Studenten
Ran Faber in actie met TeamNL tijdens de wereldkampioenschappen in Taiwan Foto’s TeamNL

Ran speelt voor Oranje

‘Een droom dat korfbal mijn baan is’

Ran Faber in actie met TeamNL tijdens de wereldkampioenschappen in Taiwan Foto’s TeamNL
Drie jaar achtereen was Ran Faber de beste korfbalspeler onder de 21. Vorig jaar werd hij wereldkampioen met TeamNL én was hij de ‘most valuable player’ van het WK. Oh ja, en hij studeert ook nog eens econometrie. ‘Maar daar doe ik wel vier jaar over.’
25 maart om 15:28 uur.
Laatst gewijzigd op 27 maart 2024
om 11:06 uur.
maart 25 at 15:28 PM.
Last modified on maart 27, 2024
at 11:06 AM.
Avatar photo

Door Tim van de Vendel

25 maart om 15:28 uur.
Laatst gewijzigd op 27 maart 2024
om 11:06 uur.
Avatar photo

By Tim van de Vendel

maart 25 at 15:28 PM.
Last modified on maart 27, 2024
at 11:06 AM.
Avatar photo

Tim van de Vendel

Wat korfbal voor hem betekent? Daar hoeft Ran Faber niet heel lang over na te denken. ‘Het is dé ultieme teamsport’, zegt hij. 

Het is niet alleen een van de weinige sporten waarbij mannen en vrouwen samen spelen, het spel gaat met twee keer 25 minuten ook razendsnel. Daar komt bij dat de regels nogal eens veranderen: zo kwam er een paar jaar geleden een nieuw type bal en werd afgelopen najaar nog een extra gele kaart ingevoerd. Teams moeten hierdoor de hele tijd nieuwe strategieën ontwikkelen. ‘Vroeger was het misschien trager, maar mensen zullen verbaasd zijn hoe dynamisch en fysiek het tegenwoordig is.’

Faber, die ook nog econometrie studeert, kan dus enorm van de sport genieten. En – mooi meegenomen – hij is er ook nog eens enorm goed in: vorig jaar werd hij wereldkampioen én ‘most valuable player’ van dat toernooi. In april doet hij een gooi naar het Nederlands Kampioenschap. ‘En dat is tegenwoordig eigenlijk nog moeilijker’, zegt hij – de Nederlanders wonnen elf van de twaalf afgelopen WK’s. 

Natuurtalent

Die liefde voor korfbal kreeg hij met de paplepel ingegoten. Hij was pas vier jaar oud toen zijn ouders – beiden ook korfballers – hem meenamen naar zijn eerste training. ‘Toen ik daar op mijn sokken door de sporthal liep, had ik nooit verwacht dat het zo zou lopen’, zegt hij. ‘Maar goed, dat was natuurlijk ook het laatste waar ik mee bezig was.’

Iedereen waar ik al jaren naar op keek, speelde bij die selectietraining

Al snel bleek hij een natuurtalent. Faber stroomde bij zijn club LDODK uit Gorredijk razendsnel door naar het hoogste niveau en maakte vervolgens deel uit van het ene talententeam na het andere. Toen hij werd uitgenodigd voor de Oranjeselectie onder 17 jaar, was dat eigenlijk alleen voor hemzelf een verrassing. ‘Ik weet nog dat ik die training binnenkwam’, vertelt hij. ‘Echt iedereen waar ik al jaren naar op keek, speelde daar ook!’

Dat was ongeveer het moment dat de gedachte in hem opkwam dat hij ook het Nederlandse team wel eens zou kunnen halen. ‘Het jaar ervoor had ik ze een keer zien spelen’, vertelt hij. ‘Toen ze binnenkwamen in die oranje trainingspakjes met oranje tassen, wilde ik daar echt bij horen.’

En inderdaad: de volgende stap was Jong-Oranje. In hetzelfde jaar ging hij ook studeren, met als gevolg lange dagen en een volle agenda: ‘Dat is niet voor iedereen weggelegd’, beseft hij, ‘maar ik heb daar mijn draai in gevonden. Maar ik doe wel vier jaar over mijn driejarige studie.’

Ander leven

Door de combinatie van topsport en studie heeft Faber op veel vlakken een ongewone studententijd. Om maar eens iets te noemen: hij ziet bijna nooit de binnenkant van een collegezaal. ‘Ik kom per periode twee keer in Groningen’, bekent hij. ‘En dat is voor mijn tentamens.’

