Engeland is de vijand (en vooral het Engels). Zwitsers zijn stijve harken zonder humor en Duitsers, tja, daar hebben ze het liever niet over.
Maar wat vinden de Fransen van ons land? Très simple: helemaal niks. Behalve gedateerde grapjes over ‘die hallucinerende stam in het noorden’, kwam niemand verder dan: ‘Uit Amsterdam?’
De bijbehorende sprankeloogjes spreken boekdelen, zo blij dat ze iets weten. Die vraag is al een geruststelling: men denkt in de juiste richting zodat ik er niet na een uur achter kom dat ik voor een Duitser wordt aangezien, of een Ier, dat is me ook al overkomen.
De kennis over Nederland is erbarmelijk. In academische kringen althans, want de menopausale metrolokettistes of de bakkersdochter met haar Zwitsalhuidje en donssnor heb ik het nooit gevraagd.
Nederlands? ‘Ah, Deutsch!’ Een koning? ‘Une republique, n’est pas?’ En bij het verschil tussen Holland en Nederland gaat het helemaal mis: Duitse heuveltjes en Vlaamse steden rekent mijn buurvrouw ook tot les Pays-Bas.
Enige herscholing lijkt me noodzakelijk. In het Frans. En met Franse voorbeelden: ‘Zoals Bretagne een regio is van Frankrijk, is Holland een regio van Nederland.’ Educatief gewoon top. Maar ik word met wazige ogen aangestaard.
Zelfs met smeuïge anekdotes over de VOC-mentaliteit kan ik de interesse niet vergroten. Echter, sinds ik de stroopwafel heb geïntroduceerd, kan ons koude kikkerlandje niet meer stuk. Blijvende interesse, zolang de stroopwafels strekken.
Die gaufres néerlandaises, zoals ze hier heten, vinden ze trop bon. Zo lekker dat een collega haar dieet vergeet en de hele onderzoeksafdeling nu oefent op de juiste uitspraak van stroopwafelverkoper HEMA (niet éma, maar met een geprononceerde Hollandse H). De website dis.hema.fr biedt hulp.
Vanmiddag trakteerde ik op Franse biscuitjes. Een zaal vol verbouwereerde gezichten: ‘Geen stroopwafels?’
Liefde gaat door de maag. Zeker bij de Fransen.
Alain Dekker is vijfdejaars student klinisch moleculaire neurowetenschappen (BCN) en doet zijn afstudeeronderzoek bij het Pitié-Salpêtrièreziekenhuis in Parijs.
Foto Reyer Boxem