
Stijlgids inclusieve taal
Het belang van hij, zij of hen
Als trans man is student language and cognition Max Reuvers al vaak met het verkeerde geslacht aangesproken. ‘Dat is heel pijnlijk, omdat je dan de kans wordt ontzegd om te zijn wie je bent. Het ontneemt je je vreugde’, zegt hij.
De taal waarmee je wordt aangeduid zegt iets over hoe mensen je zien. En als dat niet is hoe je jezelf ziet, is dat ronduit pijnlijk, beaamt Mariia Abdurashitova. Die is non-binair en gebruikt de voornaamwoorden they/them. Als docenten weigeren de juiste voornaamwoorden te gebruiken – ook wel pronouns genoemd – creëert dat ‘een omgeving waarin je je niet op je gemak voelt als je een klaslokaal binnenloopt of zeven weken lang lessen van twee uur moet volgen’.
En wat het nog frustrerender maakt, zegt Mariia, is dat het zo gemakkelijk kan worden vermeden. ‘Het gebruik van de juiste voornaamwoorden maakt jouw leven niet moeilijker, maar het betekent wel heel veel voor je studenten.’
Sturing
Trans studenten krijgen voortdurend te maken met dit soort dingen, beaamt communicatiemedewerker Emi Howard van het Diversity and Inclusion Office (DNI) van de RUG, die zelf de pronouns they/them gebruikt. Die krijgt vaak e-mails van studenten die hun bezorgdheid uiten over welke namen hun docenten gebruiken. ‘Oude namen bijvoorbeeld, die niet meer gebruikt worden. Of ze schrijven over docenten die niet de juiste voornaamwoorden gebruiken.’
De juiste voornaamwoorden gebruiken maakt je leven niet moeilijker
Bij veel docenten is het niet omdat ze iemand willen kwetsen, denkt Howard. Ze weten gewoon niet altijd wat ze moeten doen. ‘Ook docenten mailen vaak om te vragen om sturing bij dit soort zaken. Ik denk dat veel mensen doorhebben dat er ontwikkelingen gaande zijn op taalgebied en willen weten hoe ze daarop moeten reageren. En als universiteit moeten we daarin voorop lopen.’
En dus organiseerden Howard en diens collega’s workshops om de bewustwording te vergroten en docenten te leren over het juiste gebruik van inclusieve taal. ‘Maar er zit een grens aan hoeveel je in een uur of twee kunt overbrengen. Je ziet dat mensen alles verwoed opschrijven zodat ze het kunnen onthouden voor de volgende keer.’
Woordenboek
Nu hebben ze een meer permanente oplossing bedacht. Vorige maand werd een nieuwe stijlgids gepubliceerd die docenten helpt om bepaalde situaties te navigeren. ‘We hadden echt behoefte aan een papieren of digitale bron waar mensen naar terug kunnen grijpen’, zegt Howard.
De gids is een ‘resource document’ met tips om geschreven teksten inclusiever te maken, en beperkt zich niet tot genderinclusief taalgebruik. ‘Het behandelt allerlei verschillende onderwerpen, waaronder genderbewust taalgebruik en taalgebruik rond handicaps, neurodiversiteit, etniciteit en achtergrond. Het kan worden gebruikt als een woordenboek of grammaticatool: je zoekt in de inhoudsopgave naar het vraagstuk waarmee je worstelt.’
Veel van deze onderwerpen worden gepresenteerd met een lijst van deelonderwerpen. Binnen de sectie over genderbewust taalgebruik, bijvoorbeeld, kun je advies vinden over het verschil tussen gender en geslacht. Andere categorieën zijn het vermijden van ableist slurs – scheldwoorden voor handicaps – of in welke situatie je de termen vluchteling, immigrant of asielzoeker moet gebruiken.
Levend document
Het is echter veel werk om zulke taalkwesties uit te zoeken. Niet alleen is er veel te behandelen, veel onderwerpen liggen ook gevoelig. Howard en diens collega’s konden dit niet alleen en stuurden gids voor feedback naar enkele relevante partijen aan de universiteit, zoals de commissie voor studenten met een functiebeperking en de afdeling academisch schrijven.
Er was iemand die ons inschreef voor updates van Fox News
Je moet het zien als een ‘levend document’, zegt Howard. ‘Als we iets gemist hebben en er feedback op krijgen, zullen we het opnemen in de gids. Zo blijft hij altijd in ontwikkeling.’
Een Nederlandse versie ontbreekt nog. Dat komt doordat de terminologie die wordt gebruikt per taal erg verschilt, wat een rechtstreekse vertaling onmogelijk maakt. In het Nederlands kun je bijvoorbeeld niet de derde persoon meervoud ‘zij’ gebruiken, zoals je in het Engels wel ‘they’ gebruikt. En dus zoekt het DNI Office iemand met kennis op dit gebied om daar over na te denken.
Tegenstand
De gids heeft veel positieve reacties opgeleverd, aldus Howard. ‘Mensen waren echt blij dat hij is gepubliceerd en dat hij beknopt is.’
Maar er was ook tegenstand. Het DNI Office ontving zelfs nare mailtjes. ‘Er kwamen hatelijke anti-transmails binnen van anonieme accounts’, zegt Howard. ‘En er was iemand die ons inschreef voor updates van Fox News, die we elke paar minuten binnenkregen op ons algemene mailadres.’
Programmacoördinator Michaela Carrière had dat wel verwacht. ‘Ik ben niet naïef genoeg om verrast te zijn’, zegt ze. Ze ziet de reacties als een bevestiging van wat ze al wist. ‘Stel je voor dat je tot de doelgroep behoort en dat je weet dat je omgeving er zulke overtuigingen op na houdt. Het is nu weer volkomen duidelijk waarom we dit doen.’