In coronatijd was dat geen enkel probleem, maar na afloop van de pandemie wilde zijn faculteit de studenten weer naar de campus krijgen. ‘Het delen van opnames is tegenwoordig een no-go, terwijl ik dat tijdens corona eigenlijk gewend was’, vertelt hij. En dus studeert hij nu thuis met boeken en slides. ‘Dat is wel anders dan echte lessen kijken.’

Ook op sociaal gebied ziet zijn leven er heel anders uit. De activiteiten, borrels en workshops van zijn studievereniging vinden plaats op donderdag. ‘En dan trainen wij. Ik ga wel eens op stap of naar een feestje, maar het is natuurlijk wel heel anders dan een gemiddeld studentenleven.’ 

Toch heeft hij daar vrede mee. ‘Het is een keuze die ik maak.’ Zijn hele leven haalt hij samen met zijn vrienden al voldoening uit de sport, dus heeft hij geen behoefte om daarbuiten te kijken. ‘In dat opzicht heb ik eigenlijk onbewust altijd wel een beetje een topsportleven gehad.’

Hoogtepunt

Er zijn bovendien zat prestaties om voldoening uit te halen. Al sinds zijn tweede jaar in de selectie speelt hij op het hoogste niveau van Nederland. Aan het eind van dat seizoen werd hij uitgeroepen tot beste speler onder 21 jaar. ‘Dat vond ik een hele eer.’ De jaren erop werd hij het wéér. 

Ik kom per periode twee keer in Groningen, voor mijn tentamens

Vorig jaar kwam het voorlopige hoogtepunt. Faber won met TeamNL het WK in Taiwan. ‘Het was al heel lang een droom voor mij om te kunnen zeggen dat korfbal mijn baan is’, zegt hij. En dat is alleen zo als je in het Nederlandse team zit. ‘Ik ben ook maar een nuchtere Fries. Ik dacht eigenlijk altijd wel dat er mensen beter waren.’ 

Toen hij ook nog uitgeroepen werd tot ‘most valuable player’ van het toernooi, kon het niet meer stuk. ‘Ik wist eigenlijk niet dat er zulke prijzen waren’, vertelt hij. ‘We waren gewoon feest aan het vieren. Ik zat net mijn pizza te eten en hoorde een paar van die prijzen aangekondigd worden, tot ik mijn rugnummer hoorde en dacht: “Hey, dat ben ik!”’

Planning

De combinatie van studie en sport is niet eenvoudig. De topsportbeurs die hij van de RUG krijgt als ondersteuning helpt daarbij, maar belangrijker nog zijn het maken van goede planningen en de aanpassingen in zijn programma. Zo krijgt hij vaak vervangende opdrachten bij verplichte colleges, en maakte hij ooit in de zomervakantie een tentamen op de ACLO. ‘De begeleider was helemaal niet van dat vak en na de zomer kreeg ik pas de uitslag.’

Het WK had hij niet kunnen spelen zonder voldoende planning en begeleiding. ‘Maar als de nood maar hoog genoeg is, is er vaak wel iets mogelijk’, weet hij inmiddels.

Als de nood maar hoog genoeg is, is er vaak wel iets mogelijk

Nu hij zijn scriptie aan het schrijven is, heeft hij ook geluk met een meedenkende begeleider. ‘Het is niet helemaal flexibel, maar ik had bijvoorbeeld 15 april een deadline, terwijl 13 april de play-offs voor de finale van het NK zijn’, vertelt hij. ‘Die deadline konden we gelukkig verplaatsen.’

Een voordeel is wel dat hij in zijn sport profijt heeft van zijn studie. Hij leerde dat er talloze patronen te vinden zijn in data en hoe je daar slim gebruik van kan maken.

Zo analyseert hij voor iedere wedstrijd zijn tegenstanders en hun voorkeuren, om de bal zo efficiënt mogelijk te kunnen onderscheppen. ‘De dames gooien bijvoorbeeld vaak boven mijn hoofd langs of juist aan de zijkant: daar kan ik dan weer rekening mee houden met verdedigen.’

En de toekomst? De komende tijd gaat hij zich focussen op de play-offs en de finale in april. LDODK heeft nog een aantal wedstrijden voor de boeg waarmee ze zich kunnen kwalificeren, en de club is nog nooit Nederlands kampioen geworden. ‘Alleen de tentamens zitten er komende weken nog net een beetje tussendoor, dus dat is jammer.’

Engels