Totaal onvindbaar, keiharde bankjes
Ellendige collegezalen
Zaal 1314.0026 – Harmoniegebouw
Je zou eigenlijk al vijf studiepunten moeten krijgen als je deze zaal überhaupt weet te vinden. Van buitenaf zie je hem zo liggen, het lokaal links van de bogen die naar het Harmoniegebouw leiden, en van binnen is het niks speciaals: hoge plafonds, ruimte voor zo’n zestig studenten en vooraan een whiteboard. Maar om er te komen moet je een waar labyrint door.
Om te beginnen moet je, geheel tegen alle logica in, eerst bij het hoofdgebouw naar binnen via de draaideuren. Daarna sla je rechtsaf naar de receptie en nogmaals rechts, tot je de foyer voor de Marie Lokezaal bereikt. Dan weer rechts en de trap op naar de tweede verdieping. Van daaraf loop je door de studiezaal van rechten (ssst!) tot je aan de andere kant van de dubbele deuren weer een trap tegenkomt.
Snap je het nog? Mooi.
Dan de trap af met bizar lage treden tot je – jawel – weer op de begane vloer bent. Dan nog een keer linksaf, en dan ben je eindelijk bij 1314.0026. Volledig buiten adem, dat wel, maar ook met zo’n vijfhonderd extra stappen op je teller.
Heymanszaal – Academiegebouw
Oké, deze is niet zo moeilijk te vinden, maar het is wel een rotzaal. Je zit er op ouderwetse eiken bankjes en hoewel dat de ruimte wel een echt academisch sfeertje geeft – en je doet denken aan alle Nobelprijswinnaars en andere wetenschappelijke grootheden die je zijn voorgegaan – krijg je er ook een enorm pijnlijke kont van.
Tip van een expert: als je vaak in de Heymanszaal college hebt, investeer dan in een kussen om je billen een plezier te doen. Ze zijn het waard. Blijkbaar heeft Nobelprijswinnaar Ben Feringa van de RUG dat ook gedaan…
Zaal 5171.0415 – Linnaeusborg
Het neusje van de zalm van lastig te vinden collegezalen kom je tegen in het groene zigzaggebouw, de Linnaeusborg. Ik arriveer er op een maandagochtend en vraag de receptionist welke zaal het moeilijkst te vinden is. Ze aarzelt even. ‘Ze zijn geen van allen makkelijk te vinden’, zegt ze lachend, om me vervolgens een handige routekaart met kleurtjes te overhandigen.
5171.0415 is naar het schijnt het allermoeilijkste om te vinden, vertelt ze uiteindelijk. Ik heb volgens mij een aardig goed richtingsgevoel, dus ik besluit het erop te wagen. Tien minuten en heel wat verbaasde blikken later van academici die me al meerdere keren langs hun kantoor hebben zien lopen, sta ik eindelijk voor de deur.
Het is nogal tegenstrijdig: je neemt de lift naar de vijfde verdieping, steekt de lange brug over naar de felverlichte gang, loopt helemaal naar de andere kant waar je weer een lift pakt naar de de vierde verdieping en dan ben je er!
Je zou verwachten dat een gebouw vol wetenschappers iets beter ontworpen zou zijn.
Heymansgebouw
Dit gebouw is makkelijk te vinden: het is dat grote blok vol psychologen in de Grote Kruisstraat. Maar moet je hier eigenlijk wel zijn? Je vindt hier weliswaar heel veel mensen bijeen die theorieën spuien over de frontaalkwab, Freuds vijf ontwikkelingsfasen en de hippocampus, maar jouw collegezaal vind je waarschijnlijk elders.
Als ik de vrouw achter de receptie vraag of ze ook ‘moeilijk te vinden collegezalen’ weet, grinnikt ze. Ik ben blijkbaar niet de eerste die er naar vraagt, en ook niet de eerste die aanneemt dat ze überhaupt hier zijn. Een collega die het klappen van de zweep kent roept vanuit de opslagruimte: ‘Vraagt hij naar collegezalen? De meesten zijn in het Muntinggebouw.’
Nu dat duidelijk is, denken ze even na en zijn het er al snel over eens dat het meest verborgen zaaltje kamer 74 moet zijn in het naastgelegen gebouw. Daar kun je het makkelijkste komen via het hek naar de binnentuin van het complex aan de Nieuwe Kijk in ‘t Jatstraat.
Geen zorgen, je zal echt niet de eerste zijn die verkeerd loopt – en ook niet de laatste.