Powervrouwen van de RUG
Meer zelfvertrouwen zonder jongens
De gevestigde onderzoeker Beatriz Noheda
Foto Reyer Boxem
Pas later in haar leven besefte Beatriz Noheda, tech-genie en directeur van het CogniGron-onderzoekscentrum, dat vrouwen echt moeten vechten voor hun positie. Dat komt doordat ze als meisje naar een Spaanse nonnenschool ging, denkt ze.
Het is op zijn zachtst gezegd tegenstrijdig. Toch denkt Beatriz Noheda dat ze heeft geprofiteerd van het feit dat een goede opleiding in haar jeugd in Spanje betekende dat je naar een religieuze school ging. ‘En dus dat je gescheiden werd naar geslacht. Als je een meisje was, ging je naar een meisjesschool.’
Omdat ze daarnaast opgroeide in een huishouden met vier zussen, hoefde ze zich in haar jonge jaren nooit te vergelijken met jongens. ‘Jongens en meisjes gedragen zich anders: meisjes twijfelen meer aan zichzelf. Het helpt erg om je zelfvertrouwen te vergroten als er geen jongens in de buurt zijn.’
Dus er was niemand die haar, impliciet of expliciet, vertelde dat natuurkunde en techniek een lastige carrière zouden kunnen zijn voor een vrouw. Dat ze misschien niet goed genoeg zou zijn. ‘Ik ging er gewoon voor, om te zien of ik het zou kunnen. En nu kijk ik naar mezelf en denk ik: hé, je bent 55 jaar oud en je bent hier nog steeds.’
Rosalind Franklin Fellowship
Beatriz Noheda kon het, en hoe. Ze specialiseerde zich in ferro-elektrica – materialen die zelf een kleine elektrische lading creëren die nuttig is in allerlei elektronische apparaten – en werkte in New York bij een van de grote nationale laboratoria van de Verenigde Staten.
Na haar verhuizing naar Nederland toen ze 30 was – ze volgde haar Nederlandse partner – verlegde ze haar focus en specialiseerde ze zich opnieuw in het creëren van ultradunne lagen van een paar atomen. ‘Ik had gesolliciteerd op een baan bij de TU Eindhoven’, herinnert ze zich. ‘Maar toen vertelde de enige Nederlandse hoogleraar die destijds op mijn vakgebied werkte me dat Philips alle investeringen in ferro-elektrica staakte. Ik dacht: als deze jongens denken dat het voorbij is, waarom onderzoek ik dit dan nog?’
Ik ging er gewoon voor, om te zien of ik het zou kunnen
Toen begon de RUG in 2004 met de eerste Rosalind Franklin Fellowships – een tenuretrackpositie voor vrouwen met innovatieve ideeën – en solliciteerde ze met een project dat haar nieuwe expertise van dunne lagen combineerde met haar kennis van ferro-elektrica, met als doel vernieuwende geheugenkaarten te creëren voor toekomstige computers.
Nu staat ze aan het hoofd van een van de meest prestigieuze onderzoekscentra van de RUG, is ze Fellow van de American Physical Society en heeft ze vele artikelen gepubliceerd in toptijdschriften zoals Science en Nature.
Grote subsidies
Het duurde lang voordat ze geconfronteerd werd met de subtiele manieren waarop de samenleving vrouwen tegenhoudt. Toen ze aan haar carrière begon, was het aantal vrouwen in de wetenschap relatief groot in Spanje. ‘Het was niet erg competitief werk en je hoefde er niet voor naar het buitenland, dus het was een goede keuze voor vrouwen die hun baan wilden combineren met een gezin.’
Noheda ging wel naar het buitenland, naar New York en Oxford. En toen ze besloot New York te verlaten, kreeg ze daar onmiddellijk een vaste baan aangeboden. Deels omdat ze geweldige resultaten had behaald, maar ook – denkt ze – omdat de afdeling meer vrouwen wilde. In Groningen gaf het Rosalind Franklin Fellowship haar een zetje. ‘Mijn geslacht werkte in mijn voordeel’, zegt ze. In die eerste jaren haalde ze ook gemakkelijk subsidies binnen.
