• RUG-voorzitter Sibrand Poppema ondertekent een memorandum van overeenstemming in bijzijn van koning Willem-Alexander en de Chinese president Xi Jinping. Foto door ANP / Koen van Weel
    RUG-voorzitter Sibrand Poppema ondertekent een memorandum van overeenstemming in bijzijn van koning Willem-Alexander en de Chinese president Xi Jinping. Foto door ANP / Koen van Weel
    Kritiek houdt Poppema niet tegen

    ‘Yantai gaat zonder meer door’

    Na vorige week een memorandum van overeenstemming te hebben getekend, kondigde RUG-voorzitter Sibrand Poppema aan dat de eerste colleges op de Yantai-campus niet zullen beginnen in 2016, maar pas in 2017. Ondanks kritiek vanuit de universiteit en de Tweede Kamer ziet hij geen enkele reden waarom de plannen niet door zouden gaan.

    in het kort

    Hoewel de University of Groningen Yantai officieel in 2016 van start zou gaan, geeft RUG-voorzitter Sibrand Poppema toe dat hij al sinds maart weet dat een aftrap in 2017 waarschijnlijker zou zijn.

    Poppema kon 2017 als aanvangsjaar pas officieel bekendmaken, nadat er vorige week in Peking een memorandum van overeenstemming was getekend.

    Het ijltempo waarin de plannen tot dusver zijn gevorderd, is mede te danken aan de steun van leden van de Nederlandse en Chinese regering.

    Student- en personeelsleden van de betrokken faculteiten en raden houden vol dat ze nog steeds veel onbeantwoorde vragen hebben.

    Poppema zegt dat hij wel met de kritiek kan leven: de transparante manier waarop Nederlanders onderhandelen, betekent dat iedereen vrij is om te zeggen wat ie wil, en Poppema zelf dus ook.

    De bestuursvoorzitter onderkent ook dat de plannen pas officieel worden goedgekeurd, als het Chinese ministerie van Onderwijs het voorstel van de RUG aanvaardt, zonder met ‘vreemde voorwaarden’ te komen.

    volledige versie

    Leestijd: 15 min. (2665 woorden)

    Vorige week, in het bijzijn van de Chinese president Xi Jinping, ondertekende Poppema het nieuwste memorandum van overeenstemming. Een hele prestatie, aldus Poppema, die zelf van ‘een wonder’ spreekt (zie kader ‘Achter de schermen’). Inmiddels is het november. Terwijl de Chinese partners graag hadden gezien dat de campus in 2016 van start ging, had het boegbeeld van de universiteit tijdens de onderhandelingen al snel door dat de opening waarschijnlijk pas in 2017 zou plaatsvinden.

    ‘Ik heb kunstmatig haast gecreëerd omdat ik wist dat het moment van ondertekening er zou komen’, legt Poppema uit in zijn kantoor aan de Oude Boteringestraat. Hij wilde dat de Chinese partners deze urgentie ook zouden ervaren. ‘Want als ik geen haast heb, dan hebben zij geen haast.’

    Hoewel naar buiten toe werd gecommuniceerd dat de Chinese Landbouwuniversiteit (CLU) in 2016 zou aftrappen met een voorbereidend jaar, en dat er extra manuren beschikbaar werden gesteld voor de betrokken faculteiten en het universiteitsbureau, wist Poppema al die tijd al dat de University of Groningen Yantai (UGY) pas in 2017 zou beginnen.

    IJltempo

    Volgens Poppema was het een bewuste beslissing om de daadwerkelijke aanvangsdatum van UGY niet aan de grote klok te hangen. Hij wilde wachten tot deze datum was vastgelegd of er, zoals uiteindelijk gebeurde, in het bijzijn van de Chinese president en de Nederlandse koning een akkoord over werd ondertekend.

