Studenten
Triatleet Joost Somsen Foto Andre Kwakernaat

Topsporten én studeren is topsport

Twee ballen
in de lucht

Triatleet Joost Somsen Foto Andre Kwakernaat
Topsporters besteden gemakkelijk 25 uur per week aan hun sport, vergelijkbaar met parttimebaan van drie dagen. Toch zijn er elk jaar zo’n tachtig topsporters die daar ook nog een academische studie naast doen aan de RUG.
26 oktober om 14:05 uur.
Laatst gewijzigd op 29 november 2021
om 15:02 uur.
oktober 26 at 14:05 PM.
Last modified on november 29, 2021
at 15:02 PM.
Avatar photo

Door Lydwine Huizinga

26 oktober om 14:05 uur.
Laatst gewijzigd op 29 november 2021
om 15:02 uur.
Avatar photo

By Lydwine Huizinga

oktober 26 at 14:05 PM.
Last modified on november 29, 2021
at 15:02 PM.
Avatar photo

Lydwine Huizinga

‘Ik neem mijn petje af voor iedere topsporter die een studie afrondt’, zegt topsportcoördinator Cees Reitsma. ‘Weet wat je te wachten staat’, waarschuwt hij nieuwelingen dan ook. ‘Oriënteer je goed. Ga naar open dagen en onderzoek wat de mogelijkheden zijn per studie. Er kan veel, maar doe het vooral niet omdat je ouders willen dat je doorstudeert.’

Reitsma praat bevlogen over de topsporters die hij begeleidt bij hun studie, maar hij windt er geen doekjes om: ‘Als topsporter kies je niet voor de gemakkelijke weg als je aan een studie begint.’ Hij vindt het dan ook geen falen als ze hun studie moeten afbreken voor hun sport. ‘Studeren kan daarna ook nog.’

Mollema

Neem wielrenner Bauke Mollema. Een talentvolle economiestudent die een contract tekende bij de Rabobankploeg. Een keuze die bepalend bleek voor zijn verdere wielercarrière, maar die keuze betekende wel het einde van zijn studie: het werd te zwaar.

Toch: ‘Er is veel mogelijk’, zegt Reitsma. Soms volgt een topsporter een heel blok, soms maar een of twee vakken per semester; de sporters bepalen voor een groot deel hun eigen studietempo. Ze kunnen ook ontheffing aanvragen voor het bindend studieadvies.

Om je studie flexibel in te mogen vullen, moet je als topsporter wel beschikken over een topsportstatus erkend door het NOC*NSF. Ook zijn er clubs als FC Groningen, Donar en Lycurgus, die gekoppeld zijn aan de topsportregeling van de RUG.

Sparren

Wat de mogelijkheden zijn – online tentamens doen, bijvoorbeeld – verschilt per studie. Reitsma probeert topsporters daarom bij het begin al te koppelen aan topsporters die dezelfde studie doen. ‘Om te sparren en een goed beeld te krijgen van de mogelijkheden.’

Je moet wel heel wat in je mars hebben, waarschuwt Reitsma. ‘Twee ballen in de lucht houden kan behoorlijk zwaar zijn. Een universitaire studie is pittig en topsport bedrijven ook. De combinatie vergt veel discipline en organisatievermogen. Soms moet je gewoon tevreden zijn met een zesje. Dat is voor veel topsporters best moeilijk te accepteren omdat het vaak perfectionisten zijn.’

Voor Reitsma is het het mooiste als de sporters afstuderen. Hoewel: ‘Het summum is natuurlijk als een student zijn beeltenis mag toevoegen aan de olympische topsportwand’, bekent hij. ‘Maar ik ben blij met elke student die goed presteert, ongeacht medailles of de aandacht die hij of zij krijgt.’

Triatleet Joost Somsen

Foto Andre Kwakernaat

Triatleet Joost Somsen (22) ligt meestal om zeven uur ‘s ochtends in het zwembad voor zijn eerste training. Dan snel door naar college om vervolgens te gaan studeren. Tussen de middag eet hij (veel) en dan heeft hij een of twee uurtjes vrij om bij te komen. 

Vervolgens is het tijd voor een tweede training, waar hij moe van thuis komt. Om tien uur gaat het licht uit. Gemiddeld is Somsen zo twintig uur per week kwijt aan trainen, schat hij in, voorbereidingen en reistijd niet meegeteld.

Wat maakt het uit als je een jaartje iets minder presteert door je studie?

