Maaike Kersten is 24 en heeft net de studie sociaal juridische dienstverlening afgerond. Ze werd geboren met een open ruggetje, waardoor ze in een rolstoel zit. ‘Ik heb hulp nodig met aankleden en schoonmaken. Ook zit je in een rolstoel veel lager en hier zijn studentenhuizen niet op aangepast. Toch wilde ik op mezelf wonen.’
Maar een eigen woning vinden bleek geen sinecure. ‘Aangepaste kamers staan niet goed geregistreerd. Gaandeweg kwam ik bij Lefier terecht, die op het punt stond om een groot wooncomplex aan het Wielewaalplein te bouwen, met zes aangepaste kamers. Hier ben ik nauw bij betrokken geweest en zo is mijn organisatie Wiel & Deal tot stand gekomen, die woonruimtes zoekt voor studenten met een beperking.’
Want dat is wat Maaike wil. Studenten met een handicap de vrijheid en zelfstandigheid van het studentenleven laten voelen. Net zoals zij dat zelf wilde. Dit jaar trokken de eerste studenten in het pand aan het Wielewaalplein.
Ook ging ze op zoek naar een zorginstantie voor studenten. ‘Bij de reguliere thuiszorg moet alles snel en volgens een route, terwijl studenten behoefte hebben aan meer flexibiliteit. Zo ben ik Emile op het spoor gekomen, een zorginstantie voor en door studenten. Zij helpen de inwoners van het Wielewaalplein.’
Provisorisch
Hanneke Lamberink is een van de bewoners. De 22-jarige psychologiestudente is door een zuurstofgebrek bij de geboorte spastisch aan beide benen en zit hierdoor bijna altijd in een rolstoel. ‘Via via ben ik hier letterlijk en figuurlijk ingerold. Ik was er wel op voorbereid dat andere huizen niet zo praktisch zouden zijn, daarom heb ik me niet zo gericht op gewone studentenhuizen. Je zet mij immers niet op 12 m2 neer.’
Op zichzelf wonen bevalt Hanneke goed, maar soms moet je in een rolstoel net iets creatiever zijn. ‘Dingen vervoeren is het grootste obstakel. Inmiddels weet ik hoeveel ik kan dragen, ongeveer vijf boodschappentassen. Vlakbij zit een kapper, die kijkt wel eens van “daar gaat ze weer!”’
Wachtlijst
Soms moet je ook simpelweg even om hulp vragen. ‘Er zijn domme onpraktische dingetjes, bijvoorbeeld als je bij iemand op bezoek bent. In de Vinkhuizenflats zijn er enorme drempels en heb ik hulp nodig. Als een vriendin niet haar telefoon opneemt, zit je daar wel even. Maar dan moet je gewoon een voorbijganger vragen. Je kan altijd op je kamer blijven zitten of je kunt om hulp vragen.’
Over de uitkomst van Wiel en Deal is Maaike heel tevreden. ‘Sommige dingen zijn half af. De badkamer had bijvoorbeeld iets vierkanter mogen zijn, zodat je er beter in kan manoeuvreren. Ook heb ik een groot balkon, maar kan ik niet over de reling heenkijken. Toch vind ik dat niet erg, bij studentenkamers is immers ook niet alles perfect.’
Hoewel Maaike nu een aangepaste woonruimte heeft, is het in Groningen nog best lastig toeven met een rolstoel. ‘Kroegen en sportclubs zijn obstakels. Het is lichamelijk lastig om binnen te komen, maar je voelt je ook niet altijd even welkom. Sommige mensen weten niet zo goed wat ze met de situatie aan moeten en dan sta je gelijk in het middelpunt van de belangstelling.’
Fröbelen
Lukas Nijssen is een andere bewoner van het complex en kan dit beamen. ‘Op veel plekken kom je niet zomaar binnen en is het toiletgebruik lastig. Maar kroegen als het News Café, Wolthoorn, De Keyzer en Pand 48 zijn goed te doen.’
Lukas is 27 en doet een master bestuur en recht. Door zuurstofgebrek is hij spastisch en zit hij in een rolstoel. Tot vorig jaar woonde hij bij zijn ouders. ‘Qua woonruimte kun je wel terecht bij een focusinitiatief, meer dan zit je tussen de bejaarden. Ik ben in studentenhuizen geweest en wist dat dat heel moeilijk ging worden. Ik kende Maaike al en toen zij dit voorstelde wist ik dat ik op deze trein moest springen.’
Ook Lukas bevalt het steeds beter om een eigen huis te hebben. ‘Ik krijg ’s ochtends hulp bij het douchen en heb schoonmaakhulp. Zelf leer ik steeds beter om me te redden en te koken. Ik vond het wel wennen om door studentengeholpen te worden, maar zij doen nergens moeilijk over dus nu ben ik zelf ook minder ongemakkelijk.’
Mensen kijken anders naar Lukas omdat hij in een rolstoel zit. ‘Ik ben wel eens een kledingwinkel uitgezet, omdat de medewerkers bang waren dat ik het tapijt met mijn wielen zou bevuilen.’ Ook op liefdesgebied is een rolstoel een obstakel. ’Het is het heel simpel: een beperking stoot af. Ik heb nog nooit een vriendin gehad en heb inmiddels maar besloten om het over een andere boeg te gooien en bij een datingsite te gaan.’
Het is duidelijk, de aangepaste kamers zijn voor studenten met een beperking een stap in de goede richting. Maar een gewoon studentenleven, daar moet meer voor gebeuren.