    ‘In het contract staat dat we in 2016 of een jaar na definitieve goedkeuring door het Chinese ministerie van Onderwijs beginnen. Maar die definitieve goedkeuring is er nog helemaal niet, want we hebben nog niets ingediend, en voordat we dat gaan doen, moet er eerst nóg een memorandum van overeenstemming worden ondertekend.’

    Maar juist het ijltempo waarin de onderhandelingen tot nu toe zijn gevoerd, lijkt RUG-medewerkers de meeste zorgen te baren. Veel mensen op de universiteit klagen dat de plannen te gehaast en zonder fatsoenlijk overleg zijn opgesteld. De meeste klachten komen van de faculteitsbesturen en commissies die bij de plannen betrokken zijn.

    ‘Een jaar extra’

    Poppema geeft toe dat het idee om al in 2016 te beginnen beangstigend zal zijn geweest voor de medewerkers, maar denkt dat het nieuwe startpunt in 2017 voor meer vertrouwen zal zorgen: ‘Weldra kunnen we officieel zeggen dat er een jaar extra is.’ Er mag dan wat ademruimte gecreëerd zijn, maar het plan blijft om eind 2015 een voorstel in te dienen bij het Chinese ministerie van Onderwijs. Dit moet garanderen dat de RUG wordt aangemerkt als een van de tien buitenlandse zustercampussen in China.

    De plannen genieten duidelijk belangrijke steun in zowel Nederland als China. Allerlei politici, van Yantai tot Peking en van Groningen tot Den Haag, hebben meegeholpen om de plannen zo snel in een vergevorderd stadium te krijgen. En ondanks een stortvloed aan kritiek vanuit de universiteit zelf, blijft Poppema erbij dat er meer dan voldoende steun bestaat: hij verwijst naar de officiële goedkeuring door de Universiteitsraad, de gunstige, maar ook kritische reactie van de faculteitsbestuurders, en de positieve feedback van de Raad van Toezicht.

    Met dat in het achterhoofd zegt hij: ‘Als wij de onderhandelingen positief kunnen afsluiten, dan gaat het zonder meer door. Het zou idioot zijn om te zeggen dat wij dit allemaal doen en al die mensen allemaal dingen laten toezeggen en de universiteitsraad aansporen, om vervolgens te zeggen: ‘Toch maar niet.’’

    Geen officiële goedkeuring

    Wel geeft Poppema volmondig toe dat de plannen nog niet officieel goed zijn gekeurd. Het laatste obstakel – en dan ook het enige juridisch bindende obstakel – is dat het voorstel, en daarmee het curriculum, nog moet worden goedgekeurd door het Chinese ministerie van Onderwijs. Maar voordat die stap kan worden gezet, moet er volgens de collegevoorzitter eerst nóg een memorandum van overeenstemming worden ondertekend. Ook moet China nog bepaalde toezeggingen doen ten aanzien van de academische vrijheid, internettoegang en de kwaliteitscontrole, die plaats moet vinden aan de hand van Nederlandse onderwijsnormen. Zolang het ministerie van Onderwijs geen ‘vreemde voorwaarden’ stelt aan het voorstel van de RUG, is de kous daarmee af, aldus Poppema. ‘En als met alle drie aspecten wordt ingestemd, dan gaat het door.’

    Maar zowel in Groningen als in Den Haag, bijvoorbeeld bij een aantal Tweede Kamerleden, klinkt kritiek. Volgens deze criticasters laat Poppema zich bij de onderhandelingen over Yantai leiden door grootheidswaanzin.

    Poppema heeft zo zijn eigen kritiek op de universiteit. De kritische noten in het rapport van de Yantai-adviescommissie van de Faculteit Economie & Bedrijfskunde (FEB) – over steun van bedrijven, de invloed op de positie van de RUG in ranglijsten en de goedkeuring van het Nederlandse ministerie van Onderwijs – veegt hij van tafel. In een interview in De Volkskrant deed Poppema deze kritiek maandag af als ‘wijsneuzigheid’. De manier waarop de universiteitsraad reageerde op een controversiële stemming over de zustercampus, vond Poppema maar ‘sneu’.

