Man met een missie
In oktober werd plotseling bekend dat de hoogste bestuurder van de RUG Poppema bijna naar de University of Florida was vertrokken.
Hij werd het niet. ‘Geen ramp’, zegt hij. In Amerika ben je als finalist ook al een winnaar.
De collegevoorzitter heeft een onnederlands vertrouwen in zichzelf. Mislukkingen kan hij heel goed vergeten.
Het belang van de organisatie gaat altijd boven het belang van de mensen. Maar dat wil niet zeggen dat beslissingen over bijvoorbeeld ontslagen hem makkelijk vallen.
Hij erkent dat hij vaak niet goed naar mensen luistert. ‘De neiging om te zenden is groot.’
Zijn grootste doel? ‘We moeten een echte internationale universiteit worden.’
Hij hoeft niet per se weg uit Groningen, maar ‘ik leef niet in slavernij’. En: ‘Ik ga niet opnieuw in de sunshine, met zo’n openbare procedure.’
Leestijd: 7 min. (1775 wrdn)
We zitten in zijn werkkamer en praten over zijn doelen, wat hem drijft, waar hij vandaan komt. Hij heeft net z’n tournee langs alle faculteiten afgerond over het Strategisch Plan 2010 – 2015. Alle cijfers bij de hand over hoe de faculteiten presteren. Vroeger wilde zo’n plan nog wel eens in een bureaula belanden, zegt hij, maar daar is hij niet van.
Dus maakt hij jaarlijks een rondje langs de velden. Boodschap voor de toekomst: het studiesucces moet nog verder omhoog. ‘We zijn van 50 naar 70 procent gegaan, en dat moet 80 worden. Oftewel: van de 90 procent van de studenten die hun eerste jaar halen en doorgaan, moet uiteindelijk 90 procent met succes de eindstreep behalen.’
Leiderschap
‘Vanaf het moment dat je een leidende rol op je neemt, is dat een dienende rol. Het gaat niet meer om jouw onderzoek, om jouw onderwijs, je moet het mogelijk maken voor anderen om dat te doen. Je hebt veel meer succesmomenten dan je daarvoor ooit had. Elk succes van je medewerkers is jouw succes. Als iemand een prachtige publicatie heeft, dan juich ik, als iemand een geweldige subsidie binnenhaalt, dan juich ik. Kun je nagaan hoeveel ik kan juichen.’
Wat voor leider is hij? Het blijft even stil. ‘Ik ben de man van verandering, dat is mijn belangrijkste kenmerk.’
‘Ik kom uit een heel klein dorpje, Mussel. Mijn vader was postbode. Hij had lagere school, postbode zijn betekende een mooie vaste baan. Hij had zeker de capaciteiten voor veel meer, maar was erg voorzichtig. Daar keek ik naar en dacht toen: dat gaat niet gebeuren. Ik neem rustig risico’s. Als je dat niet doet, gebeurt er ook niets.
In Mussel ging nooit iemand naar de middelbare school. Op de lagere school zeiden ze “laat hem maar eens een jaar naar de ulo gaan, want Stadskanaal is wel heel ver fietsen” en dat moest ik dan in m’n eentje doen. Ik weet nog dat mijn moeder dacht, oh komt dit wel goed, want ik was de hele avond aan het studeren. Maar dat was een misverstand, want ik dacht dat ik letterlijk alles uit mijn hoofd moest leren en dan ben je wel even bezig.’
Vertrouwen
Na het gymnasium ging hij geneeskunde studeren in Groningen. Met een prestatiebeurs, dus hij moest zorgen dat zijn gemiddelde cijfer boven een 7 uitkwam. Anders was het afgelopen. ‘Dat speelt in mijn denken nog steeds een rol. Als je de kans krijgt om in Nederland naar een universiteit te gaan, dan heb je de plicht om daar wat van te maken, want de maatschappij betaalt het grootste deel.’
Poppema heeft een bijna on-Nederlands vertrouwen in zichzelf. Omdat het gewoon zo is, is zijn redenering, dus waarom zou je daar ingewikkeld over doen. ‘Ik heb redelijk wat talenten meegekregen. Als patholoog was ik een wereldautoriteit, volgens sommigen nog steeds. Als je tien experts op het gebied van de ziekte van Hodgkin ter wereld zou moeten aanwijzen, was ik een van die tien’, zegt hij zonder te blozen.
