• Wendy

    Tijdreis

    Op het moment dat ik de draaideur uitstap, word ik teruggeslingerd in de tijd. De stemmen die door het trappenhuis schallen, de geur van koffie en de bedrijvige in- en uitlopende studenten. Alsof ik er vorige week nog was.

    Bijna al mijn tentamenperiodes bracht ik in de UB door, voornamelijk uit zelfbehoud. Want dan vond ik het ineens nodig om mijn kamer te schilderen, koffie te drinken met iedereen uit mijn telefoonlijst of de keuken van mijn studentenhuis grondig te soppen. Maar vijf jaar geleden was mijn laatste tentamen en ik kon me niet voorstellen dat ik ooit nog terug zou komen.

    Maar nu sta ik er weer. En terwijl ik de trap oploop naar de vierde verdieping, kom ik alle UB-clichés weer tegen.

    Op de eerste verdieping staat een meisje in een kort zwart rokje met hoge laarzen met haar rug tegen de balustrade. Langzaam leunt ze achterover, haar lange blonde haren over haar schouder gooiend. Haar aandacht gaat uit naar de jongen in rode broek, nette schoenen en overhemd die naast haar staat. Als ze maar half zo veel moeite zou doen voor haar tentamen, zou ze met vlag en wimpel afstuderen.

    Op de trap naar de tweede verdieping zit een donkerharig meisje. Oordopjes in en een tablet in haar handen. Druk gebarend vertelt ze in een waterval van mediterraanse klanken iets aan de persoon op het scherm. Aan de vele lege koffiekopjes naast haar te zien zit ze er al een tijdje. Maar tegen haar studiegenoten kan ze in ieder geval zeggen dat ze in de UB heeft gezeten.

    Op de derde verdieping zwaait de deur van de leeszaal open. Terwijl de jongen nog in de deuropening staat, begint hij al op luide toon in zijn telefoon te praten. ‘Nee man, ik kan niet mee gaan drinken, ik zit in de UB, heb tentamen morgen.’

    In de zaal kijken mensen geïrriteerd op van hun boeken. Als zijn vriend moet weten dat hij morgen tentamen heeft, moet blijkbaar iedereen binnen een straal van tien meter van de deur dat ook weten. Kennis die op geen enkel tentamen getoetst wordt.

    Op de vierde verdieping aangekomen zwaai ik de deur van de leeszaal open. Ik zoek een plekje achterin en klap mijn laptop open. Zo, eerst tijd voor een kopje koffie.

    Wendy Docters werkt als oio bij het Kernfysisch Versneller Instituut

    Foto Reyer Boxem