Serieus
Toch is er nog veel werk aan de winkel. Student Engelse taal en cultuur Aurora Dravniece – ook trans – maakte herhaaldelijk mee dat mensen onder het mom van ‘advocaat van de duivel spelen’ vraagtekens stelden bij de legitimiteit van trans personen. ‘Je vraagt je dan toch een beetje af: nemen ze het echt serieus? Of proberen ze er een debat van te maken terwijl het eigenlijk geen debat is?’
Dat je niet weet hoe het moet, ontslaat je niet van de verplichting het goed te doen
Mariia had een soortgelijke ervaring, waarbij leraren bijna nooit diens voornaamwoorden gebruikten. ‘Ook al heb ik het openbaar gemaakt op mijn Brightspace, heel weinig mensen spreken me zo aan. Studenten kun je wel een beetje corrigeren. Je kunt het gewoon benadrukken met een vriendelijk gesprek. Maar hoe verbeter je de hoogleraar tijdens een college?’
Toch denkt ook Mariia dat diens negatieve ervaringen niet allemaal kwade wil waren van docenten, maar veelal een kwestie van slecht geïnformeerd zijn.
‘Ik denk niet dat docenten nu de handvaten hiervoor hebben’, zegt ook Max. ‘En ik denk ook niet dat ze de tijd hebben om zelf onderzoek te doen. Dus daarom zijn de nieuwe richtlijnen belangrijk.’
Mariia vindt echter wel dat docenten de verantwoordelijkheid hebben om het goed te doen. ‘Dat je niet weet hoe het moet, ontslaat je niet van die verplichting.’
Steun
Dat is ook waarom de studenten zich nog steeds zorgen maken. Want de nieuwe richtlijnen zijn er nu wel, maar zijn ze wel zichtbaar genoeg? En zal de docent ze ook echt gebruiken?
‘Je kunt wel een moersleutel vasthouden’, legt Aurora uit, ‘maar als je daar alleen maar een beetje mee blijft staan, wie gaat er dan daadwerkelijk dingen repareren?’
Momenteel zijn het meestal nog steeds de trans studenten die voortdurend moeite moeten doen als ze correct aangesproken willen worden. Het zou het leven zoveel makkelijker maken als anderen hen meer zouden steunen, zegt Max. ‘Leraren zouden het goede voorbeeld moeten geven door hun voornaamwoorden te noemen als ze zich voorstellen, want zij hebben de meeste autoriteit in de klas.’
Aurora wil optimistisch blijven. ‘Voor mij ben je een goed mens totdat het tegendeel is bewezen. Je mag fouten maken, want van die fouten kun je leren. Uiteindelijk gaat het om de keuzes die mensen maken. Ik kies ervoor om te geloven dat mensen goed zijn, en dat ze kunnen veranderen.’
De stelling “De juiste voornaamwoorden gebruiken maakt je leven niet moeilijker” deel ik niet. Het maakt het praten erg moeilijk als je tegen of over iemand, die een kind gebaard, heeft meneer, hij of de vader moet zeggen. Dat gaat tegen mijn gevoel en geweten in.
In deze discussie mis ik overigens de wetenschappelijke definitie van een “vrouw”.
En als iemand noch vrouw, noch man is (als dat al kan), dan heb je in het Nederlands al het persoonlijk voornaamwoord “het”. Daar hoef je geen “zij” of “hen” voor te verzinnen.
Wat me ook opvalt is dat iedereen mag eisen hoe die genoemd of aangeduid wil worden, behalve blanken. Als je niet wil kwetsen mag je blanken ook niet witten noemen, wees consequent en eerlijk.
Uit de landelijke studentenenquête voor 2023 bleek net dat de grote meerderheid van onze studenten zich op de RUG erg veilig voelt, juist op de punten waar de UKrant de afgelopen weken zo negatief over berichtte. Ik ben benieuwd of er door de redactie nog een correctie komt.
“De hoogste themascore van de RUG is 3,87 voor betrokkenheid en contact, waaronder ook de vraag valt of studenten zich veilig voelen om zichzelf te zijn binnen de instelling waar zij studeren (4.25).”
(De schaal was von 1 = slecht t/m 5 = goed; dus gemiddeld haalt de RUG op dat laatste punt bijna het maximum. Ca. 30% van de studenten deed hieraan mee. Dat zijn dan waarschijnlijk de beste en meest representatieve gegevens voor dit onderwerp.)
Het is erg dat er mensen zijn die zich niet prettig voelen in hun lichaam en zich niet gehoord voelen in de maatschappij. Iedereen zou zichzelf moeten kunnen zijn, maar hoe weet je wat je zelf bent? Ze vragen ons hen te accepteren, maar kunnen zij zichzelf wel accepteren? Moet er echt tijd en geld worden geïnvesteerd in het proberen geen haar te krengen? Het in stand houden van een idee dat iedereen maar zich maar aan moet passen aan jou. Moet de focus van de universiteit niet zijn om de waarheid te proberen te vinden? Ze zeggen dat gender niet echt bestaat, dat het een sociaal construct is, maar waarom bestaat non-binair dan wel? Ze zeggen dat wij hun waarheid moeten geloven, maar als mijn waarheid is, is dat je enkel het geslacht kan zijn zoals je geboren bent. Dat wordt dan niet geaccepteerd, want enkel hun waarheid telt.
De relativistische postmodernisten vechten een oorlog tegen de waarheid. En een maatschappij waar geen waarheid bestaat, heeft geen grond om op te staan. Oorlog is vrede. Onwetendheid is macht.
Ik maak mij zorgen over deze toekomst. Wanneer word ik gehoord?
Mooi geschreven. Wanneer wordt er nu eindelijk eens rekening gehouden met de mensen die met niemand rekening willen houden? Gaan wij een toekomst tegemoet waarin geen ruimte meer is voor asociaal gedraag? Terechte zorgen.
