Wetenschap
Eten is lastig zonder speeksel. Foto Rianne Aalbers

Rob Coppes kweekt speekselkliertjes

Stamcellen tegen een droge mond

Eten is lastig zonder speeksel. Foto Rianne Aalbers
Twintig jaar lang zocht Rob Coppes naar manieren om kankerpatiënten die geen speeksel meer aanmaken te helpen. Nu zit hij midden in een klinische studie waarbij hij speekselkliercellen bij ze inspuit die hij opkweekte in het lab. ‘Als je praat met patiënten, dan motiveert dat wel om je best te doen.’
12 september om 12:13 uur.
Laatst gewijzigd op 12 september 2023
om 12:13 uur.
september 12 at 12:13 PM.
Last modified on september 12, 2023
at 12:13 PM.
Avatar photo

Door Feeke Rensen

12 september om 12:13 uur.
Laatst gewijzigd op 12 september 2023
om 12:13 uur.
Avatar photo

By Feeke Rensen

september 12 at 12:13 PM.
Last modified on september 12, 2023
at 12:13 PM.
Avatar photo

Feeke Rensen

Soms moet je even geduld hebben. 

Hoogleraar radiologie Rob Coppes weet nog precies hoe hij op het idee kwam voor zijn revolutionaire methode om speekselklieren te kweken. Het was twintig jaar geleden en hij woonde een conferentie bij in Oxford waar een wetenschapper vertelde over zijn onderzoek om met gekweekte zenuwcellen het ruggenmerg van mensen met een plaatselijke verlamming te herstellen. 

‘Ik dacht bij mezelf: misschien kunnen we dit ook met speekselklierstamcellen doen.’

Toen er een paar jaar later een artikel verscheen in Nature over een zogenaamde multipotente stamcel uit het beenmerg die zich kon ontwikkelen tot vele verschillende typen weefsels, zag Coppes bovendien een manier om te gaan experimenteren. Het lukte niet – omdat, bleek achteraf, er fraude was gepleegd in dat artikel – maar het bracht Coppes en zijn collega’s wel op een nieuw spoor. ‘Soms zit je even in de verkeerde richting te kijken, maar als je maar blijft opletten, kom je toch op het goede pad.’ 

Eten en praten

Coppes was op zoek naar een behandeling om patiënten met kanker in het hoofd-halsgebied te helpen. Veertig procent van hen heeft na bestraling namelijk last van een droge mond, omdat hun speekselklieren minder speeksel aanmaken of zelfs helemaal niets meer doen. ‘En zonder speeksel worden dagelijkse gewoontes zoals eten en praten een stuk moeilijker. Bovendien beschermt speeksel je tanden tegen zuren, maar ook je hele mondholte tegen bacteriën en virusinfecties.’

Zonder speeksel worden dagelijkse gewoontes een stuk moeilijker

Regelmatig gaat Coppes in gesprek met patiënten en luistert hij naar hun verhalen over de impact van het speekselverlies op hun leven. Zo was er ooit een patiënt die moest stoppen met zijn werk als leraar, omdat hij te veel moeite had met praten. ‘Nou, dat motiveert wel om extra je best te doen!’

In eerste instantie was Coppes op zoek naar een medicijn, ‘een middeltje’, waardoor kapotte cellen zich konden herstellen. Maar twintig jaar na die conferentie in Oxford zorgt hij nu dat er nieuwe speekselkliercellen groeien uit stamcellen van de patiënt zelf.

Eén steen

Gemakkelijk was dat niet. Stamcellen uit het beenmerg kun je in de bloedbaan brengen. ‘Dan neem je gewoon wat bloed af en haal je de cellen eruit’, vertelt Coppes. Maar bij andere weefsels, zoals de speekselklier, moeten de cellen uit het weefsel worden gepulkt. ‘Ik vergelijk het vaak met een huis’, zegt Coppes. ‘Al die cellen zitten aan elkaar geplakt met cement ertussen, en je wil eigenlijk maar één steen uit dat huis hebben. Die ene stamcel is belangrijk.’

