Van ijzig Nijenborgh naar bloedheet Feringa
Nog even wat kinderziektes tackelen
Ja, Maurits de Roo is erg tevreden. In Nijenborgh 4 zat de promovendus elektrochemie nog in een laboratorium dat eigenlijk ongeschikt was. ‘Daar moest apparatuur in de zuurkasten staan, die daar niet voor zijn bedoeld. Bovendien boden ze maar beperkt ruimte.’
De verhuizing gaf hem en zijn groep de mogelijkheid de laboratoria volledig naar wens in te richten. ‘Hier hebben we veel diepere werkbanken, waardoor we alle apparatuur beter kunnen opstellen.’ De ontwerptekeningen die aangeven waar de apparatuur moest komen in het splinternieuwe lab, zijn dan ook gemaakt in overleg met alle gebruikers, zegt hij. ‘Dit doe je maar één keer.’
Veel gebruikers die de afgelopen drie weken de overstap naar het nieuwe gebouw maakten, zijn net als De Roo in hun nopjes. De Feringa Building biedt ze aanmerkelijk meer ruimte, licht en vooral een hagelnieuwe werkplek. Vergelijk dat met de lekkende ramen en donkere gangen in het oude energieslurpende Nijenborgh, en de keuze is snel gemaakt.
Ik denk dat we zelf maar langs de Ikea gaan om wat kasten te halen
‘De nieuwe labs zijn heel fijn en gebouwbeheer is heel snel met het regelen van dingen, zoals sleutels die verwisseld waren’, zegt hoogleraar moleculaire anorganische chemie Wesley Browne. ‘Maar ik maak me wat zorgen om de capaciteit van de koelkasten in het nieuwe gebouw. We hebben misschien niet genoeg plek voor onze lunch’, zegt hij met een glimlach.
‘Elke dag worden er dingen geïnstalleerd en aangesloten, dat is heel fijn om te merken’, zegt promovendus en onderzoekstechnicus Mart Salverda.
Vissenkom
Maar met alle vreugde over de voordelen van het gebouw, lopen de onderzoekers nu ook tegen de eerste kinderziektes aan. Soms zijn dat kleine dingetjes, zoals het gebrek aan opbergruimte. ‘Het rare is dat hier wel dozen met spullen zijn neergezet, maar geen kasten om ze in op te bergen’, zegt De Roo. ‘Ik denk dat we zelf maar langs de Ikea gaan om wat te halen.’
Iets serieuzere problemen zijn er ook: zo hebben medewerkers en studenten die de ruimtes rondom het atrium achter de hoofdingang gebruiken last van een ‘vissenkomeffect’. Doordat er geen raambekleding mag worden opgehangen, zijn hun werkzaamheden van buitenaf goed zichtbaar.
Of neem de tussendeuren die alleen geopend kunnen worden met een pasje. Veilig misschien, maar het zorgt ook dat studenten niet zomaar bij hun studieadviseurs langs kunnen gaan. Ook labs zijn alleen maar toegankelijk met een pas.
Improviseren
Een grotere schrik waren de ventilatieproblemen die vorige week opdoken. Ze hebben te maken met de inregeling van de technische systemen in het gebouw, zegt RUG-woordvoerder Elies Wempe-Kouwenhoven. Er wordt te veel lucht naar binnen geblazen, wat zorgt voor geluidsoverlast in werkruimtes. Daardoor werken ook de zuurkasten, die lucht moeten afzuigen, nog niet allemaal zoals zou moeten.
En dus moet Justin Ye, hoogleraar device physics of complex materials, nog improviseren. In zijn laboratorium kan hij de glovebox, een soort zuurkast bedoeld voor experimenten, op dit moment alleen gebruiken wanneer hij de afvoerbuis uit het raam hangt.
Je kunt nooit in een keer een doortimmerd plan hebben voor de ventilatie
Onhandig misschien, maar het levert geen verder gevaar op, benadrukt hij. Er komt namelijk vrijwel pure stikstof – een onderdeel van de lucht om ons heen – uit het apparaat. ‘En daar stik je pas door als je verder niets anders inademt.’
Ook de groep van David Garcia, promovendus photophysics and opto-electronics, heeft te maken met de ventilatie-issues. Daarbij kwamen nog wat communicatieproblemen tussen de verschillende partijen rondom de verhuizing, waardoor die wat vertraging opliep. Daardoor kunnen ze hun nieuwe cleanrooms, ruimtes waar met zo min mogelijk ‘viezigheid’ van buitenaf gewerkt wordt, nog niet in gebruik nemen. ‘Maar gelukkig kunnen we de cleanrooms in het oude gebouw nog gebruiken’, zegt Garcia.