Aan alle mensen die zich beledigd/onzeker/ongewenst voelen: werk aan je eigen onzekerheid in plaats van steeds anderen hiervoor verantwoordelijk te maken. Of je je nu identificeert als deurkruk of pedaalemmer, own it en stop met janken als mensen andere visies hebben.
Ach, de onbekende FvD-stemmer mengt zich ook in de discussie, gezellig.
Ten eerste, als dit zo’n groot probleem is, waarom deelt de UKrant dan niet eens de link naar deze taal gids?
Ten tweede, inhoudelijk, zie ik in de colleges studenten die je naar aanleiding van hun kleding/kapsels/andere kenmerken niet meer eenvoudig als man/vrouw kunt identificeren. In schriftelijke correspondentie kunnen mensen zelf aangeven hoe ze worden aangesproken, maar in een (hoor)college met soms honderden studenten hebben we deze optie niet. Voel je dan niet meteen persoonlijk beledigd als er een misverstand ontstaat.
Ten derde, toen ik als kind wat langer haar had werd ik soms een “meisje” genoemd. Ik vond dat weliswaar vervelend, maar ik werd er ook niet depressief van of startte meteen een petitie over hoe “social onveilig” de wereld is. Als het niet goed met je gaat, werk dan ook aan jezelf en geef niet alleen “het systeem” de schuld voor alles.
Ten vierde, in een systeem (bijv. onze werkplek) waar de eenvoudige infrastructuur al vaalt is het maar de vraag hoe veel middelen we moeten besteden aan dat 0,5-1% van de studenten zich even wat meer gehoord voelt.
Waarom krijg ik dit in m’n email voorgeschoteld? ukrant mag wat meer informeren en minder subjectief zijn, de grote meerderheid wil nmi niets te maken hebben met zogenaamde pronouns. En als je gemoedstoestand afhangt van hoe iemand je aanspreekt dan moet je bij jezelf te rade gaan eerlijk gezegd.
Beste Jouke en Ciska en andere prominente RUG medewerkers, misschien tijd om wat politiek neutraler naar buiten te treden in de toekomst in plaats van al dat woke gedoe? Niemand heeft er behoefte aan, behalve wat verdwaalde zonnebloempjes op het harmoniegebouw die filosofie studeren. Als je zulke doelloze artikelen wilt publiceren, prima, maar doe het niet via de ukrant. De doorsnee student heeft wel betere dingen te doen dan deze onzin te lezen.
1. Dat ‘woke gedoe’ komt niet vanuit filosofiestudenten.
2. Filosofie zit in de Oude Boteringestraat 52, niet in het Harmoniegebouw.
Terug naar de UvA met jou. Doe Laurens de groeten.
Ik zou als man eigenlijk naar een toilet willen blijven gaan, waar alleen mannen komen.
Waarom wordt ik daar niet in gehoord en vervallen op steeds meer plekken de heren toiletten.
In sommige rug gebouwen zijn die al helemaal verdwenen.
Helemaal mee eens!
Als ik nu naar de wc ga te p*** dan staan soms letterlijk een meter voor mijn neus groepjes meisjes hard te praten en te gillen over het feestje van gisteravond.
Dat is geen omgeving waarin ik me prettig voel.
Maar ik gok dat als ik hierover naar de “administratie” een mail stuur dan een reactie komt als “wat vervelend voor jou, maar als je een kilometer verder loopt vind je in het donkere hoekje ergens op de derde verdieping nog een oude heren-wc”.
Nou ja, de RUG bleek niet voor niets als werkgever de slechtste van alle Nederlandse universiteiten in de recente enquête.
Helemaal mee eens, ook als vrouw. Wat betreft de gender neutrale toiletten (bijvoorbeeld Aletta jacobs) vind ik het belachelijk dat het “comfort” van 0,5% met mentale problemen en identiteitsproblematiek wordt voorgetrokken op alle andere studenten. Ik vind het uiterst ongemakkelijk als ik naar het toilet ga en ik kom twee mannen tegen. Ik weet dat ook van de andere kant het raar wordt gevonden en ben er zelfs een aantal keer weer uitgelopen omdat ik het zo oncomfortabel vind.
ik zou ook wel graag toegang willen hebben tot de stijlgids van inclusieve taal. Ik heb in het artikel zelf niets zien staan (kan aan mij liggen), maar als docent/onderzoeker bij de Hanzehogeschool lijkt me dit niet verkeerd.
We zijn inderdaad vergeten te verwijzen naar de stijlgids, de link staat nu alsnog in het artikel. (Eindredactie)
Op de middelbare school kwam een vriend van een vriendin van me- net iets meer dan een vage kennis- uit als trans man. Ik heb die arme jongen toen echt alle ongemakkelijke vragen gesteld die je kan bedenken (“Maar ben was je dan eerst vrouw en nu man? Of altijd al man?” “Maar waarom droeg je dan rokken?” “Je had een vriendje, ben je dan nu gay geworden?”)- en hij had engelen geduld. Hij heeft heel rustig al mijn vragen beantwoord, en daar heb ik enorm van geleerd. Het had alleen fijn geweest als ik nooit met deze vragen had gezeten, omdat we als maatschappij meer open hadden gestaan voor dit soort kwesties. Dan had ik hem toen niet hoeven lastigvallen.
Het lijkt erop dat het altijd weer neerkomt op je kwetsbaar opstellen (aan beide kanten van het verhaal). Als we dit soort onderwerpen kunnen bespreken met elkaar, zonder dat het een verhitte discussie wordt, en echt open staan voor ervaring van een ander, dan zal dat hopelijk altijd leiden tot wederzijds respect en het voorkomen van ongemakkelijke situaties. Het klinkt wel alsof je veel stilstaat bij hoe de ander in dit geval het heeft ervaren en dat spreekt enorm voor je als ally (vind ik als trans persoon).