Maar dat veranderde.
Pas toen ze de echt grote subsidies wilde binnenhalen, zoals VICI, ontdekte ze dat ze misschien toch niet helemaal als gelijke werd gezien van de mensen om haar heen. ‘Niet alleen ten opzichte van mijn mannelijke collega’s, maar ook de Nederlandse collega’s.’
Subtiele dingen
Het is ongrijpbaar, zegt ze. Het heeft ermee te maken dat andere mensen elkaar al jaren kennen. ‘Maar jij bent een buitenstaander en je hebt niemand die voor je lobbyt.’ Ze weet zeker dat het haar subsidies kost die ze eigenlijk had moeten krijgen.
Lange tijd was ze ervan overtuigd dat het probleem pas later in haar carrière ontstond. Maar toen het aantal vrouwen in de wetenschap toenam en ze de verhalen van de mensen om haar heen hoorde, begon ze haar eigen ervaringen te herkennen – ze had gewoon de signalen genegeerd.
Je wordt er heel, heel moe van om constant te moeten vechten
Het zijn vaak subtiele dingen die vrouwen – en andere minderheden – buitensluiten. Dat je niet de juiste connecties hebt. Dat mensen hun beloften niet nakomen, omdat de prioriteiten zijn veranderd en je geen deel uitmaakte van de discussie daarover. Of dat je niet aanwezig bent bij informele gesprekken bij het koffieapparaat. ‘Je moet jezelf daartussen wurmen als je geen vitale informatie wilt missen’, zegt Noheda. ‘Dat zijn dingen waarmee je niet gemakkelijk naar de rechter kunt stappen, maar je wordt er heel, heel moe van om constant te moeten vechten.’
Diversiteit
Niet dat de mannen in de academische wereld daar geen vrouwen willen. ‘Ik denk dat het een algemeen probleem is. We kijken niet met hetzelfde respect naar mensen die niet naar het buitenland zijn gegaan, bijvoorbeeld, of die een andere weg hebben gekozen.’
De sleutel om dit op te lossen, zegt ze, is ervoor zorgen dat de academische wereld zo divers mogelijk is. Als je ervoor zorgt dat je onderzoeksgroep divers is – of het nu gaat om geslacht, carrièrepaden, leeftijd of nationaliteit – zullen de vrouwen ook komen. Van de principal investigators bij haar eigen instituut – degenen die subsidies binnenhalen – is 39 procent vrouw en er zijn 17 verschillende nationaliteiten. ‘Je gaat heel erg openstaan voor mensen die zeggen: ik weet dat je het altijd zo hebt gedaan, maar in mijn ervaring is dat niet de beste manier.’
En dat is niet alleen goed voor de wetenschap, maar ook voor de mensen in de wetenschap.
Maar hoewel Noheda ziet dat dingen vooruitgaan, gelooft ze dat niet iedereen overtuigd is van de voordelen van diversiteit. Ze vindt dat de universiteit actief die instituten en faculteiten moet identificeren waar het ontbreekt aan diversiteit, en daar moet ingrijpen. ‘Het probleem wordt niet veroorzaakt doordat er mensen zijn die vrouwelijke wetenschappers niet leuk vinden, maar doordat we de academische wereld niet durven te veranderen.’
De student Ashley Monteiro
Foto Reyer Boxem
Voor Ashley Monteiro draait female empowerment om zwarte meiden die elkaar steunen. Ze is voorzitter van het ‘zusterschap’ Black Ladies of Groningen, dat zich richt op het samenbrengen van zwarte vrouwen.
Als meisje opgroeiend in Luxemburg was Ashley Monteiro vaak het enige zwarte kind in haar klas. ‘Je kon me gemakkelijk herkennen op alle klassenfoto’s’, zegt ze. En hoewel iedereen aardig tegen haar was, voelde het toch alsof er iets ontbrak. Of beter gezegd, iemand, want ze had niemand waarmee ze zich kon identificeren.
