• Prostituees van de wetenschap

    Het was een droom, die carrière in de wetenschap. Maar al snel ontdekken jonge onderzoekers dat ze werkpaarden zijn. Hoppend van contract naar grant.

    Wat zegt de universiteit?

    Hoe denken ze hier nu over bij de universiteit zelf? En waarom is er bij ons eigenlijk geen plek voor PhD’s en post-docs die op zoek zijn naar een vaste aanstelling?

    Daarover is er hier volgende week meer te lezen. 

    Goedkoop

    Ze voelen zich de prostituees van de wetenschap, de jonge wetenschappers die nergens vaste voet aan de grond krijgen. Al zullen ze dat nooit hardop roepen.

    Maar in gesprekken met PhD’s en post-docs noemen ze het wel zo, off the record. Ze zijn namelijk goedkoop, werken hard en als ze klaar zijn, worden ze vervangen, zonder uitzicht op iets nieuws.

    En in de jaren dat ze werken aan hun onderzoek, leven ze voor hun werk. Letterlijk. Want hun persoonlijke leven staat behoorlijk stil. Ze zijn begin dertig en om hen heen zien ze vrienden met een vaste baan, die huizen kopen en kinderen krijgen. Zij niet. ‘Als je in de wetenschap werkt, heb je weinig zekerheid’, weet post-doc Emi Saliasi (31). ‘Je leeft van grants en tijdelijke contracten.’

    Werkpaarden

    Het is een mooie wereld, maar vooral voor heel gepassioneerde mensen, zegt Saliasi. ‘Je maakt het of niet. En vaak is het zo dat je persoonlijke leven lijdt onder je wetenschappelijke carrière. Ze zeggen dat we de werkpaarden zijn.’

    Saliasi is zo goed als klaar met haar PhD in neuroscience aan de RUG en werkt sinds kort als post-doc aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Eigenlijk wilde ze uit de wetenschap, juist vanwege die onzekerheid. Ze zocht actief buiten de academische wereld, maar toen haar een post-doc in sociale geneeskunde werd aangeboden, kon ze geen ‘nee’ zeggen.

    ‘Normale wereld’

    Ook omdat ze geen baan kon vinden in de ‘normale wereld’. ‘Ik dacht dat ik meer zou hebben aan mijn werkervaring als PhD. Dat bleek een enorme teleurstelling’, zegt Saliasi. ‘Ik heb het gevoel dat ze ons aan de universiteit overspecialiseren en vervolgens geen baan kunnen bieden. Je verlaat als specialist de academische wereld, maar in de echte wereld is dat een valse status. Het is frustrerend. In die zin is de universiteit geen happy place.’

    Ook Rasa Gulbinaite (30) is bijna klaar met haar PhD bij experimentele psychologie aan de RUG en is op zoek naar een nieuwe baan. In de wetenschap, want daar ligt haar hart. ‘Maar het is niet makkelijk’, zegt ze. ‘En als je dan een tijdelijke baan of grant krijgt, ben je toch altijd weer bezig met het volgende contract.’

    Ze maakt zich zorgen. ‘Natuurlijk’, zegt ze. ‘Ik ben nerveus over de toekomst. Maar de wetenschap is ook mooi. We kunnen kiezen welke kant we op willen, doen wat we echt leuk vinden. En niet één keer, na je afstuderen, maar steeds weer. Wetenschapper zijn is een speciale manier van leven.’

    Gescheiden van vrouw en kinderen

    Dat weet evolutionair bioloog Sebastian Baldauf (34) ook. Hij deed een post-doc in Groningen en woonde 16 maanden gescheiden van zijn vrouw en kinderen, die in Bonn bleven. Nu werkt hij weer aan de universiteit van Bonn, steeds met een contract van vier maanden.

    ‘Het is heel erg onzeker’, zegt Baldauf. ‘Je bent telkens op zoek naar geld en de jacht op subsidies, op grants, is zeer competitief. Eigenlijk moet je je eerste grant al binnenhalen tijdens je PhD.’

    Hij investeert alles in zijn werk, zegt hij. ‘Maar dat betekent wel dat je een stap terug doet in je persoonlijke leven. Terwijl dit juist de leeftijd is dat je je wilt settelen, een huis wil kopen en een vaste vriendenkring wil opbouwen. Maar in de wetenschap is alles tijdelijk.’