Ik had vroeger, toen ik studeerde aan de rug eigenlijk nooit problemen. En dat kwam , denk ik, omdat ik alle docenten een verkorte uitgave van mijn biografie had gegeven. En toen hadden ze nog tijd, om die te lezen! Dus werd ik, zoals dat bij mijn identiteit past, aangesproken met “Jo” het Fries voor “U”, want de docenten wisten, hoe ongemakkelijk ik mij voelde bij U”.
Van een beetje inlevingsvermogen is nog nooit iemand doodgegaan, dacht ik, dus rekening houden met de gevoelens van je studenten of andere gesprekspartners lijkt me een kwestie van goed fatsoen. Maar ik zou wel een aantal dingen willen benadrukken.
De relatie tussen docent en student is functioneel van aard; het gaat om kennisoverdracht en of je je daarbij op je gemak voelt is van secundair belang. De kernvraag moet steeds zijn of de docent didactisch juist handelt, in het licht van de te behalen leerdoelen. Als een student die leerdoelen niet kan halen vanwege groot ervaren ongemak, dan is dat allereerst een kwestie waarmee de student zelf aan de slag zal moeten. Het is niet aan de docent om alle barrières die effectief leren in de weg staan weg te nemen. Een stotteraar moet ook presenteren, toch?
Daarnaast is het denk ik heel belangrijk om te leren functioneren onder (in jouw ogen) minder dan ideale omstandigheden. Je staande kunnen houden onder druk is een kwaliteit waar in onze samenleving grote nood aan is. Vanzelfsprekend moeten docenten de grenzen van de betamelijkheid in acht nemen en die grenzen zijn sociaal bepaald, maar op dit moment is het nog niet zo duidelijk dat van overschrijding van die grenzen sprake is wanneer een docent het verkeerde voornaamwoord hanteert. Voor een gids op dit vlak, hoe goed bedoeld ook, is het in mijn ogen dan ook veel te vroeg.
Tot slot vraag ik me sterk af in welke mate er sprake is van werkelijk structurele, systematische achterstelling van groepen mensen. Natuurlijk is taalgebruik deels ook machtsuitoefening. Maar er is toch ook veel meer dan dat? Worden trans mensen structureel gediscrimineerd op de arbeidsmarkt, in het onderwijs en de zorg, op de woningmarkt? En als dat zo is, wat ik waag te betwijfelen, ligt dat dan allemaal aan het taalgebruik?
“Het is niet aan de docent om alle barrières die effectief leren in de weg staan weg te nemen. Een stotteraar moet ook presenteren, toch?”
Is het omgaan met het aanhoren van de verkeerde voornaamwoorden een vaardigheid die je op de universiteit zou moeten hoeven leren? Ik denk niet dat je het gelijk kan stellen aan het voorbeeld dat je geeft. Het is inderdaad niet aan de leraar om alle barrières weg te nemen, maar in dit geval is het een belemmering die vrij gemakkelijk weggenomen kan worden. Het enige wat je als docent hoeft te doen is respectvol reageren op iemand die je verzoekt om rekening te houden met het ongemak dat diegene ervaart.
Ja, ik begrijp je punt denk ik wel en ik ben het ook wel goeddeels met je eens. Maar als je zegt dat het “gemakkelijk” is om respectvol te reageren, dan denk ik daar toch wel iets anders over. Het gaat mij om de taalgids en die is zo makkelijk nog niet, vind ik. Het bestaan van de taalgids suggereert bovendien, wellicht onbedoeld, dat er consensus is over wat de juiste wijze van spreken is over kwesties van genderidentiteit, etc. Die consensus ontbreekt, volgens mij. Redelijke mensen die te goeder trouw zijn verschillen hierover van mening. En dan vind ik het criterium van “ongemak” feitelijk onhanteerbaar. In denk oprecht dat we ons moeten richten op het tegengaan van uitsluiting: waar mensen moeilijker dan anderen goed onderwijs kunnen genieten, een baan kunnen vinden, een diploma kunnen halen, toegang hebben tot zorg of een tot een woning, daar moeten we ingrijpen. Maar dat is in mijn ogen iets anders dan streven naar een wereld waarin iedereen op z’n gemak is. Dat lijkt me oprecht geen taak voor de universiteit en omgaan met een ongemakkelijke wereld, wat de bron van dat ongemak ook is, is inderdaad iets wat je zou kunnen leren aan de universiteit, denk ik.
De reacties op dit bericht vallen me tegen. Mensen zeggen dat trans en non-binaire personen zich ergens “gewoon” overheen moeten zetten, en dat verkeerd aangesproken worden niet uit zou hoeven maken als je sterk staat in je eigen identiteit. Ik begrijp goed dat dit logisch voelt vanuit iemands eigen, cisgender perspectief. Als je niet ervaren hebt hoe het voelt om systematisch gezien en aangesproken te worden als iets wat je niet bent, denk je snel dat het wel meevalt en trans mensen zich niet zo moeten aanstellen.
Ik wil deze mensen uitdagen om het volgende perspectief te overwegen: je kunt je als cisgender persoon niet volledig voorstellen hoe trans en non-binaire personen zich voelen en wat ze ervaren. Dat is onmogelijk. Dan kun je dus ook niet echt uitspraak doen over wat zij zouden moeten voelen en doen. Daarom is het belangrijk om te luisteren naar de verhalen en wensen van trans en non-binaire personen.
Moeite hebben met het wennen aan voornaamwoorden is niet gek! Het is een verandering die bij sommige mensen tijd kost. Mijns inziens is het die moeite en tijd waard; ik wil dat andere mensen in mijn omgeving zich prettig en veilig voelen. Maar compleet weigeren om op deze manier rekening te houden met andere mensen en het afdoen als “extreemlinks pronouns gedoe” getuigt wat mij betreft van een gebrek aan empathie en common decency.
