest je zelf kopen voor 50 euro. De fietsen gingen vaak stuk. Ik moest ook in de sneeuw fietsen, wat niet veilig was. Het was eng.’
Even pauzeren was geen optie, weet hij nog. ‘Als je het ijskoud had door de slechte kleren en je wilde even pauze nemen, drongen ze erop aan dat je doorging. En de baas werd erger en erger, alsof hij wist dat hij er toch wel mee weg zou komen.’
Als ze ons zagen eten, schreeuwden ze naar ons
De fietskoeriers bij Jacks werk werden al net zo slecht behandeld. ‘We mochten niet binnen wachten, wat voor weer het ook was. En hoewel we alleen betaald werden om eten te bezorgen, moesten we alle klussen doen die er maar voorbij kwamen: de wc’s schoonmaken, de afwas doen. En als ze wilden dat we het vuilnis weggooiden, deden ze gewoon de buitendeur open en gooiden het naar ons toe.’
Koeriers mochten niet eens eten tijdens hun dienst, die zes of zeven uur duurde. ‘Als ze ons zagen eten, schreeuwden ze naar ons. We namen vaak energierepen mee voor op de fiets’, vertelt hij. ‘We konden niet eens een sigaretje roken.’
Als ze echt omkwamen van de honger, konden ze eten bestellen in het restaurant – tegen betaling van de helft van de menuprijs – maar of je het eten dan ook kreeg hing af van het humeur van de kok. ‘Soms lieten ze je bestelling liggen tot het einde van de dag. En als ze je niet aardig vonden, maakten ze niks voor je.’
Ook Ivan kreeg geen pauzes in het tweede restaurant waar hij werkte, hoewel de diensten acht uur duurden. Hij mocht pas eten nadat de keuken gesloten was. ‘De werkomstandigheden waren gewoon totaal shit’, zegt hij. ‘Ik werd gedwongen om mijn handen in loeiend heet water te stoppen om het bestek af te wassen, omdat ze dat altijd zo deden. Ik was gefrustreerd, maar ze stonden erop en uiteindelijk raakte ik eraan gewend.’
Aggressie, pesterijen en intimidatie
Ivan beseft nu dat hij het slachtoffer was van intimidatie op het werk. Er werd hem aangepraat dat een abnormale praktijk heel normaal was. En hij is niet de enige student die dat is overkomen. Simon, een collega van Jack, weet nog dat het management de koeriers vaak bespioneerde met het camerasysteem van de zaak, om te zien of ze rookten, aten of iets anders deden wat zogenaamd fout was.
‘Een keer hoorden ze een jongen klagen over de regels in het restaurant. Hij werd ontslagen’, zegt Jack. En daar bleef het niet bij. ‘De managers schreven in de groepsapp: “We hebben overal ogen en oren. Als je onderweg bent om iets te bezorgen en je stopt halverwege, dan komen we daarachter.” Het was alsof we in 1984 van Orwell zaten: Big Brother bekeek ons altijd.’
Jasmin werkte in een pizzeria als serveerster. Ze heeft chronische blaasontstekingen en moet daarom vaak naar de wc. ‘Ik probeerde het tijdens een dienst van vijf of zes uur te beperken tot eens per uur, maar een keer schreeuwde de manager naar me toen ik uit de wc kwam. Hij zei dat het niet meer dan drie minuten zou moeten duren om te plassen.’
Hij wist van haar aandoening, maar was niet erg bereid om haar pauzes te geven. ‘Na een tijdje moest ik er letterlijk om smeken. Soms moest ik er drie of vier keer om vragen voor ik naar de wc mocht.’ Die tijd trok hij dan af van haar gewerkte uren.
‘Het gedrag van de baas was het grootste probleem’, bevestigt haar collega Simone. ‘Het hing helemaal van zijn humeur af.’ Op een drukke avond liet hij haar geloven dat de hele keuken zich tegen haar had gekeerd, vertelt ze, en dat de chefs op zouden stappen als ze haar werk zo bleef doen.
Ze was geschokt. Ze bood haar excuses aan. En toen praatte ze met de koks en ontdekte ze dat het allemaal gelogen was. ‘Na een paar dagen confronteerde ik mijn baas ermee, maar hoewel ik bewijs had, bleef hij volhouden dat hij gelijk had.’ Wat uiteindelijk echter de druppel was, ‘was dat de koks niet voor me opkwamen toen ik hem aansprak. Dat vond ik echt verschrikkelijk.’