    Respect

    Hij onderkent dat dergelijke bewoordingen respectloos kunnen overkomen, maar vindt ook dat de transparante aard van onderhandelen in Nederland betekent dat je gewoon moet kunnen zeggen wat je vindt. En dat geldt dus ook voor Poppema zelf. ‘Wat vond je van het rapport van de Yantai-adviescommissie (van FEB, red.)? Vond je dat zo respectvol, dat ze zeiden: ‘O, Poppema zegt dit en dat, maar er is helemaal niets waar.’ Hoe respectvol is dat?’ Maar ondanks de kritiek blijft Poppema erbij dat de commissie in werkelijkheid achter de UGY-plannen staat.

    Binnen de universitaire gemeenschap mag er dan veel scepsis bestaan, Poppema houdt vast aan zijn visie dat een zustercampus in China geen last is voor de universiteit, maar juist haar redding zou kunnen betekenen. Hij verwijst naar de dramatische terugloop van het aantal aanmeldingen dit jaar. Volgens Poppema kan de University of Groningen Yantai de bekendheid van de RUG in Azië vergroten. Zo kan worden voorkomen dat de universiteit krimpt, aldus de collegevoorzitter: ‘Daarom doen we dit, voor deze universiteit. Om zeker te stellen dat we ook over x jaar bij deze universiteit nog ons lot in eigen handen hebben, doordat we een veel grotere invloed hebben op het aantal studenten hier, dan we anders zouden hebben.’

     

    Achter de schermen: de onderhandelingen

    Bestuursvoorzitter Poppema benadrukt dat elk detail over de Yantai-plannen zo snel mogelijk aan het universiteitspersoneel wordt gecommuniceerd. Maar hoe staat het met de onderhandelingen zelf? Poppema zei in De Volkskrant dat hij vorige week bijna was weggelopen bij de onderhandelingen. Wat is er gebeurd?

    ‘Vorige week bleek dat mijn twee partners (vertegenwoordigers van de CLU en de stad Yantai, red.) het nog niet met elkaar eens waren’, vertelt Poppema. Dat had iets te maken met onkosten van de campus die ergens in de afgelopen twaalf jaar zijn ontstaan. Het had hoe dan ook niets met de RUG te maken, aldus Poppema, maar hij zat er wel middenin.

    Omdat ze het niet eens konden worden, was het drieledige akkoord tussen de RUG, CLU en Yantai op donderdag nog niet ingediend bij het ministerie van Onderwijs. Dat was nogal een probleem, want de ceremonie om – in bijzijn van de Chinese president Xi Jinping en koning Willem-Alexander – het akkoord te tekenen, stond voor maandag gepland. Als het contract niet werd ingediend, zou dat ook betekenen dat de RUG niet langer op de aanwezigenlijst voor de ondertekening zou staan. ‘Daar was ik donderdagavond natuurlijk bijzonder blij mee’, grapt Poppema.

    Dat was het moment waarop hij dreigde weg te lopen bij de onderhandelingen. ‘Ik zei tegen mijn partners: ‘Dit is allemaal goed en aardig, jongens, maar wij hebben instemming en wij willen deze universiteit allemaal, en er wordt nu getekend. Als er nu niet getekend wordt, dan vertrek ik en kom ik waarschijnlijk niet terug.’’ Poppema legt uit dat de Nederlandse ministeries en andere overheidsfunctionarissen behoorlijk gezichtsverlies zouden lijden als ze nu nog met lege handen kwamen te staan.

    De tactiek werkte. De CLU klopte aan bij het ministerie van Onderwijs en had binnen twee uur al het nodige papierwerk in orde. Maar toen moesten ze weer op de lijst voor de ondertekening zien te komen. Gelukkig was de Chinese viceminister van Onderwijs, Hao Ping, op de hoogte van de Yantai-plannen en wilde hij graag dat ze doorgingen.

