Micromanaging op de uni
Student is als opgejaagde arbeider
Toen ik voor het eerst voet zette in het Studenten Service Centrum, kromp mijn maag ineen van de zenuwen. ‘Ik ben bang dat mensen me als slechte student zullen zien’, appte ik een vriend.
Hij reageerde vrijwel onmiddellijk: ‘Je denkt er te veel over na.’
Die donderdagmiddag was de eerste keer dat ik fysiek naar de studieondersteuningsgroep van het SSC ging. Hier delen studenten die worstelen met hun academische prestaties hun problemen en geven ze elkaar advies. Een beetje zoals de Anonieme Alcoholisten, alleen biechten we dan onze academische zonden op.
Ik had me aangemeld voor de groep omdat ik vond dat ik niet efficiënt genoeg bezig was. Ik moet lesstof lezen, essays schrijven, tentamens doen en dan zijn er nog de aanvullende stukken voor zelfstudie. Elke week opnieuw, terwijl ik dan net klaar ben met al het werk van de vorige week. Zo draait mijn leven telkens in een cirkeltje rond.
Voor de andere studenten in de groep gold hetzelfde. Elke donderdag kwamen we bijeen in het SSC, met telkens dezelfde problemen. Gezakt voor een tentamen in het vorige blok? Dan gebeurde hetzelfde in het blok erna.
Sorry
Ik kan me de eerste bijeenkomst nog goed herinneren: Siri, die een bachelor bedrijfskunde doet, barstte halverwege in huilen uit. Maar wat me bijbleef waren niet haar tranen, maar het feit dat ze ‘sorry’ zei.
In de praatgroep hoorde je de hele tijd ‘sorry’. Studenten zoals wij verontschuldigen zich zo’n beetje voor alles: dat we door de stress gezakt zijn voor een tentamen, dat we niet op tijd bij de bijeenkomst konden zijn. Ik hoorde mensen vooral ‘sorry’ zeggen vanwege dingen die buiten hun macht liggen. Sorry zeggen betekent dat je de verantwoordelijkheid op je neemt voor het feit dat iets niet gelukt is, maar hoe kun je nou verantwoordelijk zijn voor het slechte humeur van je vriendin, of voor het oplopen van een virus?
Studenten zeiden vooral ‘sorry’ vanwege dingen die buiten hun macht liggen
Langzaam begon het me te dagen. Volgens de RUG-website is de groep voor studenten ‘die het niet ontbreekt aan goede voornemens, maar wél aan discipline om die voornemens uit te voeren’. Maar wat ik zie is niet een gebrek aan discipline: hier is iets anders aan de hand.
Het gaat erom dat wij controle willen hebben en daar niet in slagen. Het gaat erom dat het onderwijssysteem ons voorspiegelt dat je goed bezig bent als je maar netjes de kunstjes doet waar om gevraagd wordt.
Niet iedereen is er echter voor in de wieg gelegd om kunstjes op te voeren. Zelfs in het circus springt niet iedereen door een brandende hoepel: alle artiesten hebben hun eigen act. En als het enige criterium is hoe goed je door een hoepel kunt springen, vallen er een hoop artiesten af. Maar zo werkt dit systeem: er is één regel voor iedereen, en als je daar niet aan kunt voldoen ben je ‘disfunctioneel’.
Gemotiveerd
Als ik om me heen kijk, zie ik dat de mensen die ik bij het SSC tegenkwam waarschijnlijk het meest gemotiveerd zijn van alle RUG-studenten. Als ze hun academische prestaties niet heel erg graag wilden verbeteren, zouden ze daar immers niet twee uur per week zijn om met hun innerlijke demonen te vechten.
Ze zouden het geweldig moeten doen op deze plek waar we kennis opdoen en proberen om onze horizon te verbreden. Maar dat is niet de realiteit.
‘Ik kon niet slapen omdat ik zenuwachtig was of het me wel zou lukken een perfect essay te schrijven’, vertrouwde Victoria me toe in een café nabij het Harmoniegebouw. Onze groep had de gewoonte om af te spreken voor de officiële bijeenkomst, en daar kwamen de emoties al meteen naar boven.
Als je niet aan de regel kunt voldoen ben je ‘disfunctioneel’
‘Ik heb het gevoel dat ik alleen ben en dat ik niet bij hoor in de wereld’, zei ze. ‘Mijn vriendin heeft problemen en ik wil haar helpen. Ik heb tentamens en essays en ik wil ook mijn familie helpen, maar ik weet niet hoe ik dat allemaal moet doen. Het eindigde ermee dat ik niets deed.’