Browne begrijpt wel dat dit soort ventilatieproblemen ontstaan. ‘Je kunt nooit in een keer een doortimmerd plan hebben voor de ventilatie. Je moet het altijd een beetje tweaken.’
Maatwerk
Dat ‘tweaken’ van de ventilatie is inmiddels in volle gang, volgens Wempe-Kouwenhoven. ‘Hij is beter in balans gebracht door betere software-instellingen en door deuren in het hele gebouw zoveel mogelijk gesloten te houden. Hierdoor wordt de luchtstroom in de ruimte minder verstoord en hoeft de installatie minder inspanning te leveren om toch effectief en veilig te functioneren.’
Er kan geen sprake zijn van verhuizing van een groep als dat niet honderd procent veilig kan, voegt portefeuillehouder middelen Esther Marije Klop daar aan toe. ‘In sommige gevallen betekent dit dat er maatwerk moet worden geleverd, waarbij bijvoorbeeld de chemicaliën nog even niet mee verhuizen, en de rest van de labinrichting van een groep wel. We zijn in nauw overleg met ieder van de groepen die verhuisd zijn of zeer binnenkort verhuizen.’
Ik hoef niet meer na tien minuten zwetend het lab op te zoeken voor verkoeling
En dan is er de temperatuur. ‘Mijn kantoor was in de afgelopen twee weken tussen de 26 en 29 graden en die temperatuur was niet aanpasbaar’, zegt Salverda. ‘Gelukkig was ik tot nu toe vooral in het lab, dus ik had er weinig last van.’
Verderop in het gebouw was het juist koud op kantoor. ‘Daar hebben groepsgenoten de deur van de gang naar het trappenhuis open gezet, waar het wél lekker warm is.’
Salverda is niet de enige die in de warmte zit, vertelde personeelsraadslid Tjalling Canrinus tijdens de faculteitsraad. ‘Medewerkers klagen dat het erg warm kan worden, tot wel 32 graden. Daar worden mensen duf van.’
Verbetering
Inmiddels wordt ook daarvoor aan een oplossing gewerkt. Het personeel heeft vooraf een mail gekregen waarin stond dat het wel een jaar kon duren voordat het gebouw volledig ‘ingeregeld’ was. Maar, zei Klop in de faculteitsraad, er wordt op gelet en het zou geen heel jaar moeten duren voor het comfortabel werken is voor de onderzoekers.
Salverda merkte deze week al verbetering. ’Bij mij is de temperatuur ineens 22 graden en ik kan hem zelf regelen. Nu kan ik wat langer aan een stuk mijn kantoor inrichten, in plaats van in stukjes van tien minuten voor ik zwetend het lab op moet zoeken voor verkoeling.’
Hij begrijpt dat dit soort dingen kunnen gebeuren als je verhuist naar een gebouw dat nog niet af is. Hoe dan ook is het gebouw een stuk beter dan zijn oude werkplek, zegt hij. ‘De temperatuur is een heel stuk aangenamer dan de afgelopen twee winters in de Nijenborgh.’
Erg blij
En verder? De verhuizing verloopt vooralsnog soepel. Het is stressen voor de betrokkenen, zegt Klop, en er wordt een beroep gedaan op flexibiliteit, oplossingsgerichtheid en creativiteit van al deze mensen. ‘Maar de overall geluiden die we horen van de mensen die de Feringa Building inmiddels betrokken hebben, is: wat een mooi gebouw, wat een goede plek om te werken.’
Dat herkent De Roo. Hij had zeven volle verhuisdagen gepland, maar blijkt ze dankzij een grondige voorbereiding lang niet nodig te hebben. ‘Vier of vijf dagen zijn waarschijnlijk genoeg.’
Ook Garcia is blij. In de laboratoria van het Zernike Institute of Advanced Materials is het momenteel een komen en gaan van technici die de laatste verhuisde apparatuur weer in elkaar zetten en afstellen, ziet hij. ‘Gisteren hebben ze een atoomkrachtmicroscoop gekalibreerd en vandaag werkt hij al.’
‘Er zijn nog wat kinderziektes’, zegt Klop. ‘Maar we merken dat de meeste mensen daar veel begrip voor hebben. Ze kijken vooral vooruit. We zijn dus vooral heel erg blij met ons nieuwe gebouw.’