‘Volgens mijn Doktorvater Professor Karl Lennert beschikte ik, evenals hijzelf, over een absolute blik, vergelijkbaar met het absolute gehoor in de muziek. Ik gaf met veel plezier college en was een succesvol onderzoeker. Als decaan van het UMCG heb ik veel kunnen doen. Het onderwijs was al goed, maar het onderzoek is nu drie keer zo goed als het was, dat is goed gelukt. Het UMCG behoort nu bij de vijftig grootsten in de wereld als het gaat om publicaties en de kwaliteit van het onderzoek. Dat heb ik aangedreven.’
Mislukkingen
En mislukkingen? ‘Ik heb het nooit over dingen die mislukt zijn, die kan ik heel goed vergeten.’
Maar er moet toch iets zijn waarvan hij denkt, Sibrand, jongen, dat had toch heel wat beter gekund?
‘Jawel. Een ding waar ik echt van baal is dat we onze ambitie om nu 25 procent vrouwelijke hoogleraren te hebben, niet is gelukt. We zitten op 20 procent. Dat is dus mislukt.’
IJdel
‘Klopt. Maar ik heb nog nooit een bestuurder gezien die niet ijdel is. Waarom zou je jezelf blootstellen aan allerlei dingen als je er niet van geniet? Dat is ijdelheid. Ja, groot vertrouwen in mezelf kun je me rustig in de schoenen schuiven, daar heb ik geen probleem mee.’
Als je mensen over Sibrand Poppema spreekt, dan zeggen ze: hij luistert zo slecht. ‘Ja, daar maak ik zelf ook graag grappen over. Ik herken het wel, de verleiding om te zenden is groot, dat is zo. Misschien luister ik niet zo goed, maar ik weet wel wat er leeft.’
Trots
‘Ik ben trots op Groningen, op deze universiteit. Waar ik in 1968 als student naar binnen liep en in 2008, veertig jaar later, opnieuw, als voorzitter van het college van bestuur.’ Voor een deel is het ook teruggeven wat ik doe. Als bestuurder ben je je vrijheid kwijt, de vrijheid om het onderzoek te doen wat jij wilt. Maar er staat tegenover dat je mag zeggen waar je naartoe wilt, dat recht heb je gekregen.
Deze universiteit is belangrijk in mijn leven. Toen ik in Canada zat, was het niet mijn plan om terug te gaan naar Groningen. Eigenlijk wilden we in Noord-Amerika blijven, dat is mijn tweede home. Maar het werd toch Groningen, omdat ze me ervan overtuigden dat ze me nodig hadden.’
Wie ook trots was: vader Poppema. ‘Hij heeft nog meegemaakt dat ik gepromoveerd ben. Maar hij stond net zo trots langs de rand van het voetbalveld. Ik mocht op de voetbalclub, dat deed verder niemand in het dorp. Op mijn vijftiende speelde ik in het eerste elftal, als klein ventje dat mocht voetballen met de grote kerels.’
Wakker liggen
Waar ligt hij wakker van? Hij is een goeie slaper. ‘Maar als ik wakker word, dan kan ik bijvoorbeeld heel veel last hebben van die jongen die onlangs verdween. Dan denk ik aan zijn ouders. Je kunt je voorstellen hoe erg die onzekerheid voor de ouders is.
En daarnaast: als eindverantwoordelijke ben ik ook degene die moet beslissen over mensen binnen deze universiteit, die iets verkeerds hebben gedaan. Als ze ontslag krijgen, krijgen ze die brief van mij. Soms ken ik ze al heel lang. Uiteindelijk heb ik de macht om het door de vingers te zien, maar dan geef ik ook het signaal naar de organisatie dat dit gedrag acceptabel is. En dan kies ik voor het belang van de organisatie, maar dat valt mij helemaal niet zo gemakkelijk.
Mensen zeggen wel eens, al die beslissingen en het gaat over zoveel geld. Maar dan zeg ik altijd, als patholoog, gespecialiseerd in kanker, nam ik toch echt veel belangrijkere beslissingen.’