    ‘Die heeft toen gebeld en geweldig zijn best gedaan om ons weer op die lijst te krijgen, en de Chinese ambassadeur in Nederland heeft geweldig zijn best gedaan, onze eigen ambassade heeft zijn best gedaan, kortom: iedereen die erbij betrokken is, heeft zijn stinkende best gedaan om ons op de lijst te krijgen. En het is gelukt! Miraculeus.’

    Op vrijdag leek alles weer op rolletjes te lopen. Althans, totdat Poppema erachter kwam dat het akkoord gebaseerd was op een versie van de CLU, in plaats van die van de stad Yantai. Deze CLU-versie bevatte nog steeds een clausule over de financiële kwestie. En dus zaten de twee partijen het hele weekend met elkaar te bakkeleien. Uiteindelijk moest Poppema weer tussenbeide komen: hij stuurde ze een ‘duidelijke’ e-mail, waarin hij zo’n beetje stap voor stap uitlegde hoe de twee partijen het eens konden worden.

    Ze moesten even een omweg om het bestaande akkoord vinden, maar uiteindelijk is het allemaal goed gekomen. Inmiddels was het zondagmiddag drie uur en moest het papierwerk opnieuw op orde gebracht worden, zodat ze het om half vijf aan de Nederlandse ambassadeur konden geven die het op zijn beurt weer op tijd voor de ondertekening op maandag moest inleveren bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ze haalden het allemaal net.

    ‘Maar dat is niet ongebruikelijk voor onderhandelingen in China’, zegt Poppema. ‘Ze kunnen tot de laatste minuut doorgaan, op de valreep veranderen en soms ook mislukken. Meestal komt het op het allerlaatste moment goed, maar soms gaat het mis.’

     

    Veel twijfels over Yantai

    Er is absoluut voldoende draagvlak voor de campus in Yantai, zegt RUG-voorzitter Sibrand Poppema. Maar vanuit de betrokken faculteiten klinkt vooral veel twijfel.

    De campus in China moet gaan draaien op de studies van twee faculteiten: Economie & Bedrijfskunde (FEB) en Wiskunde & Natuurwetenschappen (FWN). En daar komt later waarschijnlijk letteren nog bij. Geen van de faculteiten staat echter nog volledig achter de plannen.

    ‘Wat heeft de faculteit eraan?’

    ‘We zien het voordeel eigenlijk niet op dit moment. We zijn niet overtuigd’, zegt Fieke van der Lecq, econoom en hoogleraar pensioenmarkten. Van der Lecq is een van de leden van de Raad van Advies van FEB, een commissie van zwaargewichten uit onder meer het bedrijfsleven die de faculteit adviseert op allerlei gebieden.

    Vorige maand spraken ze met het faculteitsbestuur over Yantai. ‘De belangrijkste vraag is: wat heeft de faculteit er eigenlijk aan? Wat krijg je ervoor terug?’ zegt Van der Lecq. ‘Het kost enorm veel menskracht, energie en geld. En voor hetzelfde geld is na een paar jaar de citroen uitgeknepen en zeggen ze: ‘Nou, vriendelijk bedankt, toedeledoki!’’

    ‘Kun je de kwaliteit waarborgen?’

    De Raad van Advies is het eens met de adviescommissie – ingesteld door FEB om het faculteitsbestuur te adviseren over Yantai. Die noemt de plannen ‘een sprong in het diepe’ en haalt vrijwel alle genoemde voordelen voor een campus in Yantai onderuit.