‘Ik voelde me nooit buitengesloten door mijn klasgenoten, maar ik wou dat er een ander zwarte meisje was geweest om mee te praten over dingen die alleen andere zwarte mensen kunnen begrijpen, zoals mijn haar.’
Dat gevoel kon ze maar niet van zich afschudden, dus toen ze twee jaar geleden naar de RUG kwam om internationaal en Europees recht te studeren, was ze niet alleen op zoek naar een opleiding. Het draaide ook heel erg om het vinden van een gemeenschap. ‘Toen ik hier kwam, wilde ik heel graag andere zwarte mensen ontmoeten die niet mijn familie waren, of vrienden van mijn familie.’
Nou is Groningen geen erg ‘zwarte’ stad, maar het heeft wel Black Ladies of Groningen (BLOG), een organisatie van jonge zwarte vrouwen die elkaar opzoeken om vriendschappen op te bouwen en elkaar te steunen.
Empowerment
De gemeenschap van BLOG ontstond uit een WhatsApp-groep in 2018 die zo populair werd dat het nu een volwaardige organisatie is met een vijfkoppig bestuur, een eigen website en ongeveer 260 leden. ‘Bij BLOG heb ik andere zwarte vrouwen gevonden die mij sterker maken’, zegt Ashley. ‘Mensen die me altijd vertellen hoezeer ze in me geloven.’
Je hebt gewoon je eigen gemeenschap nodig, mensen die je problemen begrijpen
Ashley ontdekte BLOG toen ze vorig jaar naar Groningen kwam, en hoewel ze het eerst spannend vond om de anderen te ontmoeten, werd BLOG, zoals voor veel zwarte vrouwen, al snel haar tweede familie. ‘Je hebt gewoon je eigen gemeenschap nodig. Het gaat niet alleen om steun, maar ook om mensen die je problemen begrijpen. Witte vrouwen snappen bijvoorbeeld niets van mijn problemen met mijn haar, maar zwarte vrouwen wel.’
Omdat de organisatie haar zoveel heeft gebracht, wilde ze iets terugdoen, En dus besloot ze zich te melden als voorzitter.
Betere wereld
Toch is BLOG niet alleen belangrijk voor zwarte vrouwen, denkt Ashley: het is ook noodzakelijk voor de witte gemeenschap. ‘Als je de wereld een betere plek wilt maken en oplossingen wilt bedenken voor racisme, hebben we mensen aan tafel nodig die de dingen die je wilt oplossen daadwerkelijk hebben meegemaakt.’
Groningen is een open stad, vriendelijk voor internationals, waar zwarte vrouwen tot bloei kunnen komen, zegt Ashley, maar het blijft belangrijk om over hun worstelingen te praten. ‘Dat niet iedereen erdoor geraakt wordt, betekent niet dat ze minder relevant zijn.’
Net als zoveel andere zwarte vrouwen wordt Ashley heel haar leven al onderschat. ‘Het is niet iets dat ik kan aanwijzen. Maar soms zien mensen me op een bepaalde manier, en dan zijn ze zó verrast als ik totaal anders blijk te zijn dan ze dachten. Alleen maar vanwege mijn huidskleur.’
Rolmodel
Neem die keer, afgelopen december, toen ze als receptioniste werkte in Luxemburg. Een man kwam naar de balie en stelde haar een vraag, waarop ze antwoordde in vloeiend Luxemburgs. ‘Hij was zo verbaasd, hij complimenteerde me er zelfs mee dat ik zo goed Luxemburgs sprak. Maar ik ben daar opgegroeid, dus natuurlijk spreek ik de taal. En dat maakte ik hem ook duidelijk.’
Mijn moeder heeft me opgevoed in een feministische omgeving
Het waren niet alleen de Black Ladies die ervoor zorgden dat ze iets wilden doen om zwarte vrouwen in hun kracht te zetten. Haar moeder had al een gemeenschap voor zwarte vrouwen in Luxemburg opgezet, zegt Ashley. ‘Ik heb sterke vrouwen in mijn familie. Mijn moeder heeft me opgevoed in een feministische omgeving. Ze is mijn rolmodel.’