Waar die stamcellen in de speekselklier zaten, wist Coppes eerst nog niet. Het simpelweg lokaliseren ervan was een van de eerste overwinningen. Daarna was het de vraag of die cellen konden uitgroeien tot nieuwe speekselkliercellen. Ook dat was een ingewikkeld proces. Coppes en zijn collega’s slaagden er uiteindelijk in om de cellen te laten groeien, maar het proces was totaal niet toepasbaar op mensen. ‘Ik had cellen van drie muizen nodig om succesvol één muis te behandelen.’ 

Al die cellen zitten aan elkaar geplakt met cement ertussen

Maar toen kwam Hans Clevers, voorloper op het gebied van organoïden – mini-orgaantjes die je buiten het lichaam kan groeien – met zijn werk naar buiten. Zijn kweektechnieken gaven een laatste zet voor Coppes’ onderzoek. Hij voegde het WNT-signaaleiwit toe, een moleculair signaal dat stamcellen activeert, en verbeterde daarmee de ontwikkeling van de cellen. ‘Er ontstond nu echt een volwaardig speekselkliertje.’ 

Dat was een grote sprong. ‘Ik weet nog steeds dat die student die dat toen deed langs kwam en zei: “Oh Rob, nou moet je echt even door die microscoop komen kijken”’, lacht Coppes. ‘Dus ik ben de tweede in de wereld die ze ooit gezien heeft!’

Eerste patiënt

En daarmee heeft hij nu dus een manier gevonden om zijn ooit fictieve speekselkliertjes daadwerkelijk in te spuiten bij menselijke patiënten. ‘Eerst opereren we de patiënt om de tumor weg te halen’, zegt Coppes. ‘Op dat moment kan er gelijk ook een stukje speekselklier geïsoleerd worden, waar wij de stamcellen uit halen.’ Als de patiënt dan bestraald is en de mond hersteld, krijgt de patiënt stamcellen terug die Coppes heeft opgekweekt in zijn laboratorium.  

Afgelopen december was het zover: de eerste échte patiënt kreeg een injectie. 

Tijdens klinische testen leer je weinig nieuws en het gaat vaak fout

Het was vol in de operatiekamer: de vrouw van de patiënt was erbij, de radioloog en zelfs een complete cameraploeg. Spannend, ook voor Coppes. ‘Vooral bij zo’n eerste keer hoop je maar dat het goed gaat’, zegt hij. ‘En eerlijk gezegd zag het er ook wel een beetje pijnlijk uit.’ 

Gelukkig had de patiënt daar de volgende dag al geen last meer van. Nog beter: drie maanden later kreeg Coppes al een mailtje van de patiënt dat hij geen glaasje water meer nodig had als hij wakker werd: hij voelde weer wat speeksel in zijn mond! Of dat daadwerkelijk door de injectie komt, moeten scans nog laten zien. ‘Maar het is in ieder geval al beter dan dat hij zelf helemaal niks gemerkt had.’

Minst leuke deel 

Achttien personen krijgen de behandeling met Coppes’ experimentele speekselklieren. Vier daarvan hebben de injectie al gehad. Als alle achttien de behandeling ondergaan hebben, is Coppes weer een stapje verder in het klinische proces – want voor de behandeling goedgekeurd wordt door de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek, moet hij immers bewijzen dat deze werkt en veilig is. ‘Je moet een hoop klinische testen uitvoeren. Het minst leuke deel, want je leert weinig nieuws en het gaat vaak fout.’

Maar Coppes is hoopvol. Hij zag dat proefdieren 80 procent van de originele speekselproductie terug kregen. Als het bij mensen al boven de 25 procent komt, zou dit de moeite met eten en praten in het dagelijks leven al sterk kunnen verminderen, denkt hij. 

En ondertussen kijkt hij alweer verder. Hij wil weten of zijn methode ook kan werken voor mensen met schildklierkanker. Bij die patiënten wordt de hele klier verwijderd bij de operatie, dus het zou mooi zijn als je hen een nieuw schildkliertje terug kunt geven. 

Maar eerst wil hij het speekselklierproject afronden. ‘Mijn doel is om dat voor mijn pensioen – over vijf jaar – af te ronden en dat de vervolgstudie dan al gaande is.’

Engels