• Alain

    Salmiakrondo

    Na het succes van de stroopwafel, trakteerde ik vandaag op die andere oer-Hollandse klassieker: drop. Niet zomaar een dropje, maar mijn favoriet: de salmiakrondo. Hard en zoet van buiten met onweerstaanbare salmiak van binnen.

    Réglisse?’ riepen mijn collega’s teleurgesteld. Réglisse is drop in het Frans en daar houden ze absólúút niet van. Begrijpelijk, want hetgeen de Fransen voor drop aanzien zijn merkwaardig geurende anti-hoestbrouwsels of reepjes die lijken op een kruising tussen gehakselde autobanden en gestolde hondenstront.

    In mijn beste Frans ratelde ik iets over ‘wel honderd soorten’ en ‘specialiteit van het noorden,’ maar de vertwijfeling bleef. Zes sceptische gezichten staarden naar de zwarte bolletjes in m’n hand.
    Froussards’ schalde ik. Lafbekken. Schijterds. Om de twijfelaars over de streep te trekken benadrukte ik nog maar eens de kwaliteit van mijn vorige traktatie en de Nederlandse suprematie op de Olympische Spelen.

    Hoewel dat laatste als een tang op een varken lijkt te slaan, is niets minder waar. De sportieve prestaties wekken ontzag (La France werd slechts tiende) en versterken het positieve pro-Holland gevoel dat door de stroopwafel was ingezet.

    Na lang aandringen ging het zestal overstag. ‘Omdat het écht Nederlands is’, zei m’n buurman, terwijl hij voorzichtig zo’n mini-kanonskogel in z’n mond stak. ‘Apart’ mompelde hij even later, terwijl hij z’n gezicht wegdraaide.

    ‘Gadverdamme’, schreeuwde mijn buurvrouw zodra ze de salmiakkern raakte. ‘Wil je ons vergiftigen?!’ Alsof ze werd geëlektrocuteerd sprong ze door het kantoor om het restantje luidkeels in de prullenbak te spugen. De anderen zochten haastig naar zakdoekjes of plunderden de keukenrol. ‘Specialiteit? Weg met die vieze troep!’

    Mon dieu, wat is het in hemelsnaam?’

    De smaak van salmiak kennen de Fransen dus niet. Een vertaling evenmin.
    Smaken verschillen? Nee, een gebrek in de culinaire opvoeding.

    Foto Reyer Boxem