Als kleuter had ik altijd kort haar. Ik ben een cis vrouw, en voelde me toen ook echt een meisje. Princessenjurken, roze boas, lekker veel glitter- maar wel kort haar, en af en toe in een boom klimmen. Tot er op school geroepen werd dat ik eruit zag als een jongetje. Niemand mocht meer aan mijn haar zitten, want ik wilde dat mensen gelijk wisten dat ik een meisje was. Ik vond dat toen echt heel erg.
Ik kan me niet voorstellen hoe het zou zijn als er dagelijks de verkeerde aannamens gemaakt zouden worden, maar voor alle cis mensen hier: Hoe leuk vind jij het als iemand je verkeerd aanspreekt? Op een volwassene heeft het natuurlijk niet dezelfde impact als een kind, maar meneer genoemd worden terwijl je een mevrouw bent (en vice versa), wringt volgens mij voor de meeste mensen toch een beetje. En heel veel kleine beetje maken een berg.
Bedankt voor het delen van jullie ervaringen onder dit artikel, want ik voel me er door gezien. Daarnaast is het fijn dat er toch nog mensen onder dit artikel een reactie schrijven waar ik me in kan vinden.
Tja… het komt wel nogal links over. Ik ken overigens 0.0 mensen in mijn omgeving die behoefte hebben aan speciale pronouns, waarom zou de hele menigte zich moeten aanpassen aan een klein groepje? Een klein groepje die niet in hokjes geplaatst wil worden maar zelf wel steeds nieuwe genderhokjes bedenkt om zichzelf mee te identificeren oid.
Jammer dat de extreemlinkse agenda zo gepusht wordt door universiteiten. Totaal niet representatief voor hoe de meeste studenten er in staan. Nee hoor, alleen het geluid van de overgevoelige minderheid laten horen die elk tegengeluid als ‘haatmail’ bestempelen. Ik, en met mij vele andere studenten, voelen niets voor dat extreemlinkse pronouns gedoe. Prima als je daar wel wat voor voelt, en iedereen moet zich lekker identificeren hoe ze dat zelf willen, maar val anderen niet lastig met dat circus.
Ik zweer deze. 1000% gelijk heb je. Wat een bs waar wij al onze tijd en energie voor niks aan verspillen.
gelijkgestemden, de meerderheid deelt deze mening.
Dat jullie de hele tijd moeten benadrukken dat jullie de ‘meerderheid’ zijn zegt volgens mij genoeg.
hou op man, wanneer gaat de universiteit weer eens bezig met haar primaire activiteiten?
We bevinden ons in een maatschappij, eveneens de doden mogen zich hierin bevinden, zelfs als ze ziek zijn.
Alhoewel ik probeer mee te komen in de moeiten van trans- en non-binaire mensen, hoop ik dat de universiteit toch ook ruimte laat voor de verschillende levensopvattingen van haar docenten en studenten. Ik ben christen en hecht sterk aan Gods scheppingsorde. Daarmee ben ik best bereid om transmensen (hij dan wel zij) op de door hen gewenste manier aan te spreken, maar weiger ik uit liefde voor mijn Schepper mee te gaan in het vocabulaire (neo-pronouns zoals die/hen) dat de scheppingsorde ontkent. In mijn interactie met non-binaire mensen probeer ik altijd respectvol en liefdevol te zijn, maar vraag ik toch ook om begrip voor mijn principes, die mij dierbaar zijn.
Het gaat vooralsnog om een gids en niet om een regel, maar ik vrees toch dat deze gids een opstap naar een meer dwingend mechanisme zal zijn of de-facto als regel zal gelden. Ik hoop dat het daar niet tot komt.
Verder hoop ik dat mensen niet vervallen in stigmatiserende stereotypen die enkel tot polarisatie leiden. Waar de meesten inmiddels gelukkig erkennen dat er een enorme diversiteit bestaat in de groep trans- en non-binaire mensen, lijkt het soms – zo ook in dit artikel – dat de groep mensen die waarde hechten aan het traditionele gebruik van voornaamwoorden wordt gereduceerd tot kwaadwillende trollen. Ik hoop dat ik dit bij deze heb laten zien dat niet iedereen er zo in staat.
Ik ben ook christen, en mijn uitgangspunt vanuit het geloof is naastenliefde. Het aanpassen aan iemands wensen omtrent voornaamwoorden is gemakkelijk en een goede manier om begrip te tonen. Immers, iedereen met neovoornaamwoorden die ik tot nu toe heb gesproken, gebruiken het als een uitingsvorm, en niet als een aandachtsbron zoals sommige media het wel eens willen portretteren.
Verder vind ik het terugvallen op de scheppingsorde nogal naief, aangezien de schepping alleen onderscheid tussen het biologische geslacht, en niet het sociaal gerichte gender. Vanaf de schepping is meteen al duidelijk dat de mens een sociaal complex wezen is.
Daarom raad ik aan om ongeacht geloofsprincipes toch mee te gaan in iemands voorkeur wanneer je ze aanspreekt. Het is een klein gebaar met voor sommigen een grote impact.
Op mijn beurt vind ik het onderscheid tussen gender en geslacht sofisterij, maar ik pretendeer niet de waarheid in pacht te hebben. We kunnen verschillen in de manier waarop we de Bijbel lezen. Dat is niet het punt van mijn reactie. Ik hoop alleen dat we elkaar de ruimte blijven gunnen om uiting te kunnen geven aan levensbeschouwelijke opvattingen en principes, zolang dat respectvol en in liefde gebeurt.