    ‘Ik zie persoonlijk ook het voordeel voor de universiteit nog niet. In plaats van daar een campus te beginnen, zou je Chinese studenten naar Groningen moeten halen, dat biedt heel duidelijk een voordeel. Dan krijg je gewoon het collegegeld en blijven ze misschien in Nederland hangen. Dan heb je er het rendement van. Het is nog niet duidelijk hoe de wetenschappelijke staf wordt aangesteld en wie uiteindelijke zeggenschap heeft over het onderwijsprogramma, maar de afgestudeerden krijgen wel een Gronings diploma. Wat betekent dat dan? Kun je de kwaliteit dan voldoende waarborgen? Daar maken we ons ook zorgen om’, zegt Van der Lecq.

    Kritische vragen

    Ook de faculteitsraad – de vertegenwoordiging van studenten en medewerkers in de faculteit – ziet het nog niet zitten. ‘Belangrijke kritische vragen die wij – en vele anderen – vanaf april hebben gesteld, zijn eind oktober nog steeds niet te beantwoorden. Er is geen valide business case, de risicoanalyse is niet uitgewerkt. Gecombineerd met de toenemende verplichtingen en commitments die de RUG publiekelijk aan lijkt te gaan, is dit een ernstige conclusie’, zegt voorzitter Kees van Veen.

    Het faculteitsbestuur houdt zich nog op de vlakte. ‘We zijn kritisch’, reageert decaan Harry Garretsen. ‘Maar we denken dat het wel kan werken, dus vinden we dat we op deze weg verder moeten gaan tot we een definitieve beslissing hebben genomen.’

    ‘De RUG moet behoedzaam opereren in dit traject’, vindt Van der Lecq. ‘En zoals ik het heb begrepen, is het faculteitsbestuur er niet dwars voor gaan liggen, maar hebben ze wel veel vragen en twijfels. En die onderschrijven wij.’

    ‘Wat zijn de voordelen?’

    Er zijn nog geen concrete plannen om letterenopleidingen in Yantai te gaan geven. Maar er wordt wel overwogen om vakken als Europese talen & cultuur en Europese integratie aan te gaan bieden.

    ‘De plannen zijn nog vaag’, bevestigt faculteitsraadsvoorzitter Hans Jansen. De studenten en medewerkers in de raad willen daarom nog geen standpunt innemen. ‘De twijfel betreft de geschiktheid van deze opleidingen voor een campus in China, omdat kennis van cultuur en westerse geschiedenis en denkwijze zo sterk verschillen dat zich hier problemen kunnen voordoen bij gelijkschakeling, kwaliteit en inbreng. De personeelsfractie vraagt zich daarnaast af wat de voordelen zijn voor onze Nederlandse studenten en ons onderwijs en onderzoek.’

    ‘Nogal wat vragen’

    Het bestuur van FWN is duidelijker. Ze zijn voor, zegt decaan Jasper Knoester. ‘Dat moge duidelijk zijn uit de medewerking die vanuit de faculteit is gegeven’, zegt hij. Maar ook hij is voorzichtig. ‘Uiteraard kunnen de plannen alleen werkelijkheid worden als er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Dat is onderwerp van continu overleg met partijen binnen en buiten de RUG.’

    De personeelsleden en studenten in de faculteitsraad daar hebben ‘nogal wat vragen’, zegt voorzitter Marc van der Maarel. ‘Er mist een geschreven analyse van nut en noodzaak met feitelijke onderbouwing. Het bestuur van FWN geeft aan een dergelijke afweging op verschillende momenten wel gemaakt te hebben, maar heeft dat nog niet specifiek op schrift gezet.’

    De universiteitsraad heeft al ingestemd met de campus in Yantai, dankzij een meerderheid van de studentenpartijen. Maar ook daar slaat de twijfel weer toe. Alle partijen – zowel personeel als studenten – hebben het universiteitsbestuur om meer helderheid gevraagd. ‘We hebben een duidelijk verhaal nodig waarin de huidige en potentiële problemen, waar de universiteit tegenaan kan lopen, worden behandeld. Een duidelijke en eerlijke opsomming van risico’s en mogelijke gevaren.’