    Hoge prijs

    Baldauf houdt van zijn werk in de wetenschap en droomt van een eigen onderzoeksgroep, van een vaste aanstelling. ‘Ik vind m’n werk geweldig’, zegt hij. ‘Maar, vooral met het oog op m’n familie, vraag ik me af of de prijs die ik ervoor betaal niet te hoog is.’

    Je moet je ambitie balanceren, zegt Gulbinaite. Zij wil op dit moment per se een interessante post-doc en het maakt haar niet uit waar. Dat zij zich met haar vriend ergens gaat settelen, zal moeten wachten. ‘Je kunt ook blijven hangen in dezelfde stad, doet daar je onderzoek en ziet dat als een baan van 9 tot 5’, zegt Gulbinaite. ‘Het is misschien niet heel interessant, maar veiliger. Ook vanwege een huis, een partner en kinderen. Maar je kunt niet alles hebben.’

    Toch denkt Gulbinatie wel na over kinderen, over het vinden van een vaste plek. ‘Het is lastiger voor vrouwen’, zegt ze. ‘De keuze voor een kind vereist planning en zekerheid. Dat heb ik nu niet. Als ik heel eerlijk ben, zou ik – als ik nu zou willen – geen kind kunnen krijgen.’

    Losse fellowships

    Dat zou ook heel lastig worden voor evolutiebioloog Aniek Ivens (30). Ze deed haar PhD aan de RUG en is nu post-doctoral fellow in New York. ‘Maar als ik het echt, echt zou willen, zou ik het misschien wel geregeld krijgen’, zegt ze. Toch wacht ze liever. ‘Het plan is om na mijn tijd hier, met mijn man weer terug te keren naar Nederland.’

    Wanneer dat is, is onzeker. ‘Ik zit nu redelijk goed, met een parelsnoer aan losse fellowships kan ik hier voorlopig blijven’, zegt ze. Maar dat is niet altijd zo geweest. Ook Ivens kent de slapeloze nachten, veroorzaakt door onzekerheid over haar toekomst in de wetenschap. ‘Ik schreef steeds maar aanvragen voor onderzoeksplekken, voor subsidies’, vertelt Ivens. ‘En daarna is het afwachten. Ik had altijd een back-up plan achter de hand.’

    Dat is een heel ingrijpende periode geweest, zegt Ivens. ‘Ook omdat ik heb geprobeerd buiten de wetenschap een baan te vinden. Maar op sollicitaties ontving ik geen tot weinig reactie. En uit de paar gesprekken die ik had, bleek dat ik te gespecialiseerd was en dus te duur. Dat was een heel onzekere periode.’

    Geen pensioen

    En die onzekerheid duurt eigenlijk voort. Niet alleen door de zoektocht naar een volgende aanstelling – die hoe dan ook weer komt – maar ook omdat je niets opbouwt. ‘Ik ben dertig’, zegt Ivens. ‘Maar ik bouw geen pensioen op. En als er iets mis gaat, heb ik geen recht op ww.’

    Eigenlijk wordt er slecht voor de jonge generatie wetenschappers gezorgd, zegt Ivens. ‘Iedereen doet dit werk uit passie, maar we offeren wel heel veel op.’

    Onzeker, zo omschrijft ook post-doc Arne Hegemann (34) de situatie van veel post-docs en PhD’s. Hij deed zijn PhD en eerste post-doc in Groningen en is nu met een Rubiconbeurs vertrokken naar Zweden. ‘Je moet bereid zijn te verhuizen en je leeft van tijdelijk contract naar tijdelijk contract’, zegt hij. ‘Maar het hoort bij de wetenschap, je moet dit pad volgen en dat weet je van tevoren.’

    Lastig settelen

    Maar het is niet alleen maar vervelend of lastig. Hegemann vindt de vrijheid en het avontuur juist mooi op dit punt van zijn leven. En hij heeft geluk gehad, tot nu toe. Hij zit op de plekken waar hij wil zitten, en krijgt de posities die hij wil. Op dit moment voelt hij zich dan ook niet onstabiel. ‘Ik doe gewoon alsof ik voor altijd in Zweden blijf. Ook als dat in werkelijkheid maar twee jaar is.’

    Maar, geeft hij toe, dat hij niet onzeker is over de toekomst, komt ook omdat hij op dit moment geen partner en kinderen heeft. Maar tijden van onzekerheid zijn er zeker geweest. ‘Ik heb veel collega’s zien worstelen met hun carrière toen ze kinderen kregen en sommigen zijn er zelfs nooit aan begonnen’, zegt hij. ‘De academische levensstijl maakt het zeker lastig om te settelen.’