Vrouwen hebben het over het algemeen moeilijker dan mannen, zegt ze. ‘En zwarte mensen hebben het moeilijker dan witte mensen. Daarom moeten zwarte vrouwen gewoon nog harder werken vanwege onze huidskleur.’
Microagressies
Het zit allemaal in de kleine dingen, zegt Ashley. ‘Dat zijn dagelijkse microagressies waarmee zwarte vrouwen te maken krijgen. Zo werd mijn moeder bijvoorbeeld in een supermarkt door een witte vrouw aan haar haar getrokken, en vragen mensen me vaak of ze mijn haar mogen aanraken.’
Daarom is het ook zo noodzakelijk dat zwarte vrouwen vertegenwoordigd worden binnen de RUG, zegt ze: om bewustwording te creëren en feedback te geven. Ashley probeert dat niet alleen als voorzitter van BLOG te doen, maar ook als lid van het Diversity and Inclusion Office van de universiteit.
Het belangrijkst is dat hun stem gehoord wordt, maar het gaat er ook om mensen te laten luisteren. ‘Niet eens zozeer om een oplossing te vinden, maar om te zorgen dat ze hun privilege erkennen en iets leren, dat ze meer begrijpen van onze gemeenschap’, zegt ze. ‘Ik weet dat we zoveel potentieel hebben. En ook al herkent niet iedereen dat, ik wel. Ik zie onze vooruitgang, ik zie onze verandering. Dus we blijven doorgaan.’
Het aanstormende talent Ruby Schofield
Foto Reyer Boxem
Het onderzoek van promovenda filosofie Ruby Schofield gaat over feminisme en empowerment-narratieven. Wat ze na drie jaar heeft geleerd: ‘We zijn zo sociaal ingebed dat je niet zomaar buiten de maatschappij kunt stappen om te onderzoeken wat je echt wilt.’
Het is een populaire gedachte geworden in de afgelopen jaren: vrouwen moeten zich niet gedragen als slachtoffers van de samenleving. In plaats daarvan moeten ze voor zichzelf opkomen, hun stem laten horen en sterk zijn.
Kortom: ze moeten ‘empowered’ zijn – krachtige vrouwen. Maar is dat wel fair om te verwachten? ‘Die verplichting maakte dat ze altijd maar zelfstandig en assertief moesten zijn en niet over hun kwetsbaarheid mochten praten’, zegt filosoof Ruby Schofield. En dat bevalt haar helemaal niet.
Schofield is bezig met het derde jaar van haar promotietraject over empowerment, dat haar in 2021 van Leeds naar Groningen bracht. ‘Mijn onderzoek is eigenlijk een analyse van het concept empowerment’, zegt ze. Ze wil laten zien dat vrouwen competente, autonome individuen zijn, maar ze hebben óók te maken met structurele onderdrukking. En dat beïnvloedt de keuzes die ze maken.
Patriarchale structuren
Neem tradwives, vrouwen die geloven in traditionele genderrollen, waarbij de mannen buitenshuis werken en de vrouwen thuis blijven om te koken, schoon te maken en kinderen te krijgen. Sommige mensen noemen dat feministisch, omdat ze er immers bewust voor kiezen om tradwife te zijn. ‘Maar waarom doet iemand dat? Ik denk dat dit alles te maken heeft met onderdrukking, onrecht en de waarden die we hebben meegekregen binnen patriarchale structuren’, zegt Schofield.
Er was een morele verplichting om het beste te maken van een moeilijke situatie
Ze herleidt het idee van de individualistische, zelfstandige geëmancipeerde vrouw naar de jaren negentig, toen veel feministische auteurs over empowerment schreven. ‘Eerder was empowerment een veel bredere term. Het ging over mensen in hun kracht zetten in situaties waar machtsverhoudingen in het spel konden zijn.’ Tegelijkertijd verschoof het denken over feminisme: er werd meer naar het individu gekeken en naar persoonlijke verantwoordelijkheid. Minder naar structuren.
Bovendien werd het feminisme beïnvloed door de neoliberale nadruk op autonome individuen die maximaal voor het eigen belang opkomen, zegt Schofield. ‘En dus was er een morele verplichting om door te knokken en het beste te maken van een moeilijke situatie.’