Siri zat in een vergelijkbare situatie. Ze kon maar niet begrijpen wat er gebeurde. ‘Ik ben dol op lezen, ik vind mijn studie heel leuk, maar…’
Sommige van de beoordelingsmethodes ervaarde ze bijna als een straf: ze zakte voor een lastig economie-examen in het vorige blok en moest in het blok erna een hertentamen doen. Maar dat semester had ze al drie andere tentamens. Dit extra hertentamen was niet alleen op zichzelf een belasting, maar nam ook nog eens tijd in beslag die ze anders had besteed aan de voorbereiding op andere tentamens.
Vicieuze cirkel
De Wet van Yerkes-Dodson, de beruchte omgekeerde U-grafiek, verklaart wat er in dit soort situaties gebeurt. Mensen presteren doorgaans goed als ze een beetje stress hebben, maar als het stressniveau daarna nog verder stijgt, nemen hun prestaties af. Elke student loopt het risico in deze vicieuze cirkel vast te komen zitten: je zakt één keer, daarna heb je twee keer zoveel problemen met het bijbehorende toegenomen stressniveau, en dus zak je opnieuw.
Hoe meer ik met mijn groep praatte, hoe meer ik het idee kreeg dat wij helemaal geen studenten zijn. Wij zijn werknemers, arbeidskrachten die opgejaagd worden en beoordeeld worden aan de hand van de vele taken die we geacht worden uit te voeren.
Het subtiele verschil zit hem in wat mijn groepsgenoten werkelijk dwars zat: het was niet dat wij niet genoeg kennis vergaarden of geen voortgang boekten. Het probleem zit hem erin dat we door middel van methodes zoals tentamens ongeschikt worden bevonden. Die stress is echt en dat zie je over de hele universiteit terug.
Overwerken
Wat de situatie nog erger maakt is dat het probleem ook is doorgesijpeld naar de docenten. De eerste keer dat ik rond middernacht een mailtje kreeg van een van mijn professoren, was ik verbaasd. Ik liet de mail aan mijn huisgenoot zien, die ook uit China komt. ‘Dus mensen werken hier ook over.’
Micromanagen maakt het probleem alleen maar erger
Maar dat was niet de laatste keer dat dit gebeurde. Ik kreeg regelmatig laat op de avond aankondigingen en e-mails van docenten. En bij veel vakken wordt ons om een wekelijkse samenvatting van de stof gevraagd, om er zeker van te zijn dat we het werkelijk gelezen hebben.
Zoiets verwacht je te zien op een werkvloer waar een slechte sfeer hangt: er wordt steeds meer gemicromanaged om ervoor te zorgen dat de onwillige werknemers het minimale doen. Daarmee los je het probleem misschien voor de korte termijn op: studenten gaan meer doen. Maar op de lange termijn wordt het alleen maar erger, want nu hebben de docenten meer opdrachten om na te kijken en moeten ze meer administratie doen.
Op papier willen universiteiten studenten kennis meegeven en ze leren om zelf kennis te produceren. Maar het academisch onderwijs is – net als elk ander onderwijssysteem – langzaam verworden tot een rigide testomgeving.
Pijnstiller
Ik lees bij UKrant dat eerstejaars studenten twee ECTS minder hebben gehaald dan in vorige jaren. En ik denk aan de mensen in mijn groep bij het SSC: het zijn maar gegevens in een rapport, maar het staat ook voor de uren die ze in de bieb hebben zitten studeren, en hun verdriet als ze hun cijfers in Nestor zien staan.
Het SSC wordt ingezet als pijnstiller die studenten ‘zonder discipline’ helpt om overeind te blijven, terwijl er niets wordt gedaan aan het onderliggende probleem.
Ik vraag me af of hier iets aan gedaan kan worden. Zelfs terwijl ik deze alinea aan het schrijven ben, is er nog dat stemmetje in mijn achterhoofd: ‘Als je geen oplossing aan kunt dragen voor de dingen die je nu aan de kaak stelt, wat heeft het dan voor zin?’
Ik weet het niet.
Eigen tempo
Een paar maanden na de eerste bijeenkomst besprak ik dit met Anna, onze trainer. Zij vertelde me dat het SSC studenten probeert te helpen om zich te ‘richten op wat ze echt belangrijk vinden, en om meer naar hun vorderingen te kijken dan hun cijfers’.
‘De studenten van nu krijgen met veel veranderingen te maken, dus het is oké om de tijd te nemen om daar aan te wennen en om je eigen tempo te volgen.’
‘Maar laat de universiteit dat toe?’ vroeg ik.
We moesten allebei lachen.