Super dat de RUG hier zo mee bezig is! Klein puntje voor de editor: in plaats van een samenstelling zoals “transman”, wordt het veelal als neutraler gezien om “trans” als bijvoeglijk naamwoord te gebruiken. Mét spatie dus. ;)
Dank voor je reactie. Wij hebben hier meer reacties over gehad. De tekst is inmiddels aangepast (dus trans met spatie). (RS)
Ik word echt ongelukkig van they/them genoemd te worden, is daar ook plaats voor?
Jawel Johannes, zet in je bio wat je voornaamwoorden zijn.
Dragen mensen hun biografie altijd bij zich? hangen ze het om hun nek om anderen te helpen het te zien? als iemand ze tijdens het gesprek moet heten, waar kunnen ze dan de biografie vinden?
Bij wijze van spreken he. Je kan ook iemand in het moment corrigeren: “Hey, zou je me hij willen noemen ipv die?” Of nog beter kan je iemand vragen naar hoe die graag wordt aangesproken/welke voornaamwoorden de ander fijn vindt. Dan kan je daarbij je eigen voornaamwoorden ook delen.
Zeker is daar ruimte voor. Traditionele voornaamwoorden zijn immers nog steeds veruit de norm. Mensen die wél graag die/hen gebruiken, moeten dit vaak expliciet van hun omgeving verzoeken (en hopen dat die dit kleine fatsoen verschaft). Het lijkt me dan ook onwaarschijnlijk dat jij een tegenovergesteld probleem hebt, waarbij je omgeving jou standaard en ongewenst met die/hen aanspreekt. Eerlijk gezegd voelt je reactie dan ook meer als een stropopredenering dan als een oprechte vraag, en dat lijkt me jammer. Voor jou is het ergens immers blijkbaar óók belangrijk om met de juiste voornaamwoorden aangesproken te worden. Je zou jezelf dus ook eens écht de vraag kunnen stellen hoe het voor jou zou zijn om constant gezien te worden als iemand die je niet bent, en je via die weg proberen in te leven in trans en non-binaire mensen.
Als je gemoedstoestand afhangt van hoe iemand je noemt (zonder slecht intentie) mag je best een keer kritisch naar jezelf gaan kijken.
Doorgaan met leven doen ze al jaren, Ramon. Anders hadden ze deze ervaringen niet kunnen delen. En terwijl zij dat doen, kunnen mensen om hen heen ook iets doen.
Ik ben erg blij met het document van de DNI Office. Zelf doe ik al geruime tijd mijn best om inclusief taalgebruik te hanteren in mijn werk, maar er stonden voor mij ook nieuwe dingen in de gids die ik mee kan nemen in mijn interacties met studenten. Bovendien heb ik mededocenten kunnen helpen door naar deze gids te verwijzen.
De gids was hard nodig en ik ben bij dat hij er is en ik ben ook blij om te horen dat hij telkens zal worden geupdate. Iedereen moet zich thuis en veilig kunnen voelen op de universiteit en daar draagt de stijl gids aan bij!
Wat wellicht ook een oplossing zou zijn dat wanneer iemand een je niet aanspreekt zoals je wilt, je je daar over heen zet en gewoon doorgaat met je leven.
Het is maar een idee! Ik hoor ook wel eens dingen die ik niet als leuk ervaar maar daar kan ik me ook over heen zetten. Minder doordenken, mensen zijn er niet op uit je te kwetsen. Maar is het nou echt zo gek dat niet iedereen aanvoelt dat jij je anders voelt?
Natuurlijk kun je je over heel veel heenzetten, maar iedereen mag wel de moeite doen om een ander correct te bejegenen.
Dankjewel Ramon, ik vind het fijn om te horen dat er mensen zijn die inzien dat het niet oke is om iedereen om te laten buigen voor een kleine groep mensen die er niet mee om kan gaan dat de wereld niet precies zo in elkaar zit zoals zij het willen
Lees alinea twee in de inleiding nog eens. Wellicht dat je je kunt verplaatsen in hoe ongemakkelijk de verkeerde voornaamwoorden kunnen zijn voor iemand. Misschien ben je zelf weleens per ongeluk aangesproken met het verkeerde geslacht of dacht iemand dat je op een gender valt waar je niet op valt. De ander kon dit niet aanvoelen maar jij voelde je geheid opgelaten en wilde het graag rechtzetten. En dan nu inbeelden dat dit voor iemand de dagelijkse praktijk kan zijn. Best vervelend lijkt me?
Ja! Door lang haar soms als vrouw aangesproken in het dagelijks leven, en online hele gesprekken gehad waar mensen dachten dat ik een vrouw was. Het was altijd hilarisch.
Op de middelbare school waren veel mensen overtuigd dat ik homo was, want ik hield van dansen en was weinig bezig met meisjes versieren. Dat deed mij weinig. Het was wel vervelend wanneer mensen met mij in discussie gaan dat ik het maar zo snel mogelijk zou moeten accepteren, compleet negerend wat ik zei. Zo lang ze zich nergens mee bemoeiden, was het best.
Het is belangrijk om nooit expres/bewust respectloos te zijn en om mensen in hun waarde te laten. Ik respecteer de ervaringen en voorkeuren van de mensen die ik ken.
Verwachten dat de hele wereld diep nadenkt over elk gesproken en geschreven woord, om zeker te zijn dat er precies 0 mensen zijn die zich ongemakkelijk voelen tijdens het lezen, is onhaalbaar en onproductief. Het is een spelletje voor mensen met bovengemiddelde intelligentie met saai werk die het werkgeheugen over hebben om zich positief te onderscheiden via taal.
“Verwachten dat de hele wereld diep nadenkt over elk gesproken en geschreven woord, om zeker te zijn dat er precies 0 mensen zijn die zich ongemakkelijk voelen tijdens het lezen, is onhaalbaar en onproductief.”