Toen hij begon met zijn studie, was de triatlon voor Somsen nog een hobby, maar hij werd elk jaar een stukje fanatieker. Tijdens zijn master biomedical engineering deed hij voor het eerst een beroep op de topsportregeling van de RUG: hij mocht een toets online maken. ‘De universiteit pakte het perfect op. Ik heb hier alleen maar complimenten voor.’

De weg kwijt

Somsen raadt anderen aan om hun studie niet op te geven, zodat ze nog iets naast hun sport hebben. ‘Ik ken veel jongens die hun studie stop hebben gezet. Je merkt dat ze dan een beetje de weg kwijtraken, in een tunnelvisie belanden. Op het moment dat het slecht gaat met de sport dan gaat het slecht met hun hele leven.’

‘Alleen maar bezig zijn met de triatlon trekt mij in ieder geval niet. Ik heb wel weken dat ik vooral aan het sporten ben, maar ik vind het lekker om daarna niet óók nog eens met de sport bezig te zijn’ vertelt Somsen.

De combinatie is wel veeleisend, beaamt Somsen. ‘Mijn tip? Goed plannen. Probeer het gewoon. Wat maakt het uit als je een jaartje iets minder presteert door je studie? Als sporter verlies je meestal meer dan je wint.’

Hobby

Somsen is ambitieus. ‘Dit jaar liep ik wat achter door coronabeperkingen, maar aankomende winter hoop ik een enorme basis te leggen voor het nieuwe seizoen.’ En dan, volgend jaar, wil hij voor de Nederlandse triatlontitel gaan en zijn master afronden.

Zijn geheim: de sport is nog steeds zijn hobby. ‘Ik doe wat ik leuk vind en daarom heb ik nooit het gevoel dat ik iets moet opgeven. Sterker nog; ik krijg er alleen maar mooie dingen voor terug: ik zie wat van de wereld en ontmoet leuke mensen. Voor mij is het alleen maar positief.’

Marathonschaatser Dieuwertje Van Kalken

Foto Vincent Riemersma

In 2018 was Dieuwertje van Kalken Nederlands juniorenkampioen in het marathonschaatsen. Tegenwoordig is ze prof. Ze vliegt de hele wereld over en combineert dit met een studie geneeskunde.

‘In mijn eerste jaar had ik er veel moeite mee’, vertelt ze. ‘Ik begon in september en dan begint ook het schaatsseizoen. Ik vond het toen heel heftig en dacht dat ik het nooit vol zou houden. Nu, in mijn derde jaar gaat het heel goed.’

Als ik arts ben, kan ik er niet mee aankomen dat ik iets niet weet omdat ik op trainingskamp was

De combinatie vergt wel discipline. Bankhangen of uitgebreid weekend vieren zit er voor Van Kalken niet in. ‘Nee, ik heb niet veel vrije tijd’, lacht ze. ‘Aan de andere kant: door mijn topsportleven ben ik elke dag fit, waardoor ik makkelijk studeer.’ Ze gaat ook weinig op stap. ‘Feesten en daarna brak zijn is pas zwaar. Dat kost ook veel tijd.’

Van Kalken volgt haar studie in het normale tempo. Wat al pittig op zich is. Dankzij de topsportregeling kan ze het goed combineren met haar sport. ‘Ik kan colleges online volgen en tentamens tijdens herkansingen maken als ik er bij de eerste kans niet bij kan zijn. Ik bepaal zelf mijn ritme.’

Je hele leven

Toch probeert ze haar tijd zo in te delen dat ze zoveel mogelijk bij de lessen kan zijn. ‘Ik wil niet alleen een vijfenhalf of een zesje halen. Als ik later arts ben, kan ik er niet mee aankomen dat ik iets niet weet omdat ik op trainingskamp was.’

Ze is blij met de combinatie, dat ze iets achter de hand heeft. ‘Ik zeg altijd tegen collega-schaatsers op de ijsbaan dat je er iets naast moet doen. Anders word je gek. Je bent zo met je lijf bezig, je moet ook wat met je hoofd doen. En wat als het niet goed gaat met de sport? Dat is dan wel je hele leven.’

‘Informeer jezelf goed’, adviseert ze vervolgens. ‘Kijk wat er mogelijk is. Of je mee kan naar trainingskampen en herkansingen kan maken, bijvoorbeeld. Anders kom je in de knoop en dat levert veel stress op. Als je weet wat er kan, scheelt dat veel gedoe en kun je je focussen op wat belangrijk is.’

Engels