Ik heb chronische blaasontstekingen en ik moet smeken om naar de wc te mogen
Tiberiu’s tijd als floor manager eindigde ook heel plots en vernederend. Na een bezoekje van de Voedsel- en Warenautoriteit in november 2021 kreeg het restaurant 300 euro boete. ‘Gezien de omstandigheden waarin ze ons lieten werken was dat niet eens heel veel’, zegt hij. Maar die avond kreeg hij een appje van de eigenaars waarin ze hem verantwoordelijk hielden en ontsloegen.
‘Het restaurant was na de inspectie een dag gesloten voor schoonmaak en ze stuurden me een rekening voor 6883 euro, voor het verlies van die dag’, zegt hij.
Tiberiu was geschokt en voerde aan dat het niet zijn schuld was, aangezien hij de slechte hygiëne al heel vaak had aangekaart. Hij legde uit dat hij het geld niet had. Hij bood zelfs zijn excuses aan en vroeg de eigenaars om een tweede kans. Ze weigerden. Toen vroeg hij om zijn laatste loon.
‘Ze wilden me niet betalen. Ze zeiden dat ik aan de drugs en alcohol zat tijdens mijn diensten en dat ze onder mijn management 10.000 euro armer geworden waren. Toen gaf ik het maar op’, zegt hij. Tiberiu zag zijn geld nooit. ‘Ik besloot niet in te gaan op hun provocatie, dat was me te veel. Maar het was wel pijnlijk, vooral nadat ik me uit de naad gewerkt had voor die zaak.’
Gavin, die met Tiberiu samenwerkte, werd ook via de app ontslagen – twee keer zelfs. De eerste keer werd hij tegelijk met Tiberiu ontslagen. Toen hij vroeg waarom hij aan de straat gezet werd, gaven zijn bazen de schuld aan de nieuwe manager – degene die Tiberiu vervangen had. ‘Zij zeiden dat ze mij niet wilde, maar wij waren bevriend, dus ik ging met haar praten en ze ontkende dat natuurlijk.’
Toen hij de eigenaren daarmee confronteerde, werd hij weer aangenomen. ‘Ik kwam terug omdat ik het geld heel hard nodig had, maar ik voelde me als oud vuil behandeld.’
De tweede keer werd hij gewoonweg niet ingepland om te werken. Toen hij na de kerstvakantie, waarin het restaurant gesloten was geweest, niets hoorde, stuurde hij de eigenaars een berichtje. Hij kreeg geen antwoord, maar via Instagram ontdekte hij dat de zaak gewoon weer open was. Toen hij nogmaals informeerde hoe het zat, reageerden de eigenaars eindelijk:
‘Ik was niet eens kwaad meer, alleen verbaasd hoe vreselijk deze mensen waren’, zegt hij.
Hannah weet maar al te goed hoe het is om lastiggevallen te worden door je baas. De manager in het eetcafé waar ze werkte, dezelfde man die de keukenhulp aanmoedigde om zijn hoofd in het frituurvet te steken, had het ook op haar gemunt, zegt ze. ‘De meeste tijd was het wel oké, maar na een paar drankjes gingen hij en de koks soms te ver.’
De Nederlander, een man van in de vijftig, noemde haar constant schatje. ‘Zelfs waar gasten bij waren. Ik heb er meerdere keren wat van gezegd en heb hem gevraagd daarmee te stoppen, en dan werd hij heel boos. “Ik heb een vrouw en kinderen”, zei hij.’
Een keer, tijdens een kerstborrel met alle werknemers, betastte hij haar zelfs. ‘Hij liep langs me op weg naar de wc, deed alsof hij tegen me aan botste en greep mijn borsten, zogenaamd per ongeluk’, zegt ze. Ze was gechoqueerd, maar weet het aan de alcohol en geloofde zijn smoes. ‘Maar nu ik er op terugkijk was het waarschijnlijk geen ongeluk. Dat maakt me kwaad, omdat ik er niets aan gedaan heb.’
Harold werkte in de bediening van een Aziatisch restaurant. De sfeer daar was altijd vreselijk, zegt hij. Geschreeuw en intimidatie was doodnormaal, maar de managers manipuleerden hun personeel ook op subtielere wijze. Ze hielpen studenten bijvoorbeeld met documenten, dingen die niets met hun werk te maken hadden, en gebruikten dat dan als munitie.
‘Dan hadden ze zoiets van: wij hebben iets voor jou gedaan, dus nu moet je alles voor ons doen’, zegt Harold. ‘Ze dwongen je om persoonlijke klusjes voor ze te doen. En je had het gevoel dat je het wel moest doen, omdat je ze iets schuldig was.’
Volgens de zeven geïnterviewde studenten die in het restaurant werkten was dat een gebruikelijke praktijk.