Businessclass
Poppema heeft een prima salaris, maar leeft sober. ‘Ik heb niet zoveel nodig, nee. Dat zal wel de calvinistische inslag zijn.’ Hij is een verwoed klusser, uitvinder van de stapelbedstee voor de bed-and-breakfast van zijn vrouw. En hij fietst of rijdt in zijn 20 jaar oude Mazda, die zo nu en dan wat kuren vertoont, maar verder nog prima mee kan.
‘Als ik intercontinentaal reis, dan doe ik dat businessclass. Omdat ik meteen aan het werk ga als ik ergens ben, door-werk tot de laatste dag en bij terugkeer in Nederland meteen weer aan het werk ga. Als je dat op mijn leeftijd economy class doet, komt het niet goed.’
De vorige keer dat we elkaar spraken – maandagochtend kwart over acht – had hij net een weekend China achter de rug. Vrijdag heen, een druk programma, zondag terug met nog een privé verplichting in het vooruitzicht. Het was hem niet aan te zien. ‘Ik slaap gewoon in het vliegtuig, dat scheelt alles. Ik kom ook wel ‘s om 5 uur ’s ochtends op Schiphol aan en dan zit ik ook om 8 uur hier.’
Hij zit er nu zes jaar, met vier jaar voor de boeg. Wat is z’n grootste succes? Het antwoord komt per kerende seconde. Het bsa, het bindend studie advies. ‘Ik stond alleen in het begin. Maar die omslag, van hier moet gestudeerd worden is het allerbelangrijkste. Daar zijn we succesvol.’
Dan maar meteen door naar zijn belangrijkste doel. ‘Wij moeten een echte internationale universiteit worden, met een international classroom, zowel voor Nederlandse als internationale studenten.
Florida
En toen belden ze, de headhunters, die dinsdag in oktober. Of hij de baas wilde worden van de University of Florida. Een mooie universiteit met een budget van 4,4 miljard dollar, die in de Shanghai Ranking toch maar 1 plaats boven Groningen staat. En met een salaris van 1,2 miljoen maximaal. ‘Ik moest er even over nadenken, maar veel tijd kreeg ik natuurlijk niet. Ik had een cv, maar geen motivatiebrief, dus die heb ik in een creatieve bui achter elkaar opgeschreven. Mooie exercitie, wat je kunt en niet kunt.
Op maandag zouden ze besluiten wie er in de finale kwamen, dinsdag was de presentatie. Dus boekte ik alvast een ticket naar Orlando en heb daar een nacht geslapen, in afwachting van de mededeling dat ik een van de drie finalisten was. Dat verwachtte ik wel.’
Lang verhaal kort: hij werd het niet. Niet omdat hij niet goed genoeg was, benadrukt hij. Maar wel omdat er op een aantal factoren werd afgevinkt: directe beschikbaarheid, fondsenwerving van een miljard en het in de lucht houden van een sportteam, belangrijk in de VS.
Headhunters
Wilde hij zo nodig weg? Nee natuurlijk. ‘Maar ik leef niet in slavernij, ik mag ook andere dingen doen.’ De headhunters hebben hem nu nog meer op de korrel. ‘In Amerika ben je als finalist een winnaar, ook al word je het uiteindelijk niet. In Nederland ben je een verliezer.’
Teleurgesteld? ‘Als je meedoet, wil je winnen. Net als bij voetballen. Je gaat niet in een vliegtuig naar Florida zitten om een beetje suntan te halen. Maar het is geen ramp of zo, het was een prachtige ervaring.’
Het kan dus zomaar zijn dat hij over twee jaar wel weg is. ‘Jazeker, maar ik ga niet opnieuw in de sunshine, met zo’n openbare procedure. De volgende keer zal het iets meer een verrassing zijn. Maar voor hetzelfde geld komt die volgende keer nooit.’
Voor Groningen is zijn herbenoeming – afgelopen september – de bel voor de laatste ronde. Hij is 65 nu, kan in Nederland door tot 70. ‘Maar als ik me de komende jaren zo voel als nu, wil ik na mijn 70e echt nog wel een andere baan.‘