Dit is ook niet het doel. Ten eerste is er géén verwachting, maar slechts een verzoek. Ik neem het je niet kwalijk als je niet diep nadenkt. Graag zou ik zien dat iemand zich aanpast als ik aangeef dat ik me meer gerespecteerd en welkom zou voelen als diegene mij aanspreekt zoals ik zou willen. Ik wil net als jij gezien worden voor wie ik ben.
Ramon, dankjewel voor je reactie. Ik vind dat je gelijk hebt.
“Als mensen je niet zien zoals jij jezelf ziet, is dat ronduit pijnlijk” Dit is iets van alledag. Anderen zien mij soms ook niet zoals ik mijzelf zie, maar dat kan ik los zien van hoe ik aangesproken wil worden of hoe ik mij voel. Niemand is er op uit om iemand te kwetsen. Hoogleraren allerminst, die hebben wel wat beters te doen dan non-binair pesten.
Ik krijg er altijd het gevoel bij zoals Kelvin omschrijft. Dat de wereld voor sommige mensen niet zo in elkaar zit zoals ze graag zouden willen en dit willen aanpassen. In plaats van zich zo goed mogelijk proberen te ontwikkelen in de omgeving waarin ze zich bevinden en die zo goed mogelijk bij hun past. (Let op: hoofd buigen en alles maar ondergaan is niet wat ik hiermee bedoel)
Dag Ramon,
Wat ik in je bericht lees is een aanname dat trans mensen ervan uitgaan dat mensen automatisch de juiste voornaamwoorden gebruiken. Dat is niet per se waar. Zelf ga ik ervan uit dat mensen mijn voornaamwoorden niet weten tot ik het ze vertel. Ik neem het mensen niet kwalijk als ze een fout maken, maar ik corrigeer ze wel en vraag ze om zich aan te passen. Die ruimte mag ik als mens innemen vind ik. Ik ga er nooit van uit dat mensen mij willen kwetsen, maar toch doet het pijn. Dat maakt het misschien nóg ingewikkelder.
Wat ik me afvraag is of cisgender mensen daadwerkelijk kunnen begrijpen hoe het voelt voor een trans persoon om verkeerd aangesproken te worden. Ik zou je willen vragen om er bij stil te staan dat iedereen op een andere manier naar diens eigen gender en geslacht kijkt. Daarnaast hoop ik dat je je realiseert dat jij en ik en iedere andere persoon op aarde, de kans en de vrijheid hebben om rekening te houden met anderen, met het feit dat iedereen anders is, en met het feit dat iedereen respect verdient en behoeft. Bedankt voor de moeite om te reageren. Ik wens je een fijne dag.
Met vriendelijke groet,
Maxime
Ik ben een heteroseksuele man… Als mensen mij op dagelijkse basis zij/haar/haar noemden, tja.. klopt niet helemaal maar ik zou er zeker niet minder man van worden, of depressieve gevoelens over krijgen, of aan mijn eigenwaarde gaan twijfelen… uiteindelijk is het belangrijk dat je zelf weet wat je bent en daar oke mee bent, ongeacht wat voor oordeel of naam anderen daar aan geven… dan kan een verkeerde naam of voornaamwoord op emotioneel en mentaal vlak niet zo veel schade aanrichten als mensen beweren… dit lijkt mij vanzelfsprekend, vanzelfsprekender dan het gedrag van anderen proberen te veranderen of institutioneel gidsen in te leiden die richtlijnen voorschrijven over hoe ik mij moet gedragen ten opzichte van een handjevol mensen en daar specifieke uitzonderingen voor moet gaan maken, wat voor wereld leven we in tegenwoordig? voor mij een omgekeerde, maar ga ik hier over tegen klagen omdat ik me benadeeld voel ten opzichte van mensen waar speciale regels voor moeten komen? nee.
“uiteindelijk is het belangrijk dat je zelf weet wat je bent en daar oke mee bent, ongeacht wat voor oordeel of naam anderen daar aan geven… dan kan een verkeerde naam of voornaamwoord op emotioneel en mentaal vlak niet zo veel schade aanrichten als mensen beweren… ”
Wat ik denk dat hier mist is dat veel trans mensen last hebben van dysforie. Bijvoorbeeld bij mij voelde bepaalde eigenschappen aan mijn lichaam als niet kloppend met mijn innerlijke beleving van mijn gender. Zelf weten wie ik ben en daar oké mee zijn, ongeacht wat voor oordeel anderen daar aan geven is iets wat ik niet kon toen ik aan het begin van mijn transitie stond. Iedere keer dat iemand me aansprak met andere voornaamwoorden dan de mijne voelde het als een bevestiging dat ik niet de persoon was die ik dacht te zijn. Dat gaat dieper dan “tja.. klopt niet helemaal maar ik zou er zeker niet minder man van worden”. In dat moment voelt het alsof je twijfels over je gender onterecht zijn, alsof een ander tegen je zegt “Nee, je bent niet wie je denkt dat je bent.” terwijl je al twijfelt. Ik wist niet wie ik was en ik was wanhopig op zoek. Nu kan ik er beter mee omgaan als mensen mijn voornaamwoorden verkeerd hebben, maar het is nog steeds niet fijn. Het voelt niet hetzelfde als iemand die me per ongeluk zou aanzien voor iemand anders. Alsof iemand je naam verkeerd heeft onthouden en je Pieter noemt in plaats van Barry. Het voelt veel pijnlijker dan jij je misschien kan voorstellen, omdat het gelinkt is aan iets diep persoonlijks. De meeste trans mensen moeten met ontzettend complexe persoonlijke vraagstukken dealen. Als iemand je dan misgendert kan dat van alles triggeren. Het enige wat er van jou gevraagd wordt is dat je daar respect voor hebt, en respect hebt voor het feit dat jij niet weet hoe het is om te dealen met dat probleem.