Discriminatie en ongelijke behandeling
Een van die zeven is Andreea, die het ook opviel dat de managers de Nederlandse en internationale werknemers verschillend behandelden. ‘Ze hadden meer respect voor de Nederlanders, omdat ze leken te denken dat die betere werknemers waren, of misschien gewoon omdat ze moeilijker uit te buiten waren.’
Dat hebben meer internationals opgemerkt. Van de respondenten van onze enquête zegt 27,9 procent dat ze oneerlijk behandeld zijn in vergelijking met Nederlandse collega’s, terwijl 23,4 procent zegt dat ze gezien hebben hoe dat anderen overkwam.
De broodjeszaak waar Jack en Simon werkten discrimineerde internationals absoluut, zeggen de twee. Jack verstaat een beetje Nederlands en hoorde hoe het personeel de internationals de hele tijd beledigde en over hen klaagde. ‘Het was alsof we geen mensen waren’, zegt hij. ‘Voor het eerst begreep ik hoe het is als je openlijk gediscrimineerd wordt.’
‘Ik kon echt het verschil merken tussen Nederlandse en internationale medewerkers’, voegt Simon daar aan toe. ‘Hetzelfde gebeurde in het andere restaurant waar ik gewerkt heb. Ik heb me heel vaak onwelkom gevoeld in Groningen.’
Jasmin, die half Tsjechisch en half Syrisch is, kreeg meerdere keren met openlijk racisme te maken. ‘Een klant, een onbehouwen vastgoedondernemer die vooral aan studenten verhuurt, hield me de hele tijd van het werk. Toen ik daar iets van zei, zei hij tegen me dat ik naar mijn eigen land terug moest gaan. Hij schreeuwde ook tegen me dat ik gewoon Nederlands moest leren, waar iedereen bij was.’
Ik heb me heel vaak onwelkom gevoeld in Groningen
Maar haar manager schoot haar niet te hulp – eerder het tegenovergestelde. De man was een goede vriend van hem en dus zei hij tegen Jasmin dat ze haar excuses moest aanbieden.
‘Hij gaf ons internationals ook nooit toestemming om eerder weg te gaan, voor tentamens bijvoorbeeld of om een vlucht te halen, terwijl de Nederlanders dat wel mochten’, zegt ze.
Het zijn niet alleen Nederlandse bazen die internationals uitbuiten en slecht behandelen: meerdere van de restaurants waar de geïnterviewde studenten werkten worden gerund door internationals of Nederlanders met een buitenlandse achtergrond.
‘De eigenaars van mijn restaurant waren twee rijke Duitse studenten die dachten dat ze werknemers konden gebruiken en terzijde schuiven als het ze uitkwam’, zegt Tiberiu.
Dus waarom worden internationals anders behandeld? Harold denkt dat het is omdat Nederlandse werknemers beter op de hoogte zijn van hun rechten en opties. ‘En zij hebben doorgaans geen hulp nodig met dingen buiten hun bijbaan om, dus kunnen ze niet zo makkelijk gemanipuleerd worden.’
Maar Simon vraagt zich af of er niet een totaal andere reden voor is. ‘Dat is gewoon de algemene teneur in Nederland’, zegt hij, ‘dat je in dit soort situaties als een minderwaardig persoon wordt behandeld. Ik weet niet of het aan het soort baan ligt – bordenwasser, ober, fietskoerier, het werk in de horeca in het algemeen eigenlijk – of dat het ook met nationaliteit te maken heeft.’
Reactie Koninklijke Horeca Nederland (KHN)
‘In het algemeen zal een horeca-ondernemer zijn personeel met zorg behandelen. Goede werkgevers zijn immers aantrekkelijke werkgevers waar mensen graag willen werken. In deze tijd van personeelsschaarste merken ondernemers dat direct. KHN informeert en adviseert zijn leden geregeld over welke aspecten er komen kijken bij goed werkgeverschap. Waar werknemers slecht behandeld worden, keurt KHN dat uiteraard af.’
Reactie FNV Jong
Voorzitter Yasmin Ait Abderrahman: ‘Wij zijn totaal niet verbaasd. Jonge mensen worden vaker uitgebuit in de horeca en internationale studenten zijn een nog makkelijker doelwit doordat ze hun rechten niet goed kennen. Jongeren krijgen vaak nulurencontracten of flexibele contracten, waardoor ze makkelijk ontslagen kunnen worden en dat geeft werkgevers macht.
Onderbetaling is ook een enorm probleem. De FNV probeert te veranderen dat jongeren van 18 tot 21 jaar minder betaald krijgen dan oudere werknemers die precies hetzelfde werk doen. We willen ook het minimumloon verhogen naar 14 euro per uur. In veel sectoren hebben ze dit salarisverschil al losgelaten, maar de horeca lijkt niet te willen veranderen. Daar huren ze liever telkens een jonger iemand in.’