Powerfeminisme
De feministische schrijver Naomi Wolf bracht deze ideeën bij het grote publiek. Ze pleitte voor een bekrachtigende ideologie die ze ‘powerfeminisme’ noemde. ‘Wolf zegt dat we voor onszelf moeten leren opkomen, onze stem moeten verheffen en sterk moeten zijn.’
Maar Schofield is het daar totaal niet mee eens. ‘Ze zei dat vrouwen gewoon op eigen benen moeten staan en weg moeten lopen als ze zich ongemakkelijk voelen in een situatie waarin ze slecht behandeld worden. Maar daarmee ga je volledig voorbij aan de machtsverhoudingen die kunnen spelen.’
Het verhaal van Wolf maakt ook niet duidelijk wat er precies van deze geëmancipeerde vrouwen wordt verwacht. ‘Waarheen leidt die nadruk op de macht van het individu eigenlijk? Het is niet echt een politieke beweging, maar gewoon een groepje mensen die doen wat ze willen.’
Problematisch
In de academische wereld is er weliswaar weerstand tegen de ideeën over terugkeer naar essentialistische en onderdrukkende genderrollen, zoals je ziet bij tradwives. Maar er zijn ook populaire feministische kringen waar Schofield het tegenovergestelde ziet.
Kijk naar gendergerelateerde TikTok-trends zoals ‘girl dinner’, waarbij vrouwen hun veel te kleine porties avondeten tonen. Problematisch, want het kan ertoe leiden dat vrouwen denken dat ze op een bepaalde manier moeten eten, of minder moeten eten dan mannen.
Ik draag ook make-up en scheer mijn benen; ik ben enorm geconditioneerd
Daarmee drijven we niet alleen weg van de inzet van empowerment als een politiek kader dat onderdrukking op basis van gender moet stoppen, betoogt Schofield. Het gaat ook ten koste van het erkennen en uitdagen van degenen zónder ‘power’. ‘Daar moeten we kritisch over zijn.’
Neem het idee dat vrouwen actief mee moeten doen. Dat ze zich moeten uitspreken, of zich in het overleg moeten wurmen waarvoor ze niet zijn uitgenodigd. Dat ze krachtig moeten zijn op hun werk. ‘Zo’n populair feministisch narratief richt zich op de ervaring van één individuele geëmancipeerde vrouw. Maar het houdt geen rekening met de machteloosheid die minder rijke, vaak niet-witte werkende vrouwen ervaren’, zegt ze.
Onrecht
En dus moeten we het idee van de individuele keuze loslaten, zegt Schofield. We moeten meer nadenken over empowerment in een structurele en collectieve zin. ‘Het moet een instrument zijn van een breder politiek kader om de onderdrukking op basis van gender te beëindigen.’
Empowerment zou bovendien niet alleen over gender moeten gaan. Het populair feminisme heeft het veel te simpel gemaakt, door enkel vrouwen te zien die door mannen worden onderdrukt. ‘Het houdt geen rekening met non-binaire mensen of androgyne mensen die ook vaak onrechtvaardig behandeld worden op grond van hun gender.’
Breken met de patriarchale structuur is misschien makkelijker gezegd dan gedaan, beseft Schofield. ‘We zijn zo sociaal ingebed dat je niet eventjes buiten de maatschappij kunt stappen om te onderzoeken wat je echt wilt’, geeft Schofield toe. ‘Ik draag ook nog steeds make-up en scheer mijn benen. Ik ben enorm geconditioneerd door deze genderrollen en normen. Dat je in de gaten hebt dat dit gebeurt, betekent niet dat je er ook mee kunt stoppen. De maatschappij heeft er baat bij wanneer je je gedraagt zoals verwacht.’
Maar het is al een begin als je deze empowerment-narratieven kritisch kunt bekijken en ze kunt zien in al hun complexiteit. ‘Uiteindelijk moet empowerment immers gaan over solidariteit tussen alle verschillende soorten gemarginaliseerde groepen.’