“institutioneel gidsen in te leiden die richtlijnen voorschrijven over hoe ik mij moet gedragen ten opzichte van een handjevol mensen en daar specifieke uitzonderingen voor moet gaan maken” is niet aan de orde. Je MOET niets. Er wordt je verzocht om je aan te passen en te wennen aan iets. Ik kan je nergens toe dwingen, maar ik mag het wel respectloos vinden als je niet de moeite neemt om na te denken over hoe het leven is voor je transgender medemens en hoe je iets kan bijdragen aan het net iets makkelijker maken van iemands moeilijke situatie.
@Barry
“uiteindelijk is het belangrijk dat je zelf weet wat je bent en daar oke mee bent, ongeacht wat voor oordeel of naam anderen daar aan geven… dan kan een verkeerde naam of voornaamwoord op emotioneel en mentaal vlak niet zo veel schade aanrichten als mensen beweren… ”
Wat ik denk dat hier mist is dat veel trans mensen last hebben van dysforie. Bijvoorbeeld bij mij voelde bepaalde eigenschappen aan mijn lichaam als niet kloppend met mijn innerlijke beleving van mijn gender. Zelf weten wie ik ben en daar oké mee zijn, ongeacht wat voor oordeel anderen daar aan geven is iets wat ik niet kon toen ik aan het begin van mijn transitie stond. Iedere keer dat iemand me aansprak met andere voornaamwoorden dan de mijne voelde het als een bevestiging dat ik niet de persoon was die ik dacht te zijn. Dat gaat dieper dan “tja.. klopt niet helemaal maar ik zou er zeker niet minder man van worden”. In dat moment voelt het alsof je twijfels over je gender onterecht zijn, alsof een ander tegen je zegt “Nee, je bent niet wie je denkt dat je bent.” terwijl je al twijfelt. Ik wist niet wie ik was en ik was wanhopig op zoek. Nu kan ik er beter mee omgaan als mensen mijn voornaamwoorden verkeerd hebben, maar het is nog steeds niet fijn. Het voelt niet hetzelfde als iemand die me per ongeluk zou aanzien voor iemand anders. Alsof iemand je naam verkeerd heeft onthouden en je Pieter noemt in plaats van Barry. Het voelt veel pijnlijker dan jij je misschien kan voorstellen, omdat het gelinkt is aan iets diep persoonlijks. De meeste trans mensen moeten met ontzettend complexe persoonlijke vraagstukken dealen. Als iemand je dan misgendert kan dat van alles triggeren. Het enige wat er van jou gevraagd wordt is dat je daar respect voor hebt, en respect hebt voor het feit dat jij niet weet hoe het is om te dealen met dat probleem.
“institutioneel gidsen in te leiden die richtlijnen voorschrijven over hoe ik mij moet gedragen ten opzichte van een handjevol mensen en daar specifieke uitzonderingen voor moet gaan maken” is niet aan de orde. Je MOET niets. Er wordt je verzocht om je aan te passen en te wennen aan iets. Ik kan je nergens toe dwingen, maar ik mag het wel respectloos vinden als je niet de moeite neemt om na te denken over hoe het leven is voor je transgender medemens en hoe je iets kan bijdragen aan het net iets makkelijker maken van iemands moeilijke situatie.
we zijn allemaal mens toch? ik ga verder niet op al je punten in want daar heb ik simpelweg geen tijd voor, maar waarom zijn jouw gevoelens zoveel specialer of wegen ze zwaarder dan bij iemand die er niet zelf voor heeft gekozen om een geslachtstransitie te ondergaan, daarmee zeg ik niet dat we hetzelfde meemaken… maar dingen zeggen zoals: “Zelf weten wie ik ben en daar oké mee zijn, ongeacht wat voor oordeel anderen daar aan geven is iets wat ik niet kon”; “Nee, je bent niet wie je denkt dat je bent”; “Ik wist niet wie ik was en ik was wanhopig op zoek”; “Het voelt veel pijnlijker dan jij je misschien kan voorstellen, omdat het gelinkt is aan iets diep persoonlijks.”; “De meeste trans mensen moeten met ontzettend complexe persoonlijke vraagstukken dealen”… dit is allemaal zo ontzettend gedacht vanuit je eigen perspectief en, sorry hoor maar behoorlijk Egoïstisch als je het mij vraagt… iedereen moet met complexe emotionele vraagstukken dealen, ik kan het me niet voorstellen (want ik ben geen mens met dezelfde emoties als ieder ander?- misschien maken we niet hetzelfde mee maar dat betekent dat ik mij niet kan inleven in anderen of zelfs dat ik dezelfde emoties ervaar in andere situaties? Iedereen is op zoek naar zichzelf, ik heb ook kwesties die mij raken in dagelijkse omgang met anderen die mij ‘diep kunnen raken en betreffende iets persoonlijks’…. de wereld draait nu eenmaal niet om jou, ook niet om mij en al helemaal niet om groepen die zwaar in de minderheid zijn en verandering in gedrag bij anderen willen doorvoeren zonder te denken over wat dat doet met anderen, maar alleen met de achterliggende gedachte van: daar wordt ik zelf of misschien in sommige gevallen je vrienden beter van… ga eens achter je oren krabben over waarom dit allemaal zoveel weerstand oproept bij anderen? ten koste van wat gaat dit, ik kan je in ieder geval vertellen dat dit soort ‘verzoeken’ veelal in het verkeerde keelgat schieten bij de gemiddelde persoon en dat dit ten koste gaat van het imago van onder andere trans personen, maar ook andere groepen.
Heb je ooit erover nagedacht hoe het voor een mens voelt om zomaar als bijv. “cisman” te worden bestempeld?